Ze had het niet durven voorspellen. ‘We zijn echt aangenaam verrast; we hadden niet verwacht dat de wijkaanpak in een korte periode van vijf jaar al winst voor de gezondheid zou opleveren. We zien een betere ervaren gezondheid, een toegenomen mentale gezondheid en dat mensen meer bewegen door te wandelen.’
Sinds 2008 onderzocht prof. Karien Stronks, samen met collega’s van het AMC, het UMC Maastricht en het RIVM, de gezondheidseffecten van de wijkaanpak. De positieve uitkomsten (zie kader) zijn niet alleen voor haar en haar collega’s een aangename verrassing. Het negatieve oordeel over vijf jaar wijkaanpak lijkt alom rond te zingen. Afgelopen zomer nog stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat er geen gunstig effect waarneembaar is van alle miljarden en interventies die de veertig armste wijken van Nederland in zijn gepompt. Sociaal werkers en vrijwilligers protesteerden, maar aan de wetenschap viel niet te tornen.
En nu vindt een groep gerenommeerde gezondheidsonderzoekers dat de gezondheid in die achterstandswijken dankzij alle activiteiten sinds de crisis er minder op achteruit is gegaan, en in een aantal opzichten zelfs is verbeterd. Het gaat er beter dan in wijken waarin niet of minder intensief is geïnvesteerd. Ook het beeld ten opzichte van de gemiddelde Nederlander, van wie bijvoorbeeld de mentale gezondheid sinds 2008 juist afnam, is gunstig.
Bewoners gezonder door wijkaanpak
Het krachtwijkenbeleid heeft een positief effect gehad op een aantal aspecten van de gezondheid en de leefstijl van de betrokken wijkbewoners. Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van het AMC, UMC Maastricht en RIVM onder leiding van Karien Stronks, hoogleraar sociale geneeskunde in het AMC.Vooral in wijken waar op meerdere thema’s tegelijk – wonen, werken, leren/opgroeien, integreren en veiligheid – interventies plaatsvonden, was een positief effect op de gezondheid waarneembaar. Ook in wijken waarin expliciet aandacht was voor gezondheid (onder de noemer ‘experiment gezonde wijk’) verbeterde de gezondheid van bewoners in relatief korte tijd, hoewel dit zeker niet voor alle onderzochte aspecten gold.Sinds het uitbreken van de economische crisis is de gezondheidssituatie in achterstandswijken in heel Nederland verslechterd. Steeds meer bewoners roken, voelen zich ongezond of kampen met psychische problemen. In veel onderzochte ‘krachtwijken’ verslechterde de gezondheid echter minder snel. De stijging van het aantal rokers verliep langzamer, en het aantal psychische problemen nam af. Mogelijk heeft het krachtwijkenbeleid de negatieve effecten van de crisis verzacht.In ‘krachtwijken’ nam tussen 2008 en 2011 het percentage inwoners met een goede geestelijke gezondheid toe van 73 naar 79 procent, terwijl het in Nederland als geheel juist afnam (van 85 naar 82 procent). En in buurten die meededen aan het ‘experiment gezonde wijk’ steeg het aantal mensen dat in de vrije tijd wandelt (van 55 procent in 2008 naar 71 procent in 2011). |
Het is inderdaad opvallend. Wat maakte mensen in die wijken precies gezonder?
Stronks: ‘We vonden de meest positieve veranderingen op plekken waar op alle thema’s tegelijkertijd werd geïntervenieerd en de interventies een relatief grote schaal hadden. Denk aan grootschalige verbetering van woningen, de leefomgeving, meer veiligheid, werkgelegenheid, onderwijs en integratie. Het is dus niet een bepaalde interventie die het hem doet. We hebben bijvoorbeeld niet kunnen aantonen dat meer groen in de wijk op zichzelf een effect heeft gehad. Dat pleit dus voor een integrale aanpak; dat je op meerdere levensterreinen tegelijkertijd iets doet.’
Dus als u een miljoen zou mogen besteden, dan…
‘Dan zou ik die acuut in interventies zoals van de wijkaanpak stoppen. De vraag is vervolgens: wááraan precies? Daar geeft ons onderzoek niet veel inzicht in, dus daarop moeten we het precieze antwoord schuldig blijven. Maar het blijft opvallend dat je effecten ziet in wijken waar veel is geïntervenieerd. Bovendien: het uitgangspunt van de wijkenaanpak was dat lokaal werd bekeken welke problemen het meeste aandacht behoefden, en welke oplossingen het meest geschikt waren. We zagen dan ook een enorme diversiteit in aanpak. Misschien moeten we wel concluderen dat een dergelijke aanpak-op-maat gevolgd moet worden, in plaats van een blauwdruk te geven voor een specifieke interventie.’
Ook opvallend: het SCP meet geen vooruitgang in die wijken.
‘Dat intrigeert ons ook. Het zou ermee te maken kunnen hebben dat het SCP naar twee momenten in de tijd keek en dat wij naar trends hebben gekeken. Het zou best eens kunnen dat de ontwikkeling die wij vinden voor hen onzichtbaar is gebleven omdat de verbetering alweer voorbij was toen ze voor de tweede keer gingen meten. Dan zou hun negatieve conclusie – dat de wijkaanpak weinig effect heeft – wel eens te snel getrokken kunnen zijn. Maar dit is vooralsnog speculeren. We gaan de komende tijd proberen de verschillen in uitkomsten nog beter te begrijpen.’
Wat zou de vooruitgang in mentale gezondheid in de Vogelaarwijken kunnen verklaren?
‘We zouden dat het liefste verder onderzoeken, en nog meer dan we nu al hebben gedaan interviews met bewoners willen houden. Maar als ik zou speculeren, dan kan ik me goed voorstellen dat mensen zagen dat er in hun wijk heel veel gebeurde ondanks de crisis, en dat dat heeft geholpen om de effecten ervan te dempen.’