Stem op een partij die de macht teruggeeft aan burgers

De overheid stelt zich op als curator tegenover haar burgers, en dat is betuttelend, vindt Hein Albeda. Burgers moeten meer ruimte krijgen om zelf beslissingen te nemen en daar zijn genoeg goede voorbeelden van, zoals groenbeheer door burgers of eigen wijkbudgetten.

Let eens op de uitspraken van aanstaande politici over hun werk in de gemeenteraad. Er is vooral veel aandacht voor het serieus nemen en centraal stellen van burgers. Het lijkt wel of de verkiesbare raadsleden niet meer aangeven welk inhoudelijk doel ze willen bereiken, maar vooral beloven dat ze naar burgers zullen luisteren. Je vraagt je als je de programma's leest af waarom de gemeenteraad moet luisteren; kunnen de burgers niet beter meteen zelf beslissen? De gemeenteraad stelt zich op als curator voor gemankeerde burgers. De onder curatele gestelde burger wordt in bescherming genomen door de overheid, omdat deze blijkbaar niet in staat is om de eigen belangen waar te nemen. Vreemd, want burgers mogen huizen kopen en woekerpolissen afsluiten, maar niet zelf beslissen over de inrichting van de speeltuin of aanplant van groen.

Burgers moeten passen in de beleidsstukken

Meer dan ooit gaat het om wat burgers willen. De opbrengst valt echter tegen. Natuurlijk is er recht op inspraak: besluiten worden niet genomen zonder degelijke inspraakprocedures. Een ruime meerderheid van de gemeenten heeft een verordening  voor burgerinitiatieven en bijna de helft van de gemeenten werkt met wijk- of dorpsbudgetten. Maar in 2012 schetste Pro Demos in de Monitor Burgerparticipatie 2012[1] geen positieve ontwikkeling. Inspraakavonden en themabijeenkomsten zijn nog steeds de populairste methoden van burgerparticipatie en er blijkt vooral een groeiende aandacht voor het vastleggen van burgerparticipatie in beleidsdocumenten. Daarnaast worden processen van burgerparticipatie nog steeds weinig geëvalueerd door gemeenten. Burgers moeten passen in de beleidsstukken van de gemeente en of er echte invloed is en burgers tevreden zijn is minder van belang.

Ook is opvallend dat wanneer we nader kijken naar de wijkbudgetten, het in veel gemeenten uiteindelijk toch weer de professionals zijn die beslissen naar welk initiatief het geld gaat. Dat gebeurt met alle goede bedoelingen, maar als we zien hoe goed opgeleid en mondig burgers zijn dan begrijpen we ook de onvrede van mensen over de politiek die beslist. De overheid moet zich niet opstellen als curator, maar de burger de ruimte geven om zelf te beslissen.

Het kan ook anders met de inbreng van burgers

Kortom: de onvrede van burgers in lokale democratie zien we terug bij de slogans rond de verkiezingen, maar van daadwerkelijk meer invloed van burgers komt in de praktijk weinig terecht. De gemeenten zoeken naar manieren om inbreng van burgers te formaliseren. Dat zagen we ook bij diverse manieren om bewoners te betrekken bij bezuinigingen via brainstormbijeenkomsten, websitediscussies en burgerdenktanks. Op zich is dit heel positief, maar het valt daarbij wel op dat gemeenten huiverig zijn om de regie daadwerkelijk af te geven aan de burgers.

Dat kan anders. Bij groenbeheer bijvoorbeeld, waar gemeenten het beheer overlaten aan de inwoners en afspraken daarover maken in een beheerovereenkomst. Dat blijkt in veel gemeenten succesvol. Of kijk naar wijkbudgetten, waarbij de mensen in de wijk echt de ruimte krijgen om zelf te beslissen over geld dat in de wijk besteed wordt. Deventer werkt al vrij lang met wijkbudgetten die groeiden van 5.000 euro per wijk naar inmiddels zo'n 150.000 per wijk. Dat komt neer op een bedrag van 10 euro per bewoner.

Vaak beslissen toch weer de professionals

In andere steden besluiten toch nog altijd professionals of en in hoeverre met de voorstellen van bewoners wordt meegegaan. En laten we eerlijk zijn: niet elke buurt heeft meteen de kracht om zelf te beslissen. Dat moet worden opgebouwd. Experimenten met wijkbudgetten –  bijvoorbeeld in de wijken Zwolle Zuid en Assendorp in 2005 – waarbij bewoners zelf beslissen welke initiatieven ze betalen uit de gemeentelijke geldpot, tonen dat aan. In de ene buurt loopt het goed en neemt het aantal bewoners dat actief betrokken raakt toe, in de andere buurt niet[2]. Daar ligt weer een mooie taak voor de gemeenteraad: sturen richting zelfredzaamheid en loslaten zodra dat kan. In Oude IJsselstreek wordt dat nu actief nagestreefd[3].

Het lijkt er echter op dat in de meeste gemeenten bewoners wel zelf mogen kiezen op voorwaarde dat ze niet verkeerd kiezen. Dat is jammer. Ook fouten maken hoort bij het teruggeven van de verantwoordelijkheid aan burgers. Zolang de burgers niet zelf beslissen kunnen mensen altijd blijven zeggen dat de politiek toch niet luistert of dat de mening van gewone burgers er niet toe doet. Bovendien zijn plaatselijke groepen vaak zuiniger of ze vinden nieuwe vormen van financiering[4]. Daar zijn in het buitenland ook al veel voorbeelden van. In Porto Alegre[5] (Brazilië) wordt de gemeentebegroting van onderaf opgebouwd. De lokale gemeenschap bekijkt welke uitgaven prioriteit hebben en vaardigt mensen af om dat te bepleiten. Budget-afgevaardigden ontwikkelen voorstellen, met de hulp van deskundigen. De lokale bevolking stemt over welke voorstellen doorgaan naar de stad en de stad werkt de beste voorstellen uit. Gaat dan alles buiten de politiek om? Nee, de politiek is teruggeplaatst in de gemeenschap. Overigens gaat het dan nog maar om zo'n 20 procent van de begroting die zo wordt ingevuld, want een stad heeft zeer veel verplichtingen waar ze gewoon aan moet voldoen. De politici krijgen verder een belangrijkere rol in de controle, verantwoording en de zorgvuldigheid van processen.

Burgers die beslissen moeten ook de shit over zich heen krijgen

Maar we hoeven niet zo ver te kijken als Porto Alegre, Christchurch in Australië of Portland in de Verenigde Staten. In veel Duitse gemeenten bijvoorbeeld kunnen burgers wijzigingen voorstellen op onderdelen. Zij kunnen ook alternatieve voorstellen doen.

De essentie van lokale democratie terugbrengen naar burgers zou juist moeten zijn dat de burgers die besloten hebben ook de shit over zich heen krijgen als het niet uitpakt zoals ze wilden. En dat misschien de buren zich er ook mee gaan bemoeien. Dan ontstaat pas echt onderlinge discussie en moeten er kwaden tegen elkaar afgewogen worden. Zo worden we weer een echte democratie en dan zal je zien dat er ook ruimte komt voor complimenten dat het goed gaat.

Een tip voor bij de verkiezingen: stem niet op een partij die luistert maar tegelijkertijd de burger onder curatele stelt. Stem op een partij die macht teruggeeft waar dat kan.

Hein Albeda is zelfstandig adviseur (heinalbeda.nl).

 


[1]   B. Peeters “Burgerparticipatie in de lokale politiek” Pro demos, Amsterdam 2012

[2]   P. Kanne, J van den Berg en H. Albeda “Niet iedereen is toe aan de participatiesamenleving” TNS NIPO Amsterdam 2013

[4]   J. Hofman in “Nederland op weg naar de burgerbegroting”, BZK, Den Haag 2011 pg 50

[5]   idem pg 28