Woensdag 13 november 2013 is een historische dag voor Geert Wilders. Met zijn bezoekster van het Front National, Marine le Pen, kaapt hij niet alleen de journalistieke aandacht weg van de tussentijdse lokale verkiezingen in een paar heringedeelde gemeenten. Een ander succes uit zijn gemene koker, het sanctioneren van bijstandsgerechtigden met een ongebruikelijk voorkomen, wordt op die dag door de staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd. De lange arm van Wilders.
Het voorstel van het kabinet vloeit rechtstreeks voort uit het alweer bijna vergeten regeer- en gedoogakkoord van kortgeleden, onder sterke redactie van Wilders. Zijn rancuneuze agenda dringt vervolgens door tot in het onderzoeksprogramma van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Dit instituut toont zich gedienstig aan de gedoogcoalitie en onderzoekt de te verwachten effectiviteit van strafmaatregelen tegen bijstandscliënten met een onverzorgd uiterlijk.
Zo sluipt het gif van Wilders verder
Bekend is: sancties tegen bijstandscliënten zijn zeer moeilijk uitvoerbaar
En dat terwijl uit onderzoek bekend is dat sancties tegen bijstandscliënten zeer moeilijk uitvoerbaar zijn (van een kale kip kan je niet plukken) en dat sancties re-integratie eerder belemmeren dan bevorderen. En zo zijn er meer bezwaren tegen deze beleidstheorie. Hoe dan ook, het SCP schrijft een degelijk rapport, Verzorgd uit de bijstand (2012), waarin alle mitsen en maren op een rij staan. Die overigens al bekend waren.
Voornemen van tafel zou je denken. Zeker met een kabinet waaraan de PvdA deelneemt. Dus niet. Het kan nog erger. Niet korten op de uitkering, maar gewoon intrekken die hap.
Kwalijk: stigmatisering van een minderheid door een gezaghebbende actor
Dat een zwakke beleidstheorie (sancties op een onverzorgd uiterlijk zorgen dat bijstandsgerechtigden een baan vinden) nieuw beleid oplevert is niet best. Ronduit schokkend is dat een bijzonder sterke hypothese wordt vergeten: stigmatisering van een minderheid door een gezaghebbende actor - vroeger bijvoorbeeld de kerk, nu de rijksoverheid -, heeft enorme kwalijke gevolgen.
De term ‘bijstand’ is met ingang van de wetsaanpassingen een etiket ‘goedgekeurd’ door onze regering, om een zeer diverse groep van bijstandsgerechtigden uniform te categoriseren. Een afwijkende status - bijstand - wordt opgeblazen tot een markant cultureel verschil met de ‘fatsoenlijke belastingbetalers’. Bijstandstrekkers: slecht geklede en onverzorgde types. Logisch dat ze geen baan hebben. Eigen schuld.
De rancune van Wilders is salonfähig
Het label bijstand wordt gepopulariseerd door uitspraken van gezaghebbende bewindslieden in diverse media en gefatsoeneerd in geruststellend ambtelijk proza. Een gerenommeerd instituut laat zich verleiden tot onderzoek met een bekende uitkomst. Het officiële én betrouwbare overheidslabel zorgt voor draagvlak voor vergaande bezuinigingen op de bijstand. Immers: het SCP heeft het onderzocht.
Na het SCP laat ook de commentator van NRC Handelsblad – net als het SCP een ‘kwaliteitsmerk’ - zich op die woensdag door het vertrouwenwekkende ministeriële jargon zand in de ogen strooien. Want het is ‘redelijk om te verwachten dat mensen zich netjes kleden’. Ja toch?
Ik stel SCP-onderzoek voor naar de volgende hypothese: het beschadigde imago van bijstandsgerechtigden leidt tot hun verdere uitsluiting op de arbeidsmarkt en marginalisering in de samenleving.
De rancune van Wilders is salonfähig. Het nieuwe bijstandsbeleid is een goed geplaatste uppercut in het gezicht van duizenden mensen.
Henk-Jaap Batelaan is socioloog en als beleidsonderzoeker werkzaam voor de gemeente Purmerend. Hij onderzocht onlangs (2013) het re-integratiebeleid van deze gemeente en sprak hiertoe met casemanagers van de Sociale Dienst én met bijstandscliënten. Hij schreef dit artikel op persoonlijke titel.