Sport vermindert eenzaamheid en meer

Bij voetbalclub FC Twente is goed te zien hoe sport en cultuur gezamenlijk kunnen bijdragen aan de participatiesamenleving. Samen ontwikkelen ze sportief en creatief talent, maken ze burgers gezonder, zorgen ze voor meer sociale cohesie en minder eenzaamheid.

Talentenshows, prijsuitreikingen en medailles in de wereld van sport en cultuur trekken de aandacht, maar belangrijker is dat zoveel mogelijk burgers meedoen. Daarover zijn overheden, de Raad voor Cultuur en het NOC*NSF het met elkaar eens. Tot nu toe nam vooral de rijksoverheid de taak op zich om participatie aan sport en cultuur, zeker van mensen in achterstandsposities, te bevorderen. De transitie van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij zorgt echter voor verschuivingen in verantwoordelijkheden. Gemeenten krijgen steeds meer taken, maar met minder of gelijkblijvend budget. Private partijen zullen zich meer en meer inzetten voor taken die de overheid tot nu toe uitvoerde.

Participatie in sport en cultuur verbetert de fysieke en psychische gezondheid van mensen en versterkt hun gevoel van welbevinden. Ook draagt het bij aan een leefbare samenleving. Mensen zwemmen, spelen toneel, voetballen, schilderen, dansen, schaken, maken filmpjes, hockeyen, ontwerpen kleding, tennissen, of spelen gitaar voor hun plezier. Als vanzelf ontwikkelen zij daarbij hun talent en sociale vaardigheden. Juist daarom is de maatschappelijke waarde van amateursporters en amateurkunstenaars zo groot. Zij zijn actief en betrokken - niet in de laatste plaats omdat er veel vrijwilligers bij sport en cultuur nodig zijn. En die betrokkenheid is krachtig, omdat de activiteit aansluit op hun interesses. In het licht van de transities in het sociale domein, de beweging richting 'de participatiesamenleving', zijn de sport- en cultuursector daarom interessante partners voor elkaar, maar ook voor zorg en welzijn. Door samenwerking kan men het bereik sterk vergroten en maatschappelijke vraagstukken beter aanpakken.

Samen scoren in het sociale domein

Los van elkaar hebben de sport- en cultuursector al samenwerking op gang gebracht met zorg en welzijn. Eredivisieclub FC Twente nam in Enschede het initiatief tot ‘Scoren in de wijk’, waarin tal van maatschappelijke projecten worden georganiseerd op het gebied van scholing, taal, werk, gezondheid, bewegen, cultuur (voetbalkoor, theater) en sport. In Amsterdam Zuidoost startte in 2005 het allereerste ‘Leerorkest’, een schoolproject waar alle kinderen kennismaken met muziekinstrumenten en deelnemen aan een schoolorkest. Inmiddels zijn er op vele plekken in Nederland leerorkesten. En de stichting ‘Meer dan Voetbal’ werd opgericht na een oproep van toenmalig premier Balkenende aan de hele Nederlandse voetbalwereld om krachten te bundelen voor een sterkere samenleving. Betaald voetbalorganisaties zetten zich maatschappelijk in voor bijvoorbeeld projecten in het onderwijs.

Het idee van een nieuwe participatiesamenleving maakt dat samenwerking tussen cultuur en sport noodzakelijker is dan ooit. Het is de hoogste tijd dat beide sectoren elkaar meer vinden en versterken, ook door een gezamenlijke inzet in het sociale domein. Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) maakte samen met partners hiermee in 2014 een begin met de conferentie 'Sport en Cultuur: samen scoren'. De belangrijkste conclusies van de conferentie waren dat de kracht van samenwerking vooral zit in het uitgaan van de eigen sterke punten en de eigenwaarde als sector. Sport en cultuur moeten van daaruit aan verbinding werken. Een tweede conclusie was dat men niet te lang moet wachten op beleidsstukken of signalen van boven, maar dat men zelf het initiatief moet nemen en samen aan de slag moet gaan om elkaar te leren kennen en de meerwaarde van de samenwerking zichtbaar te maken. Voorwaarde daarbij is wel dat de overheid die ontmoeting faciliteert en ruimte laat voor experiment.

Groter bereik door samenwerken

Sport en cultuur hebben hun eigen kracht en dynamiek. Waar die overlappen en in elkaar grijpen, zijn krachten te bundelen. De reikwijdte van afzonderlijke aanbieders wordt groter door bijvoorbeeld samen voor kinderen de kennismaking met sport en cultuur te organiseren zoals in de Amsterdamse ‘Talententent’.  Gezamenlijke activiteiten maakt de beide sectoren minder concurrerend en kunnen inspireren tot vernieuwing en cross-overs. Dit zien we sterk binnen de jongerencultuur. In de Urban Scene komen sport en cultuur samen: hiphoppers, bmx'ers en freerunners - om maar wat te noemen - zijn acrobatisch, muzikaal, dansend en theatraal bezig.

Zowel sport als cultuur worden geconfronteerd met bezuinigingen. Dat heeft als neveneffect dat partijen de noodzaak van samenwerking beter inzien. Dat kan heel praktisch zijn, zoals het delen van accommodaties. We zien dit met name gebeuren in krimpgebieden en in kleine kernen waar verenigingen niet meer alleen de kosten kunnen dragen. De samenwerking komt er bijna als vanzelf op gang. Maar ook om deze gebieden levendig te houden, zoeken sport- en cultuuraanbieders elkaar op. Een goed voorbeeld is 'Symphonica in Sporto' in Vierlingsbeek. Hier organiseren sport- en cultuurverenigingen samen het hele jaar door beweegactiviteiten om alle dorpsbewoners in beweging te krijgen.

Volop maatschappelijke kansen voor verbinding van cultuur en sport

Er kan ook verder gekeken worden, zoals hoe begeleid je talent of hoe organiseer je het vrijwilligersbeleid? Ook liggen er nog volop kansen in het verbinden van sport en cultuur ten behoeve van maatschappelijk complexe vraagstukken zoals sociale cohesie, eenzaamheidsbestrijding en gezondheidsbevordering. Dergelijke issues moeten niet langer vanuit een enkelvoudig perspectief beantwoord worden, maar vanuit een bundeling van krachten om kennis te delen en innovatieve werkwijzen te ontwikkelen. Zo kan eenzaamheid bijvoorbeeld aangepakt worden in maatjesprojecten waarbij vrijwilliger en hulpvrager samen aan culturele of sportieve activiteiten deelnemen.

Gemeenten, sociale wijkteams, sport en cultuur moeten elkaar hierin nog beter leren vinden. Combinatiefunctionarissen - ambtenaren die functioneren als intermediairs tussen onderwijs, sport en cultuur - kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. In grote steden liggen voor sport en cultuur vooral kansen in het bereiken van kinderen en jongeren in sociaaleconomisch zwakke omstandigheden. Voor hen zijn zelfvertrouwen en talentontwikkeling niet vanzelfsprekend. Door samen te werken, bereiken sport en cultuur een grotere groep, want voor de één is sport de weg, voor de ander muziek.

Sport en cultuur hebben ieder hun eigen maatschappelijke waarde. Onze overtuiging is dat ze elkaar kunnen versterken door samen te werken. Om te weten hoe dat precies werkt op het gebied van welzijn, zorg en gezondheid in de participatiesamenleving is meer onderzoek nodig.

Amalia Deekman en Claudia Marinelli zijn onderzoeker cultuurparticipatie bij het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), Marian ter Haar is staffunctionaris kwaliteit bij het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB).