Met social media meer sociale controle

Naast verontrustende berichten over online pesten, politici die wegens onaardige Facebook-berichten op non-actief worden gesteld of jongeren die worden gearresteerd na een online bommelding, vindt er met vlagen in de social media ook een tegentendens plaats.

Tijdens de rellen in Londen, was er op Twitter een omslagpunt waarbij niet langer #Londonriots, maar #riotcleanup trending werd. Gewone buurtbewoners, winkeliers en allround betrokken medewerkers namen het heft, of eigenlijk de bezem, in eigen handen. Met honderden tegelijkertijd veegden zij niet alleen hun eigen stoepje schoon, maar repareerden, verzamelden en poetsten tot er geen restje rel meer te vinden was. Zo’n schoonmaakactie past volledig in lijn van de Broken Windows Theorie: door te laten zien dat je een kapot raam niet pikt, in dit geval een vernielde stad repareert, geef je misdaad minder kans.

Kort daarvoor, in juni 2011, vond er in Vancouver ook een #riotcleanup plaats. Er waren rellen uitgebroken nadat de Canucks in Vancouver een thuiswedstrijd hadden verloren van Boston in een ijshockey-competitie. Met een klein Facebookberichtje: “Once the embarrassing rioting has ended in Vancouver let’s all show the world what Vancouver is really about by helping rebuild and clean up so it is better than it was before,” verzamelden zich enorme groepen bewoners om de stad op te ruimen. Inclusief een paar Boston-fans die zich voor de gelegenheid solidair toonde met de aangetaste stad.

Social media werd ook ingezet om de rellers te identificeren. Onder het mom van ‘Anonymous crime in a Web 2.0 world? I don’t think so!‘ werd een website opgestart, waarop mensen foto’s konden plaatsen van de rellen, in de hoop dat anderen de daders zouden kunnen identificeren. Naming en shaming, inderdaad. Je kunt er van vinden wat je wilt, maar het werkt in dit geval wel: naar aanleiding van de ruim 125 geposte foto’s zijn er 49 geïdentificeerd, aldus de politie van Vancouver.

Ruim een week na de rellen in Londen, vond in België een klein drama plaats. Tijdens Pukkelpop stortte er een tent in door noodweer en strandden er duizenden festivalbezoekers. Terwijl aan de ene kant dieven het geëvacueerde campingterrein afstruinen om te kijken wat er in de achtergebleven tentjes te halen valt, trekt aan de andere een gemeenschap zich het lot van de Pukkelpop-gangers iets persoonlijker aan. Onder de noemer #Hasselthelpt wordt er massaal hulp aan geboden, in elke denkbare vorm: slaapzakken, douches, kleding, ritjes naar huis, veldbedden, warme maaltijden, warme chocolademelk, internet, aanbod om naar thuisblijvers te bellen en ga zo maar door.

Officiele crisiscommunicatie

Sociale media spelen ook steeds meer een rol in officiële berichtgeving omtrent drama’s zoals schietpartijen, orkanen en aardbevingen. De aardbeving op Haïti is hier een goed voorbeeld van. Eva Barneveld van het Nationaal CrisisCentrum: “Omdat het grootste deel van de officiële communicatielijnen plat lag na de aardbeving, was er een gebrek aan informatie uit het rampgebied. Hierdoor kwam de hulp langzaam op gang en was de situatie moeilijk in te schatten. De grote nieuwsorganisaties, met voorop CNN en BBC, maakten voor hun berichtgeving veel gebruik van social media. BBC bood online ‘live coverage’ van de aardbeving en nam naast het nieuws van correspondenten berichten van Twitter , blogs, e-mails en andere bronnen mee.

Ook nadat de orkaan Irene over North Carolina was geraasd, werden er soortgelijke conclusies getrokken over het gebruik van social media in tijden van crisis. Social media platformen zijn resistenter dan telefoonnetwerken, de locatie-berichtgeving was handig voor ‘crisis-mapping’; het in kaart brengen wat waar aan de hand was, er werd informatie gegeven, gehaald en geruchten konden direct met klem worden ontkracht. Alle partijen konden informatie uitwisselen; autoriteiten, maar ook burgers, noodhulpdiensten en gemeentelijke ambtenaren.

Uit ander onderzoek blijkt echter dat social media niet de meest betrouwbare bron bij crisiscommunicatie is. Menno Urbanus van R2 Research: “Wanneer er sprake is van een crisismoment vertrouwt men het meest op TV of radio bij grote storingen. De berichten op social media zijn vaak zo divers dat het lastig is ‘de waarheid’ uit te filteren. Ruim een kwart (28%) vindt social media daarentegen betere informatie geven en als duidelijk is wat er is gebeurd, dan wil meer dan de helft (51%) op de hoogte worden gehouden via social media.”

Sociale controle via social media

Waarom zijn zulke positieve social media acties, maar ook zo’n Riot Vancouver List nou zo belangrijk? Frank Bovenkerk en Ed Leuw geven in het artikel ‘Criminologische kennis en de toepasbaarheid daarvan’ aan, dat ze in de versterking van de sociale omgeving een buffer tegen criminaliteit en andersoortig deviant gedrag zien: “Criminaliteit wordt voorkomen of tegengegaan door de sociale controle die in de sfeer van het gezin, de familie, de school, het werk, de straat, de vereniging, de kerk, de etnische groep enzovoort wordt uitgeoefend. ‘Sociale ogen’ volgen het individu en het zijn de te verwachten sancties in de groep die mensen van criminaliteit weerhouden. De individualisering van de samenleving en de hoge mobiliteit hebben de sociale controle sterk doen afnemen. Het zo ontstane tekort aan spontane sociale controle kan worden aangevuld met formele sociale controle (formele toezichthouders en de bindingentheorie).”

Zoals Bovenkerk al zegt, is die sociale controle enorm afgenomen, maar doordat er spontaan georganiseerde acties zoals #Hasselthelpt en #riotcleanup plaatsvinden, trouwens ook heel goed voor de sociale verbindingen met je eigen buurt, en naming and shaming gewoon digitaal gebeurt, verwacht ik dat social media het ontstane sociale-controle-gat nog meer zal gaan opvullen.

Therese Klok is analist en onderzoeker op criminologisch gebied. Ze publiceert regelmatig artikelen op haar website www.therighttrace.nl.