Zweeds verbod op prostitutiebezoek werkt niet (1)

Prostitutie is sinds enige tijd not done. Daarbij is het Zweedse model om de klant te criminaliseren het lichtend voorbeeld. Opmerkelijk, want de resultaten van deze aanpak worden in Zweden zelf steeds sterker betwijfeld en bekritiseerd.

In 1999 werd in Zweden het kopen van seks strafbaar gesteld. Deze aanpak heeft onmiskenbaar een de morele aantrekkingskracht. Zoals wethouder Asscher van Amsterdam het onder woorden brengt: ‘Moreel vind ik het rechtvaardiger dat niet de vrouw wordt gecriminaliseerd, maar de klant’.Tegelijk bevat deze aanpak een ogenschijnlijk heldere instrumentele logica: door de klant te bestrijden, die met zijn behoefte aan betaalde seks prostitutie in stand houdt, vermindert men de vraag en uiteindelijk het aanbod. Deze aantrekkingskracht - plus de inspanningen van de Zweedse regering om klantcriminalisering wereldwijd te promoten - verklaart ongetwijfeld de internationale belangstelling voor deze aanpak.

De vraag die we echter moeten beantwoorden is: werkt dit beleid ook? Het antwoord daarop is: maar zeer ten dele - voor zover dat tenminste is na te gaan - en ten koste van negatieve gevolgen voor de vrouwen.

Diep verankerde culturele opvattingen
Het verbod op het kopen van seks staat in Zweden niet op zichzelf. Het is het sluitstuk van een pakket aan verbodsbepalingen dat het gelegenheid geven tot prostitutie verbiedt. Zo gelden voor pooierschap gevangenisstraffen van maximaal 4 jaar. Zelfs partners van prostituees kunnen vervolgd worden omdat ze onbedoeld meedelen in de opbrengsten van prostitutie. Verder is het verboden een woning of bedrijfsruimte ter beschikking te stellen voor het uitoefenen van prostitutie. Degene die dat toch doet kan uit zijn woning gezet worden, zelfs als men eigenaar is van de woning.

Deze maatregelen maken, en dat is van belang om je te realiseren, onderdeel uit van cultureel diep verankerde opvattingen over seksualiteit die teruggaan tot de communautaire wortels van de Zweedse verzorgingsstaat in de jaren dertig. Goede, maatschappelijk gesanctioneerde seks is daarin vrijwillig en vindt plaats tussen twee volwassenen in de context van een huwelijk of vaste relatie. Goede seks, of ‘friske seksualitet’, wordt geassocieerd met zelfvertrouwen en psychologisch welbevinden. Het is een officieel begrip dat gehanteerd wordt in overheidsdocumenten.

Daarnaast bestaat er in Zweden een traditie van ‘vrijzinnig paternalisme’, ofwel een bereidheid om, zo nodig, hardhandig in te grijpen in de privésfeer van individuele burgers als deze gedrag vertonen dat gezien wordt als afwijkend of schadelijk. De klantcriminaliseringswet van 1999 is bijvoorbeeld gepaard gegaan met een officiële campagne om prostitueebezoek te afficheren als een persoonlijkheidsstoornis die psychiatrische behandeling vereist.

Er zijn geen cijfers over de Zweedse prostitutiemarkt
Hoe effectief is klantcriminalisering? Volgens de officiële evaluatie die de Zweedse overheid in 2010 publiceerde is de straatprostitutie gehalveerd en is er nauwelijks sprake meer van andere vormen van prostitutie. Dit is een opmerkelijke, en veel bekritiseerde, claim omdat er – verbazingwekkend genoeg – eigenlijk geen cijfers beschikbaar zijn over de omvang van de Zweedse prostitutiemarkt. Noch voor, noch na de invoering van de wet.

Er zijn schattingen dat er in Zweden voor de wet ongeveer 650 vrouwen in de straatprostitutie werkzaam waren en ongeveer twee tot drie maal zoveel in de inpandige prostitutie, maar het is niet duidelijk waarop deze cijfers zijn gebaseerd. Er bestaat enige overeenstemming tussen deskundigen, maatschappelijk werkers en politiefunctionarissen dat het aantal straatprostituees onmiddellijk na de invoering van de wet gehalveerd is. Echter, het cijfer liep al terug voor de invoering van de wet, en er zijn aanwijzingen dat het aantal weer is toegenomen, maar nu op andere, minder in het oog lopende locaties.

Over inpandige prostitutie bestaan domweg geen cijfers. De weinige lokale studies die er verricht zijn, suggereren dat er, net als in Nederland, een verschuiving naar het internet als middel voor klantenwerving heeft plaatsgevonden.

Al met al is er geen reden om aan te nemen dat de totale omvang van de prostitutiemarkt in Zweden substantieel is afgenomen of dat de wet er veel invloed op heeft gehad. Evenmin kan uit politiecijfers afgeleid worden dat mensenhandel, dat hier al nooit een groot probleem was, verminderd is.

Heeft klantcriminalisering de klant afgeschrikt en de houding van mannen ten aanzien van prostitutie beïnvloed? Ook hier is het effect teleurstellend. Surveys onder mannen laten zien dat zij zich niet laten afschrikken, of dat ze seks in het buitenland kopen.

In Zweden bestaat ook oppositie tegen de betutteling
Het Zweedse beleid heeft dus grotendeels gefaald. In het land bestaat er dan ook aanzienlijke oppositie tegen deze overheidsbetutteling, de lichtzinnige omgang met feiten door de autoriteiten, het beeld van prostituees als passieve, afhankelijke slachtoffers, en de negatieve effecten die de wet heeft op de vrouwen. Ook hier is geen systematisch onderzoek gedaan, maar maatschappelijk werkers rapporteren dat straatprostituees grotere risico’s lopen omdat ze op meer afgelegen plekken hun werk moeten doen en minder selectief kunnen zijn in de keuze van klanten.

Het Zweedse publiek begint dit kennelijk ook te zien. In een onderzoek in 2009 van het Zweeds krant Aftonbladet tekende zich een duidelijke meerderheid af tegen de wet op klantcriminalisering.

Nederland kan voor zijn prostitutiebeleid beter niet te rade gaan bij de Zweden.

Hendrik Wagenaar is hoogleraar aan de University of Sheffield (UK). Hij leidt momenteel een groot internationaal vergelijkend onderzoek naar prostitutiebeleid in Nederland, Oostenrijk en Zweden. Sietske Altink is auteur van diverse artikelen over prostitutiebeleid en mensenhandel, onderzoeker, en voormalig beleidsmedewerker van De Rode Draad.

Dit is het eerste deel van een tweeluik over prostitutie. De auteurs gaan morgen in op een wenkender perspectief: Nieuw Zeeland.