VN-comité tegen racisme deed huiswerk niet

Het VN-Comité voor de Eliminatie van Rassendiscriminatie uitte 28 augustus jl stevige kritiek op de situatie van de mensenrechten van mensen met een migratieachtergrond in ons land. Maar het rapport kan zelf niet de toets der kritiek doorstaan.

Aan de ene kant legt het comité de vinger terecht op de zere plek. Mensen met een eerste, tweede of zelfs derde generatie-migratieachtergrond ondervinden ernstige vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. De omstandigheden voor asielzoekers zijn soms regelrecht mensonterend. Politieke partijen, individuele politici en de media zetten aan tot discriminatie in de samenleving. Al deze punten zijn voldoende aangetoond in onderzoek. Ze zijn ruimschoots gedocumenteerd en onderbouwd en de betrokken aanbevelingen snijden hout.

Aan de andere kant vertoont het rapport serieuze tekortkomingen. Het lijdt aan conceptuele verwarring en levert bij veel beweringen geen enkele onderbouwing. Het comité hanteert zijn centrale begrippen buitengewoon onzorgvuldig. Discriminatie, racisme, stereotyperingen, vooroordelen, xenofobie, uitsluiting op basis van ras, etniciteit en religie: het rapport gooit ze allemaal op een hoop. Alsof discriminatie voortkomt uit een giftig mengsel van al deze ingrediënten. Nogal wat studies naar racisme in Nederland gaan er vanuit dat als er sprake is van discriminatie van migranten, er dus automatisch sprake is van racisme. Dat is volkomen onterecht. Voor een goed begrip van de Nederlandse situatie is een scherp onderscheid tussen discriminatie op basis van ras en etniciteit juist onontbeerlijk.

Naoorlogse antiracisme maakte van migranten ‘etnische minderheden’

Immers, het trauma van de Holocaust heeft in Nederland het gras voor de voeten van racismeverwijt grotendeels weggemaaid. Vanuit het sterke naoorlogse antiracisme zijn migranten benoemd als ‘etnische minderheden’, als dragers van andere ‘culturen’. Eerst dacht de politiek nog dat het handhaven van hun ‘culturen’ een bijdrage leverde aan hun integratie in de samenleving. Sinds de eeuwwisseling is echter het idee dominant geworden dat ‘hun culturen’ onverenigbaar zijn met die van ‘ons’.

Het cultureel fundamentalistische idee van culturele tegenstellingen vinden we keer op keer terug als drijfveer van discriminatie op de arbeidsmarkt. Migranten worden er gediscrimineerd omdat ze er afwijkende waarden en praktijken op na zouden houden, zoals radicale opvattingen vanuit de islam of het onderdrukken van vrouwen en homoseksuelen, of het spreken van andere talen. Die discriminatie komt dus voort uit de multiculturele opvatting dat migranten dragers zijn van ‘andere culturen’ en die opvatting heeft zijn oorsprong in het sterke antiracisme in ons land. Het is dus historisch onjuist om cultureel fundamentalisme met racisme te verwarren.

Beter begrip Nederlandse context had VN-comité kunnen behoeden voor uitglijders

Een beter begrip van deze Nederlandse context had het comité kunnen behoeden voor een groot aantal uitglijders. Ik noem hier slechts enkele. Ten eerste, de oproep om de gevoeligheid voor multiculturalisme te vergroten, terwijl de multiculturele culturalisering van migranten juist de belangrijkste bron vormt van discriminatie. Ten tweede, de oproep om in het onderwijs meer aandacht te geven aan de koloniale geschiedenis en de Nederlandse betrokkenheid bij de slavernij, terwijl er geen enkele aanwijzing is dat er enig verband bestaat tussen die geschiedenis en hedendaagse discriminatie.

Ten derde, het rapport spreekt van bagatellisering van racisme in Nederland. Welnu, misschien is racisme inderdaad geen groot probleem, maar discriminatie gevoed door andere bronnen wel. Ten vierde, waarom besteedt het rapport zoveel aandacht aan discriminatie van ‘mensen met een Afrikaanse achtergrond’? Dat is geen categorie die in de Nederlandse context een rol van betekenis speelt of op basis waarvan mensen gediscrimineerd zouden worden. Met het introduceren van deze categorie in de Nederlandse context loop je dus het gevaar dat je daarmee nieuwe gronden van discriminatie introduceert.

Discriminatie uit cultureel fundamentalisme ontgaat comité

Een betere analyse van cultureel fundamentalisme in plaats van zich blind te staren op racisme had het comité ook tot een scherpere stellingname tegen aspecten van het integratiebeleid kunnen brengen. Het rapport roept de overheid weliswaar op de verplichte inburgeringsexamens in het land van herkomst af te schaffen, maar pleit vervolgens wel voor het opheffen van belemmeringen in de toegang tot inburgeringsexamens hier.

Die examens zijn echter gebaseerd op het cultureel fundamentalistische uitgangspunt dat er cultuurverschillen zouden bestaan die migranten zouden belemmeren om deel te nemen aan de samenleving. Dus moeten ze bewijzen dat ze die verschillen overbrugd hebben als voorwaarde voor toegang tot de samenleving. Vandaar ook de discriminerende taaleis die aan migranten wordt gesteld als voorwaarde voor het recht op uitkering. Het is juist deze discriminerende gedachtegang die mensen aanzet tot discriminatie in de samenleving. Dat ontgaat het comité.

Zwarte Piet: geen bewijs dat die racistisch is

Tot slot Zwarte Piet. Als je op zoek bent naar racisme in de Nederlandse samenleving, zie je in Zwarte Piet al snel een belichaming ervan. Maar Zwarte Piet is pas racistisch als hij aan zou zetten tot racistische gedachtes, gevoelens of handelingen bij mensen die op de een of andere manier betrokken zijn bij zijn feest. Als symbool heeft hij alleen die betekenis die degenen die zijn feest vieren aan hem toekennen. Er is geen enkel bewijs voor de stelling dat die betekenis racistisch zou zijn. Bovendien vergeten zijn critici dat hij een ludiek karakter draagt, net zoals de aanvallers op Charlie Hebdo vergeten dat het om satire gaat.

Sterker nog, de misplaatste kritiek op Zwarte Piet gooit koren op de molen van mensen die denken in cultureel fundamentalistische termen. Immers, hier hebben we mensen, voornamelijk uit het buitenland, die ‘onze’ Zwarte Piet veroordelen als onderdeel van ‘onze’ cultuur. Zie je wel dat er sprake is van onoverbrugbare culturele tegenstellingen. Kortom, met de kritiek op Zwarte Piet bewijs je de strijd tegen discriminatie een slechte dienst. Datzelfde geldt voor de gebrekkige analyse die aan het rapport ten grondslag ligt. Het VN-comité had zijn huiswerk wel wat beter mogen maken.

Hans Siebers is universitair hoofddocent aan Tilburg University.

Foto: Roel Wijnants (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 1834 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (4)

  1. Hans Siebers, maakt hier zelf de onzorgvuldigheid om het Nederlandse ‘cultuur fundamentalisme’ te beschouwen in tegenstelling tot in plaats van een vorm van racisme. Want dat laatste is het geval.
    In dat ‘cultuur fundamentalisme’ gaat het om schijnbaar wederzijds elkaar uitsluitende groepen mensen, die zich echter vooral impliciet en expliciet op uiterlijkheden onderscheiden. En impliciet wordt verondersteld dat je nimmer van de ene naar de andere groep kunt overgaan. Of deze ‘groepen, hun culturen’ vervolgens al dan niet hiërarchisch worden onderverdeeld doet niet ter zake om van racisme te kunnen spreken. Wel het gegeven dat individuen (en groepen) worden beoordeeld, gewaardeerd en bijv. in- of uitgesloten op basis van hun verondersteld lidmaatschap tot een van deze ‘groepen/culturen’.
    M.a.w. ‘cultureel fundamentalisme’ of ‘culturalisme’ is een vorm/uiting van racisme en niets anders. Zeker niet in haar alledaagse praktijk.
    Zie ook mijn publicatie Al eeuwenlang een gastvrij volk, Aksant/Amsterdam University Press, 2010 en publicaties van Willem Schinkel

  2. Geachte heer Witte,
    Ten eerste, lees mijn artikel nog eens want wat u schrijft dat ik schrijf, schrijf ik helemaal niet. Ten tweede, uw uitspraken over racisme worden niet ondersteund door de wetenschappelijke literatuur over racisme.
    Met vriendelijke groet,
    Hans Siebers

  3. Siebers (Tilburg) wil 1. multiculturele discriminatie van 2. racistische – onderscheiden. Hij schrijft dit naar aanleiding van een rapport uitgebracht door ‘Het VN-Comité voor de Eliminatie van Rassendiscriminatie uitte 28 augustus jl.’ Dat verslag ‘lijdt’ volgens S. ‘aan conceptuele verwarring’.

    S.’ kritiek lijkt analytisch juist en nodig, maar is hij ‘out of touch’ met de moderne sociale werkelijkheid geraakt. Die is trendmatig dat beide typen van discriminatie in elkaar aan het overgaan zijn, zo men wil door elkaar worden gehaald. Doelbewuste verwarring dus, door intellectuelen.
    In een in het Engels geschreven Nederlandse dissertatie (Witte, U.v.U., 1995) staat:

    ‘Racial violence’ heeft betrekking op ´Het geweld of de dreiging met geweld waarbij slachtoffers niet worden geselecteerd in hun hoedanigheid van individuen, maar:
    I. als representanten van verbeelde minderheidsgroepen gebaseerd op karakteriserende collectief-natuurlijke en erfelijke verschijnings¬vormen en/of
    II. nationale, culturele of religieuze oorsprong. (Witte p. 9). Nummering van schrijver dezes.

    Ik denk dat met wat Siebers als ‘multiculturele discriminatie’ (MCD) opgeeft, hij in feite het ‘ouderwetse’ ethnocentrisme bedoelt. Welnu, dat laatste begrip heeft zich grotendeels met MCD versmolten. Op de navolgende wijze.
    Ras (uit het discriminerende racisme) verwijst primair naar natuurlijke soort, kort: ‘soort’, dat de smaak van veelheid heeft, zoals in zwerm, kudde, school enz. Ook enkelingen uit een ‘species’ plegen we soortelijk te identificeren. Gevraagd om twee roofdieren te noemen, geven wij leeuw en tijger op, en niet e.g. twee tijgers.

    Bij mensen gaat het iets anders. Enerzijds zijn ze altijd in groepen verdeeld geweest: families, stammen, volken, naties. Als zodanig – groepsmatig – kunnen wij elkaar Rus, Chinees, Bantu herkennen en behandelen, wat ‘soortelijk’ aandoet. Maar ook kunnen we in afzonderlijke mensen iemand anders dan representanten van een bepaalde groep zien, namelijk aparte individuen. Er zijn groep en individu.

    Als moderne mensen staan we op ‘zero sum basis’ onder het regime van de ideologie van de Individu; meer individu is meer mens is minder groep en vv. Die leer verbiedt vandaag in toenemende gestrengheid iemand als lid van een groep te beoordelen, zoals zij zich er vroeger al tegen verzette om in hem louter een soortelijke representant te zien. Dit gaf een natuurlijk racisme Rn waaraan zich thans een cultureel racisme Rc aan het toevoegen is. Een fenotypicum als huidskleur en een artefact als de hijab hebben op voet van gelijkheid het vermogen gekregen negatieve discriminatoire krachten te wekken.
    Rn en Rc om zo te zeggen heimelijk samengevoegd, scheppen Siebers intellectuele verwarring. Thans opgehelderd.

    Of ook: de menselijke, culturele groep is tot soort verklaard, haar humaniteit genegeerd, haar ratio ontzegd. Dit ten gunste van de Individu die alle menselijkheid zou uitputten. Racisme veronderstelt racisme (o.a. Naipaul).
    Dat VN comité maakt propaganda voor de Individu. Rn en Rc door elkaar halen oftewel verwarring scheppen, is dan ook zijn taak.

  4. In mijn reactie HPax 12 september 19.25 u, op Sociale vraagstukken, schreef ik: ‘ Racisme veronderstelt racisme’. Dit moet zijn: racisme veronderstelt individualisme. Excuses.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *