Vader kan het even goed als moeder

De betekenis van vaders in de opvoeding is lang onderschat. Toch blijkt een vader een even goede verzorger en opvoeder als een moeder. Professionals kunnen er in geval van scheiding voor zorgen dat de vader betrokken blijft. De kinderen varen er wel bij.

Vaders vervullen een eigen en betekenisvolle rol in de opvoeding, die intussen door steeds meer onderzoek wordt ondersteund. Het tot nu toe meest omvangrijke onderzoek naar opvoeding in Nederland laat zien dat vaders en moeders duidelijk verschillen in hun opvattingen over de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Zij verschillen eveneens in hun beleving van de opvoeding en in hun opvoedingsgedrag (Rispens, Hermanns en Meeus,1996).

Ook blijkt dat vaders als opvoeders ten minste even belangrijk zijn als moeders (Dekovic & Groenendaal, 1998: 219). Hun betekenis voor het opvoedingsproces is in vele tientallen jaren van empirisch onderzoek schromelijk onderschat (zie ook Tavecchio, 2002: 26; 2003; Tavecchio & Bos, 2011; Tavecchio, 2015).

Bij opvoeden zijn in de hersenen twee netwerken actief

Neurobiologisch onderzoek bij moeders en vaders laat zien dat de verzorgende rol en bijdrage van vaders van invloed is op hun hormoonhuishouding en hersenactiviteit (Abraham e.a., 2014). Met betrekking tot opvoeding en opvoedingsgedrag zijn in de hersenen twee netwerken actief: een emotioneel netwerk en een sociaalcognitief netwerk met kennis en informatie om kinderen (en andere mensen) te kunnen begrijpen. Bij een ouderpaar met moeder als belangrijkste - primaire - verzorger is haar emotionele systeem het meest actief. In zulke relaties spelen vaders een secundaire rol. Ze zijn meer betrokken als ‘denkers en planners’, dat wil zeggen dat bij vaders in deze rol het sociaalcognitieve systeem actiever is.

Het onderzoek van Abraham en collega’s laat ook zien dat mannen die een kind verzorgen zonder vrouwelijke partner dezelfde emotionele reacties als primair verzorgende moeders vertonen en dezelfde sociaalcognitieve reacties als secundaire vaders. Anders gezegd, deze vaders bleken beide rollen te kunnen vervullen. Vaders zijn dus even goede verzorgers en opvoeders als moeders en ze blijken in staat flexibel in te spelen op veranderende situaties en rolverdelingen.

Professionals moeten zich bewust zijn van de rol van de vader

Het is dan ook erg belangrijk dat de professional - leerkrachten, pedagogisch medewerker en hulpverlener - de vader positief benadert en hem erop wijst dat zijn betrokkenheid en participatie grote invloed hebben op de ontwikkeling van zijn kind. Een dergelijke positieve en uitnodigende benaderingswijze is in 2005 tijdens het Father Inclusive Practice Forum in het Australische Newcastle ontwikkeld en bekend geworden onder de naam Principles of Father-Inclusive Practice.

Professionals moeten deze principes hanteren om de kans te vergroten dat vaders ‘betrokken’ raken en ‘mee gaan doen’. De in totaal negen principes lopen uiteen van zich bewust zijn van de betekenis en invloed van vaders op de ontwikkeling van hun kinderen; respect tonen voor hun talenten en capaciteiten; empowerment van vaders in hun rol als betrokken ouder; vaders benaderen als gelijkwaardige ouder tot ervoor zorgen dat professionals vaardigheden en kennis hebben om met vaders te werken.

Gelijkwaardig ouderschap - ook na scheiding?

Tot nu toe is weinig onderzoek verricht dat nagaat of gelijkwaardig ouderschap ook in het belang van het kind is. Belgisch onderzoek laat zien dat dit inderdaad zo is: opvoeding door moeder en opvoeding door vader na echtscheiding zijn even belangrijk voor zowel de zelfwaardering als het welbevinden van het kind (Bastaits e.a., 2013).

Ik sluit me dan ook van harte aan bij Bastaits’ conclusie dat professionals die met ouders en kinderen in scheidingssituaties te maken krijgen een cruciale rol spelen om beide ouders hiervan bewust te maken, juist in situaties waarin dit essentiële uitgangspunt ineens niet meer vanzelfsprekend is en onder grote spanning komt te staan. Deze professionals, maar ook andere actoren in de ruimere leefwereld van ouders en kinderen, zoals leerkrachten en bemiddelaars, zullen beide ouders als volwaardige ouder moeten erkennen en de communicatiekanalen naar beide ouders actief moeten openhouden.

Afwisselend bij beide ouders wonen is vaak het beste

Nederlands onderzoek van Westphal (2015) ondersteunt de bevindingen van Bastaits. Haar onderzoek toont aan dat het psychologisch welzijn van kinderen die na een scheiding afwisselend bij beide ouders wonen, hoger ligt dan dat van kinderen die bij één ouder wonen. Oók als na de scheiding tussen de ouders een conflictsituatie bestaat, is het voor het welzijn van het kind beter als het afwisselend bij beide ouders woont. Kortom, ‘verblijfsco-ouderschap’ is vaak het beste voor een kind, tenzij er sprake is van een zeer moeizame en vijandige relatie tussen de ex-partners.

Preventie en interventie nog altijd eenzijdig op moeders gericht

Vaders lijken steeds gemotiveerder om meer betrokken te zijn bij de opvoeding van hun kinderen. Ze zijn even goede verzorgers en opvoeders als moeders. Een belemmerende factor is echter de onzekerheid van veel vaders over hun zorgcapaciteiten. Bovendien geven moeders de zorg en verantwoordelijkheid voor de opvoeding vaak niet graag uit handen (Tavecchio & Bos, 2011; Tavecchio, 2015).

Mede daardoor wordt er nog steeds veel te weinig gebruik gemaakt van de pedagogische capaciteiten van mannen. Dat is ook het geval in de overgrote meerderheid van preventie- en interventiestrategieën en andere initiatieven met betrekking tot ouderbetrokkenheid en -participatie die nog altijd eenzijdig op moeders gericht blijven.

Het is dus van belang vaders te erkennen en krachtig te stimuleren in hun rol als belangrijke primaire opvoeder.

Louis Tavecchio is psycholoog. Hij werkte bij Gezinspedagogiek aan de Universiteit Leiden en was bijzonder hoogleraar Pedagogiek aan de UvA.

Foto: Jeroen van Hove (Flickr Creative Commons)