Terugdringen recidive is niet alleen meer een taak van de overheid

Het was lange tijd onbetwistbaar: de overheid zorgt voor veiligheid, punt uit. In Rotterdam kunnen private financiers sinds 7 juni investeren in de resocialisatie van ex-gedetineerden. Moeten we dat als een zorgelijke of veel belovende ontwikkeling beschouwen?

Ondanks dat de criminaliteitscijfers in Nederland gestaag dalen, blijven de kosten voor de keten van het strafrecht al maar stijgen. Gelet op de verwachte tekorten op de begroting van het ministerie van Veiligheid & Justitie is het hoog tijd voor een breed debat over het sturen op resultaten binnen de strafrechtketen.

Nederlandse cultuur is niet gericht op meten en weten

De overheid bezint zich al langere tijd op een effectievere inzet van haar middelen. De pogingen daartoe blijken lastig tot nu toe en leiden nauwelijks tot resultaat. Samen met private investeerders en sociale ondernemingen zet de overheid daarom Sociale Impact Bonds (SIB) in om een hoger maatschappelijk en financieel rendement op haar investeringen en bestedingen te behalen. De SIB is een publiek-privaat financieringscontract waarbij de overheid pas afrekent als een van tevoren afgesproken resultaat wordt behaald. Dit financieringsmodel is heel populair in het Verenigd Koninkrijk en wordt door de minister van Civil Society Rob Wilson zelfs gezien als een revolutie in het sociaal domein. De ambitie van de Britse regering is om nog tijdens deze regeerperiode voor 1 biljoen euro aan SIB’s af te sluiten, en dan met name voor het terugdringen van de (jeugd-)werkloosheid.

In Nederland is deze manier van financieren lang niet zo populair als bij onze buren aan de overkant van de Noordzee. Ons land heeft tot nu toe slechts vijf SIB’s afgesloten. Punt is dat de Nederlandse cultuur niet gericht is op meten en weten. We hebben met andere woorden geen traditie, zoals in Groot-Brittannië, om kwantitatieve data te betrekken bij het bepalen van beleid. Onze overheid gebruikt cijfers vooral ter verantwoording van ingezette middelen, en niet zozeer voor sturing van beleid. Van veel begeleiding en interventies weten we daardoor simpelweg niet wat de effecten zijn. Neem recidive, een veelkoppig monster, waarvoor niet één bewezen aanpak bestaat. We weten hoogstens dat er bepaalde elementen zijn die bijdragen aan het verminderen ervan.

Indirecte kosten van recidive moeilijk in kaart te brengen

Niettemin is 7 juni in Rotterdam de eerste landelijke SIB, Workwise Direct, gestart om terugval in criminaliteit te beteugelen door kortgestraften die hun straf hebben uitgezeten aan een baan te helpen. Een groep van driehonderd ex-gedetineerden die tussen de drie en twaalf maanden heeft vastgezeten, komt in aanmerking voor de interventie. De ene helft ontvangt reguliere begeleiding en de andere helft wordt begeleid door de Stichting 180, een consortium van Exodus en een uitzendbureau voor ex-gedetineerden USG Restart.

In elke maatschappelijke businesscase worden de kosten en baten vanuit financieel en maatschappelijk oogpunt geformuleerd en verbonden aan rendement. Bij het tot stand komen van Workwise Direct zijn vijf stakeholders betrokken; het ministerie van Veiligheid & Justitie betaalt als de ex-gedetineerden na twee jaar duurzaam aan het werk zijn en minder recidive vertonen dan de controlegroep. De financiers, onder wie ABN-AMRO, het Oranje Fonds en de Startfoundation, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en voorfinanciering van de interventie. De Stichting 180 voert de interventie uit. Een onafhankelijk instituut meet de behaalde resultaten. De overheid komt hiermee in een andere rol doordat zij de maatschappelijk opdracht voor terugdringen van recidive deelt met een private financier. Is dat terecht, is dit niet bij uitstek een taak van een landelijke overheid? Is een SIB een voorbode van verdere privatisering van het veiligheidsdomein? We leren van de eerste SIB in Rotterdam met jeugdwerkloosheid dat deze aanpak succesvol is. Van de eerste groep jongeren is 59 procent inmiddels uitgestroomd naar betaald werk.

Het is niet eenvoudig om de kosten voor criminaliteit en recidive in kaart te brengen en te kwantificeren. De directe kosten, zoals een dag een cel bezet houden en minder uitkeringsdagen, zijn gemakkelijk te becijferen. Maar de indirecte kosten zoals het onveiligheidsgevoel van burgers laten zich slechts moeizaam vertalen naar geld, waardoor de aanpak van criminaliteit geen simpele kwestie van optellen en aftrekken kan zijn. Niettemin zijn Social Impact Bonds een belofte in het tegengaan van recidive.

Door Social Impact Bonds wordt het duidelijk dat als men het behaalde resultaat centraal stelt deze ook meer worden behaald. Is de aanpak van maatschappelijke problemen zoals criminaliteit sec een aangelegenheid van de overheid? Of is het momentum aangebroken dat de overheid de alliantie aangaat met private partijen en kijkt op welke manier de doelstelling ‘terugdringen van recidive’ het beste wordt behaald?. De overheid zou de SIB’s moeten omarmen. Deze innovatieve manier van financieren stimuleert de creativiteit in de aanpak van criminaliteit. Deze impuls kan de overheid in tijden van een dalende criminaliteit en een krimpende budget goed gebruiken.

Karin Klaassen is beleidsmedewerker van SVG, verslavingsreclassering.

Foto: Veiligheid en Justitie (Flickr Creative Commons)