Agnes Wolbert: ‘De PvdA pleit al sinds 2004 voor zorg dicht bij huis. Bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat er veel meer wijkverpleegkundigen komen. Andere partijen roepen dat nu ook. Het past in die lijn om gemeentes zoveel mogelijk extra slagkracht te geven. Daar willen wij nu nog 500 miljoen tot een miljard extra voor uittrekken. Gemeentes moeten echt de kans krijgen om integrale hulpverlening te bieden.’
Wolbert is grosso modo wel te spreken over de ontwikkeling die gemeentes op het gebied van de Wmo hebben ingezet. Er zijn natuurlijk verschillen, het is niet voor niks een grote verandering, maar er zijn diverse gemeentes waar al ‘prima praktijken’ ontstaan. ‘Rotterdam, Veendam, Enschede, Groningen, Almere’
Wat delen deze gemeentes volgens u?
‘Visie. Die gemeentes hebben een lange-termijnvisie, ze weten waar ze over vijf tot tien jaar willen staan. Er is bovendien sprake van continuïteit, de afspraken zijn verkiezingsbestendig. Dat is essentieel. Anders dan de SP hebben wij ook veel vertrouwen in gemeentes.’
De afgelopen jaren is de indruk ontstaan dat de Wmo vooral bedoeld is om de AWBZ betaalbaar te houden. Geldt dat ook voor uw partij?
‘Zeker niet! Daarmee doe je geen recht aan de Wmo. Het is een wet met ongelooflijk veel mogelijkheden, die recht doet aan kleinschaligheid. Mensen willen kennen en gekend worden. De AWBZ scheert iedereen over dezelfde kam. Ik vind het ook zo merkwaardig dat je denkt dat je door het opschonen van de AWBZ de zorg minder duur kunt maken. Het enige verschil is dat een andere overheid gaat betalen.’
Maar we gaan toch meer gebruik maken van zelfredzaamheid, van eigen kracht?
‘Daar liggen mogelijkheden, maar het positieve, financiële effect is maar beperkt. We zullen zien dat het nog steeds veel geld kost om mensen te laten meedoen. Dat gaat niet veranderen door de taak bij de gemeente neer te leggen. Je kunt het op papier wel wijzigen, maar dan heb je in de werkelijkheid nog niet voor elkaar.’
Wat is volgens de PvdA het belang van de Wmo-raden?
‘Ik vind dat we ze verplicht moeten maken. Die status heeft de Wmo-raad volgens mij nodig. Het merendeel van de gemeentes heeft er wel één, maar wat je wil, is dat zo’n Wmo-raad veel onafhankelijker van een gemeente kan opereren. Nu er steeds meer macht bij de lokale overheid komt te liggen, hebben wij de plicht om maatschappelijke tegenkracht te organiseren. Goede scholing, goede ondersteuning, een behoorlijk werkbudget. Leden van Wmo-raden zijn geen professionele krachten, terwijl het wel over complexe materie gaat, daar moeten ze bij geholpen worden.’
Stel, de PvdA komt in de regering. Hoe ziet de Wmo er over vier jaar dan uit?
‘De ideale situatie is dan dat gemeentes genoeg slagkracht hebben om de wet goed uit te voeren. Dat betekent dat de bezuinigingsagenda eraf is, maar de investeringsagenda er nog wel ligt. Daarnaast is de schaalgrootte van gemeentes zodanig dat ze wet goed kunnen uitvoeren. En tenslotte zijn gemeentes op het gebied van arbeid, jeugdzorg en participatie werkelijk integraal aan het werken.’
Interview: Piet-Hein Peeters.