Terug naar de leerzame inspectie

De onderwijsinspectie hanteert strenge normen voor de ontwikkeling van basisvaardigheden als taal en rekenen bij kinderen. De vraag is: is dat goed of fout? Evelien Tonkens weegt de voors en tegens en pleit voor een Inspectie die bijdraagt aan de verhoging van de kwaliteit van docenten.

Goede docenten, daar draait het om. Daarover zijn Aleid Truijens en Herman  Godlieb het roerend eens. Alleen, hoe krijgen we die? Godlieb voert onder de leuze ‘Red het basisonderwijs’ actie tegen de ‘kille afrekencultuur’ van de Inspectie. Stop met scholen af te rekenen op de Cito-scores voor taal en rekenen! Onderwijs draait om veel meer dan dat. ‘Doordat de inspectie zo sterk focust op cognitieve resultaten zie ik mij helaas genoodzaakt dat ook te doen’ vindt  87 procent van de christelijke basisschooldirecteuren, volgens een peiling van de Besturenraad.

Afrekencultuur
Aleid Truijens vindt echter dat de afrekencultuur bijdraagt aan de kwaliteit van docenten. Dankzij zulke vergelijkingen vallen zwakke scholen door de mand en worden ze tot verbetering gedwongen. Het is onzin dat ze dan alleen nog maar rekenen en taal zouden kunnen geven.  ‘Goede scholen doen ook meer aan voorlezen en toneel dan zwakke.’ 

Maar wat zijn goede scholen?  Scholen krijgen dat predicaat door de scores van de leerlingen,  maar ‘tachtig procent van de succesfactoren ligt buiten de invloed van de school’, stelt Godlieb. De intelligentie en het opleidingsniveau van de ouders zijn zeer bepalend. (De Inspectie verrekent de invloed van opleiding van de ouders wel, maar grofmazig, zonder onderscheid tussen bijvoorbeeld mbo en universiteit).  Scholen op  het platteland  met veel lager opgeleiden gelden daardoor veel sneller als zwak dan scholen in verstedelijkte gebieden met hbo’s, universiteiten en internationale high tech bedrijven.

Straflustig
De gedachte dat het predicaat ‘zwak’ een school dwingt tot verbetering, past helemaal in het wantrouwige, straflustige beleid van deze regering. In de vorige regeringsperiode hadden we eindelijk bereikt dat de regering vond dat je professionals moet herwaarderen en ruimte moet geven. Dat is met deze regering weer helemaal van tafel. Controleren, afmeten, afstraffen. Geen geklets, harde data! Waterdichte controlesystemen waar geen ontsnappen aan is! De zweep erover! Dat dit slechts tot indekgedrag, meer bureaucratie en minder tijd voor lesgeven leidt, is helaas weer vergeten.

Actie is dus hard nodig. Want  het predicaat Zwakke School zet niet aan tot verbeteringen. Het is vooral het startschot voor een uittocht van leerlingen en docenten. Vooral van de betere docenten want die kunnen elders aan de slag. Zo komt een school in een neerwaartse spiraal. Om dit tegen te gaan, gaan scholen meer geld uitgeven aan reclame en PR. Ze zullen zwakke leerlingen gaan weren en overgaan tot het aantrekken van betere leerlingen, zo blijkt uit internationaal vergelijkend onderzoek (bijvoorbeeld Visscher en Karsten in Pedagogische Studiën 2004).

Uit de straflustige taal die ook Truijens aanhangt, spreekt wanhoop en vermoeidheid over het gemis aan goede docenten. Om dat voor elkaar te krijgen moet de kwaliteit van de Pabo omhoog en moet er minder geld naar bureaucratie, vindt ze. Een groeiend deel van het onderwijsbudget gaat niet naar leerlingen en leerkrachten maar naar ‘toegenomen omvang van de stafbureaus’, klaagt Truijens. Een terechte klacht maar wat doen die bureaus? Juist: de Inspectie van cijfers voorzien en het imago verbeteren!

Verhoging van kwaliteit
De Inspectie zou heel goed kunnen bijdragen aan verhoging van de kwaliteit van docenten. Maar dan zou hij wel heel anders moeten werken. Het mes in die quasi-informatieve cijferbrij!  Een paar kengetallen moet voldoende zijn. Laat de Inspectie vooral weer zelf op scholen onderzoek doen.  Bij de lessen zitten, observeren en daarover in gesprek gaan. De sfeer in de school proeven, met leerlingen praten. Docenten en schoolleiders zo een spiegel voor houden. Zo werkte de inspectie vroeger. Daar keek je bijna naar uit, zegt Godlieb. Daar had je wat aan. (En nu niet denken: oudelullenpraat! Wees dankbaar dat er in het onderwijs nog mensen als Godlieb rondlopen: mensen die het zo lang hebben volgehouden dat ze nog uit ervaring weten dat het anders kan.)

Leerzame inspectie heeft wel een prijs: de illusie van totale transparantie en vergelijkbaarheid moeten we dan opgeven. Je kunt dan niet alle scholen in een mooie kleurentabel plaatsen en met een druk op de knop allemaal met elkaar vergelijken. Maar de Inspectie kan wel met ieder bezoek direct bijdragen aan concrete, inspirerende verbetering van het onderwijs.

Red het onderwijs, ja! Maak van inspecteurs weer handelsreizigers in goede praktijken, wijze lessen en slimme tips.

Evelien Tonkens is hoogleraar actief burgerschap bij de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel verscheen eerder als column in de Volkskrant, op woensdag 16 februari 2011.