Van prachtwijk naar probleemwijk en weer terug

Het zou een voorrecht zijn om er te wonen, maar al snel liep het mis. De Amsterdamse Bijlmermeer werd voor vele jaren de grootste probleemwijk van Nederland. Een integrale aanpak bracht uiteindelijk flinke verbetering en werd zo een voorbeeld voor vernieuwing van hedendaagse achterstandswijken.

De Bijlmermeer is voor velen nog steeds hét voorbeeld van een wijk zoals die niet moet zijn. De Amsterdamse hoogbouwwijk stond decennialang synoniem voor problemen, verval, verloedering, criminaliteit en stigmatisering, kortom, alles behalve een prettige woonwijk. Veel mensen zullen echter ook weten dat de Bijlmermeer drastisch is aangepakt en nog steeds wordt vernieuwd door woningcorporaties, stadsdeel, ontwikkelaars en gemeente. Van de oorspronkelijke 13.000 bijna identieke flatwoningen zijn er 7000 gesloopt en vervangen door nieuwbouw zoals die tegenwoordig op iedere willekeurige Vinex-locatie te vinden is. De Bijlmer is niet meer de opzienbarende hoogbouwwijk zoals die ooit was bedoeld.

Het zou een voorrecht zijn om er te wonen

In de jaren zestig werd de Bijlmerhoogbouw ontworpen om in huisvesting voor 100.000 Amsterdammers te voorzien. Er verscheen een gedurfde nieuwe wijk onder het motto: ‘de stad van morgen voor de mensen van vandaag’. Een wijk van idealen, met moderne architectuur en vrijstaande flatgebouwen te midden van uitgestrekte parken, met talrijke gemeenschappelijke ruimten (entrees, galerijen, bergingen, buurtcentrum en het vele groen), uitvoerig geteste ideale woningplattegronden met luxueuze nieuwigheden zoals centrale verwarming, badkamers en vuilafvoer, gescheiden verkeersstromen (geen straten met auto’s en fietsers), kortom: paradijselijk wonen. ‘Je kunt er de nachtegaal horen zingen’, meldde de verhuurbrochure uit 1968. De stadsplanners wilden Amsterdam wederom op de internationale stedenbouwkundige kaart zetten, net als de succesvolle grachtengordel in de Gouden Eeuw, Berlage’s Amsterdam-Zuid begin 1900 en de Westelijke Tuinsteden van Van Eesteren. De Bijlmermeer was de volgende prestigieuze exponent aan deze prachtboom van stadsontwikkeling. En wat een voorrecht zou het zijn om in deze veel besproken wijk te mogen wonen!

Bijlmer werd synoniem voor criminaliteit, vervuiling en leegstand

Veelbesproken zou de Bijlmer inderdaad worden, maar heel anders dan dat de stadsplanners voor ogen hadden. Na de glorie uit de jaren zestig, volgde al snel het verval. De volgende decennia stond de Bijlmer wijd en zijd bekend als de slechtste wijk van Nederland, synoniem voor criminaliteit, drugshandel, vervuiling, leegstand en onaangepast gedrag. Inmiddels is dat niet meer het geval, en gaat het in vele opzichten beter. Dat heeft wel de nodige tijd gekost. In de jaren tachtig en negentig, toen de problemen het grootst waren, werden er tal van maatregelen, projecten en andere initiatieven uitgevoerd; allemaal goedbedoeld, en allemaal enigszins succesvol. Echter, omdat ze allemaal kortstondig (tijdelijk project), partieel (gericht op één probleemaspect) en kleinschalig (in één of twee flats) waren, verbeterde de Bijlmermeer als geheel er niet door.

Een intensieve, integrale aanpak werkte wel

Dat gebeurde pas in de loop van de jaren negentig, toen een grootschalige en integrale aanpak startte die steunde op drie pijlers: betere woningen en woonomgeving, sociaal-economische maatregelen en verbetering van de leefbaarheid. Het meest zichtbaar zijn de fysieke veranderingen: de oorspronkelijk 31 grote flatgebouwen zijn ingrijpend opgeknapt of zijn gesloopt en hebben plaats gemaakt voor eengezinswoningen. Verder zijn de verhoogde dijkwegen verlaagd tot straatniveau, waardoor enge tunneltjes overbodig werden; duistere parkeergarages zijn gesloopt of hebben andere functies gekregen, de winkelcentra zijn vernieuwd. Bovendien zijn tal van nieuwe voorzieningen in en nabij de wijk aangelegd, zoals winkelcentrum Amsterdamse Poort, het Bijlmerpark, de kantorenlocatie Amstel III, en vlakbij de Amsterdam Arena, Heineken Music Hall en recentelijk de Ziggo Dome. Ook de individuele omstandigheden van de wijkbewoners werden aangepakt: er kwam onder meer toeleiding naar werk, een vrouwen empowerment centrum, een achter de voordeur aanpak, actieve schuldhulpverlening, scholing en hulp bij opvoeding. De derde pijler van de integrale aanpak is verbetering van de leefbaarheid en beter beheer. Uit de achtereenvolgende bewonersenquêtes kwamen steevast criminaliteit, vervuiling en vandalisme als grootste problemen naar voren. Intensiever beheer door gemeente, stadsdeel, politie en woningcorporatie zorgde voor meer ‘schoon, heel en veilig’. Zo werd geëxperimenteerd met de inzet van huismeesters, flatwachten en buurtbeheer, en werden als eerste wooncomplexen in Nederland camera’s in de flats opgehangen. Deze integrale aanpak in de Bijlmermeer was voorloper en voorbeeld voor het latere stedenbeleid en de wijkaanpak in heel Nederland.

Op dit moment is de situatie in de wijk zichtbaar verbeterd. Een oorspronkelijk pluspunt is versterkt: de Bijlmermeer is nu een ruime wijk met wel wat minder maar overzichtelijker en veiliger groen. Met een intensieve en integrale aanpak zijn de meeste grote problemen weggewerkt, waardoor leefbaarheid, veiligheid, sociaal-economische indicatoren en woontevredenheid meer in overeenstemming zijn gebracht met het stedelijk gemiddelde.

Wat kunnen andere grote probleemwijken ervan leren?

Qua problematiek hebben andere gebieden inmiddels de Bijlmer ingehaald. De Bijlmermeer is nog maar een van de wijken op de lijst van probleemwijken en bezet door het succes van de integrale aanpak niet langer de onderste positie. Wat kunnen andere grote probleemwijken, zoals Rotterdam-Zuid, Amsterdam-West of Den Haag-Zuidwest, nu leren van de jarenlange Bijlmerervaring? Of soortgelijke wijken in het buitenland? In alleen al Frankrijk zijn er vele grotere en kleinere Bijlmermeers; daar kijkt men met grote belangstelling naar ervaringen in Nederland. Wat we kunnen leren is samen te vatten in vijf belangrijke inzichten, die al naar gelang de eigen context en lokale situatie van nut (kunnen) zijn voor eigenaren, woningcorporaties, gemeenten, welzijnsorganisaties, ontwerpers, beleidsmakers, en niet op de laatste plaats: de bewoners.

1. De tijden van grootschalige ingrepen zijn voorlopig voorbij

Faciliteer en stimuleer private initiatieven van burgers en marktpartijen. Een actueel voorbeeld van zo’n initiatief is de verkoop van ‘klusflats’ in de Bijlmerflat Kleiburg, waarvoor de woningcorporatie renovatie niet meer kon betalen. Tegen een sterk gereduceerde prijs kan men daar een flat kopen, die dan binnen wel zelf afgebouwd moet worden. Ga verder niet uit van belemmeringen (gewoontes; bestemmingsplannen, regelgeving), maar ga uit van kansen en mogelijkheden. Experimenteer en zoek de grenzen van vernieuwing op: juist probleemwijken bieden hiertoe mogelijkheden. Koester lokale initiatieven.

2. Maak zoveel mogelijk variatie

Vergroot fysieke verschillen in woningbestand en in het openbaar gebied. Benut ook toevallig passerende initiatieven die variatie bevorderen, zoals  de creativiteit van kunstenaars die verrassende mogelijkheden zien in wijken waar de professionals zich vooral bezig houden met problemen oplossen. Zoek het eigene van het gebied. Investeer in kwaliteit, zeker op gezichtsbepalende plekken zoals de entree van de wijk of in het wijkcentrum.

3. Richt je op bewoners die positief zijn ingesteld, de believers

Verleid hen om te blijven of (terug) te komen. Bied aantrekkelijke mogelijkheden om sociale klimmers in het gebied te houden. Doe aan hen een offer they can’t refuse, zoals  betere woningen voor minder geld dan concurrerende alternatieven. En help mensen die liever weg willen - met urgentieverlening en concrete bemiddeling of hulp: rijd bij wijze van spreken de verhuiswagen voor; negatief georiënteerden zullen een wijk niet beter maken.

4. Continueer succesvolle maatregelen

De meeste klachten ontstaan wanneer de basiswaarden ‘schoon, heel en veilig’ tekortschieten. Laat de omgeving uitstralen wat normaal is. Maak (samen) duidelijk wat regels zijn en handhaaf die. Wees zichtbaar aanwezig als beheerder, woningcorporatie en politie. Ga door met sociale en economische stimuleringsmaatregelen als werktoeleiding, empowerment en scholing. Zorg dat mensen meedoen door ze actief te benaderen, zoek ze op en bel bij ze aan. En combineer dit met het vorige: koester de positief ingestelde bewoners - steun hun initiatieven, laat uitnodigingen kopiëren, neem koffie en stroopwafels mee, maar ook: regel juridische beslommeringen.

5. Bied buitenstaanders een reden om naar het gebied te komen

Nodig buitenstaanders (en media) uit om functionele redenen: zorg dus dat er wat te halen is. Creëer regionale voorzieningen zoals een groot winkelcentrum, een bibliotheek, een sportcomplex of een kerk. En breng positief nieuws actief naar buiten om de beeldvorming langzaam te beïnvloeden.

Frank Wassenberg is programmaleider onderzoek bij Platform31 en is als gastonderzoeker verbonden aan het OTB, TU Delft. Dit artikel is gebaseerd op zijn op zijn proefschrift ‘Large housing estates: ideas, rise, fall and recovery; the Bijlmermeer and beyond’ (maart 2013), te downloaden via http://repository.tudelft.nl.