Sociaal-cultureel werker luistert en verbindt

Culturele activiteiten zijn geen luxe tijdsbesteding, maar een must om de samenleving gezond te houden. Hoe kunnen sociaal-cultureel werkers ervoor kunnen zorgen dat burgers hieraan deelnemen, nu de verzorgingsstaat verandert? Goed luisteren is meer dan ooit nodig.

De transitie in welzijn en zorg is de grootste sinds vijftig jaar. Belangrijk uitgangspunt is dat de burger meer moet doen. Hij is aan zet en moet geactiveerd worden. De impliciete veronderstelling is dat de burgers nog niet zo veel doen. Naast deze transitie is er de afgelopen tien tot vijftien jaar echter een andere beweging gaande, namelijk die van de ‘Do it Yourself’ organisaties. Groepen mensen die taken oppakken omdat zij dat graag samen doen en/of omdat ze vinden dat de overheid daar niet of onvoldoende in voorziet. Voorbeelden van dit soort initiatieven zijn er te over: de broodfondsen, buurtbibliotheken, het Amsterdamse Tugela85 - een creatieve wijkonderneming, initiatieven als ‘Power to the people’ voor eigen energievoorziening, Eetbaar Amsterdam, de Voorlees Expres en de buurttuinen in de grote steden.

Deze zelforganisaties worden gekenmerkt door licht leiderschap, snel en oplossingsgericht handelen, geavanceerd ICT-gebruik, gerichtheid op de eigen kring van betrokkenen of inclusie en zich richtend op een bredere groep mensen dan de initiatiefnemers. Een ander kenmerk is dat het veelal gaat om hoog opgeleide ‘witte’ Nederlanders die competent en welbespraakt zijn. De DIY-organisaties starten vanuit de burgers zelf en krijgen meestal linksom of rechtsom op een gegeven moment te maken met de overheid.

Sociaal-cultureel werker speelt nog een te beperkte rol in de sociale wijkteams

Sociaal-culturele professionals faciliteren, activeren en verleiden (groepen) mensen tot het doen of meedoen aan activiteiten waar zij een positieve beleving bij hebben. Sociaal-culturele professionals kunnen goed luisteren en kijken, hebben een brede blik, kennis en een goed ontwikkelde intuïtie. Zij kunnen met de complexe dynamiek in een sociale omgeving omgaan en mensen en instellingen (leef- en systeemwereld) met elkaar verbinden. Ook kunnen ze een productie realiseren: een bijeenkomst, een cursus, een evenement zoals een festival. Helaas spelen sociaal-culturele professionals nog een veel te beperkte rol in de sociale wijkteams. Dit is jammer voor bewoners en duur voor de samenleving want juist dit soort activiteiten kunnen zorgvragen helpen voorkomen en verminderen.

Ze voelen zich nogal eens geïntimideerd door actieve burgers

Uit ons onderzoek naar bewonersgestuurde wijkontwikkeling weten we dat het voor alle partijen - bewoners, professionals en stadsdelen - ingewikkeld is om zich in het nieuwe krachtenveld tot elkaar te verhouden en nieuwe rollen te zoeken. Voor de sociaal-culturele professionals (ook wel participatiemedewerkers genoemd in Amsterdam) is de uitdaging dat de nog niet actieve bewoners actiever moeten worden, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bewoners zelf aan zet zijn. Dat vergt een specifieke manier van begeleiding, een coachende, niet-directieve benadering, met een inzet die nog niet bij alle professionals vanzelfsprekend is. Daarnaast, en dat is een heel andere uitdaging, moeten sociaal-culturele professionals hun rol zoeken ten opzichte van de mondige burgers van de zelforganisaties, want dat zijn nu juist de actieve burgers waarom geroepen wordt. Op papier lijkt dat een eenvoudige zaak, maar we weten inmiddels dat dit niet altijd van zelf gaat, juist in die contacten voelen professionals zich nogal eens geïntimideerd.

In de realiteit van het leven in een wijk wordt het de uitdaging om juist deze groepen burgers aan elkaar te verbinden. Dat vraagt niet alleen van sociaal-cultureel werkers maar van alle betrokkenen om zich in te leven in de positie en de rol van de ander. Ze hebben allemaal hun eigen overtuigingen, maar toch moet het mogelijk zijn om elkaar te vinden op een meer praktisch niveau.

Vormgeven aan lokale democratie

Voor de overheid en de sociaal-cultureel werkers geldt dat het snelle oplossingsgerichte optreden van de zelforganisaties kan zorgen voor goede innoverende praktische ideeën en interessante (online) tools; de zelforganisaties moeten zich realiseren dat de overheid een andere rol heeft dan zijzelf en er niet alleen is voor een beperkte groep mensen, maar dat zij taken en verantwoordelijkheden heeft voor alle burgers.

Dat betekent dat sociaal-cultureel werkers en overheden soms wel snel kunnen schakelen, maar soms ook niet als bij een proces of actie veel mensen betrokken moeten worden of draagvlak van verschillende partijen nodig is. Tussen de overheid, burgers in zelforganisaties en andere burgers moet het gesprek op gang gebracht worden. Sociaal-culturele professionals, die immers ook opgeleid zijn om verschillende partijen te verbinden en om te netwerken, kunnen daar een belangrijke rol spelen. Bij al deze veranderingen is naar elkaar luisteren van cruciaal belang.

Eltje Bos werkt als lector Culturele en Sociale Dynamiek bij de Hogeschool van Amsterdam. Dit artikel is gebaseerd op haar lectorale rede ‘Twee oren en één mond’.