Burgerinvloed: als gemeente wel luistert, maar niet levert

Bewoners en lokale organisaties in Rotterdam blijken gefrustreerd door het feit dat het luisterend oor van de gemeente hun vaak te weinig oplevert. Geuite zorgen en ideeën blijken nauwelijks te worden opgepakt. Emiel Rijshouwer en Els Leclercq deden onderzoek.

In ons intensieve participatieve en ontwerpgedreven onderzoek ‘Recht op Reyeroord’ verkenden we samen met lokale partners, bewoners, ambtenaren, ontwerpers, documentairemakers en kunstenaars hoe sociale innovaties en bestuurlijke vernieuwing rond de jeugd(zorg) in de Rotterdamse wijk Reyeroord eruit zouden kunnen zien. Verbeeldingskracht en creativiteit hielpen om gezamenlijk na te denken over alternatieve toekomsten.

Actief burgerschap ondersteunen

In maart 2022 kozen Rotterdammers leden voor 39 wijkraden, die samen met ‘bewoners en partners in de wijk via een wijkakkoord meedenken en meebeslissen over wat hun wijk nodig heeft’. Het doel van het nieuwe beleidsprogramma Wijk aan Zet is om Rotterdammers meer invloed te geven op hun eigen leefomgeving. Deze bestuurlijke vernieuwing lijkt ingegeven door de veronderstelling dat bewoners en lokale organisaties betrokken moeten worden bij de aanpak van grote maatschappelijke ontwikkelingen: om degenen die het betreft te informeren, om draagvlak te creëren, om ideeën en input te verzamelen en om lokaal initiatief te mobiliseren.

In de wijk Reyeroord werkt de gemeente al langer volgens deze gedachte. Onder de naam Reyeroord+ probeert een groep bevlogen ambtenaren idealen van actief burgerschap en eigenaarschap te ondersteunen en te bewerkstelligen. Zij willen beleid rond maatschappelijke transities op het gebied van klimaat, circulariteit, energie en technologie samen vormgeven met bewoners en hierin nadrukkelijk hun wensen en dromen meenemen.

Verbeeldingskracht

Maar om een wijk echt aan zet te laten zijn, moeten bewoners op een andere manier gehoord, erkend en ondersteund worden. Zo’n programma vraagt niet alleen om actieve en betrokken burgers, maar ook om andere rollen en taken van ambtenaren. Het afgelopen jaar hebben wij in opdracht van het programma Vital Cities and Citizens van de Erasmus Universiteit en de gemeente Rotterdam onderzocht hoe er binnen de bestaande institutionele systemen meer ruimte te creëren is om lokale initiatieven uit de wijk te laten floreren.

We zijn hierbij uitgegaan van het principe van het ‘Recht op de stad’, dat onder andere inhoudt dat burgers het recht (en agency) hebben om betrokken te zijn bij de ontwikkeling en het bestuur van hun toekomstige wijk en stad.

De gemeente luisterde puur vrijblijvend; er werd nooit gevolg gegeven aan geuite zorgen en voorgestelde ideeën

Dit vraagt om verbeeldingskracht en creativiteit. Wij gebruiken daarom ontwerpmethoden om samen met betrokkenen te onderzoeken wat de uitdagingen in een wijk precies zijn en welke experimenten en interventies betrokkenen kunnen bedenken om hiermee om te gaan, op een manier waarbij inclusie, eigenaarschap en beslissingsmacht voor betrokkenen centraal staat.

Vertrouwen zoek

Het Reyeroord+-team gaf de hoge urgente aan van het gebrek aan inzicht in, contact met en programma voor jongeren. In een recente poging om jongeren te consulteren, had de gemeente twee jongeren weten te spreken. Achteraf, toen het ons gelukt was om zelf meer voet aan de grond te krijgen in de wijk, bleek dat dit het gevolg was van een doelbewuste strategie: jongerenorganisaties hadden besloten te fungeren als gatekeepers, ofwel om niet meer te reageren op verzoeken tot participatie, omdat zij keer op keer ervaren hadden dat het luisteren van de gemeente puur vrijblijvend was; er werd nooit gevolg gegeven aan geuite zorgen en voorgestelde ideeën.

Het vertrouwen in instanties was volledig verdwenen, zowel in de gemeentelijke organisatie als in universitaire onderzoekers die op eigen initiatief én op verzoek van diezelfde gemeente het ene onderzoek na het andere deden zonder dat de wijk er zichtbaar beter van werd.

Urgentie

We hebben daarom diverse betrokkenen uitgenodigd voor twee workshops: beleidsmakers, ambtenaren in de wijk, formele jongerenorganisaties, lokale jongereninitiatieven, docenten, agenten en onderzoekers. Jongeren hebben we bewust niet gevraagd, want hun weer naar hun ideeën en input vragen zonder hun iets te kunnen bieden, zou alleen maar tot meer frustratie en wantrouwen leiden. Wel zaten er verschillende jongerenorganisaties aan tafel die goed contact hebben met jongeren.

Wij hebben deze diverse groep gevraagd om urgenties te definiëren en hun visies voor jongeren te schilderen. Uit de visies kwamen drie verschillende vormen van ‘ruimte’ naar voren:

  • fysieke ruimte: een plek om te chillen, bezig te zijn met muziek, dans et cetera;
  • ruimte om er te mogen zijn: dus om niet altijd als ‘probleem’ of (potentiële) crimineel te worden gezien, wat vraagt om erkenning van oudere bewoners en wederzijds begrip;
  • ruimte in representatie: het gevoel hebben vertegenwoordigd te worden in beleid.

Dezelfde ambitie

Tijdens deze workshopsessie werd duidelijk dat iedereen, van gebiedsdirecteur tot buurtbewoner, dezelfde ambitie deelt en het belang inziet om ruimte te creëren voor jongeren. Maar waarom lukt het dan niet om deze vormen van ruimte te realiseren?

Samenwerkingen gaan moeilijk samen met de contractuele verplichtingen die welzijnsorganisaties formeel afspreken met de gemeente

We verkenden mogelijke afstanden en barrières tussen aanwezigen en nodigden hen uit om over hulpbronnen en nieuwe rollen na te denken. Uit de discussie bleek dat de barrières die lokale initiatiefnemers uit de wijk ervaren, ook gezien en beleefd worden door de welzijnsorganisaties. Zij zouden eigenlijk graag samenwerken met lokale partners vanwege hun goede banden met jongeren. Dergelijke samenwerkingen gaan echter moeilijk samen met de contractuele verplichtingen die welzijnsorganisaties formeel afspreken met de gemeente. De ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de naleving van deze contracten hebben of nemen te weinig ruimte om minder star met hun verantwoordelijkheden om te gaan.

Nieuwe rollen ambtenaren en burgers

Vanuit dit gegeven zijn we gaan werken aan een interventie: nieuwe rollen voor zowel ambtenaren als burgers, om ruimte te creëren. Niet alleen voor jongeren, maar voor Rotterdammers.

Zo is er bijvoorbeeld een joker bedacht, die ruimte neemt voor kritiek, en ook een raver, die ruimte biedt voor tijdelijke initiatieven. En een hellsider. Dit is niet alleen een ambtenaar die de positie, de taal en de belangen van de buurt snapt en uitdraagt en die met één of misschien wel twee benen in de wijk staat. Het is ook een buurtbewoner die de positie, de taal en de belangen van de gemeente begrijpt en uitdraagt. Het zou ook mooi zijn als we mixmaster-ambtenaren en -buurtbewoners zouden hebben die zorgen dat verschillende stemmen gehoord worden en samen klinken.

Tijdens de eindmanifestatie van het onderzoekstraject op 24 januari 2023 deden zowel de gemeentesecretaris als de onderzoekers en de welzijnsorganisaties de oproep aan verantwoordelijke ambtenaren om zich deze nieuwe rollen ter harte te nemen. Juist vanuit de geagendeerde urgentie om hun taak te vervullen in plaats van te werken vanuit de strikt geformuleerde contractuele eisen. Zo kan vertrouwen tussen overheidsinstellingen en burgers weer groeien.

De systeemwereld blokkeert de leefwereld

Burgers wordt al jarenlang een toenemende mate van autonomie en zeggenschap toebedeeld in de ontwikkeling van hun buurten en beleid (zie o.a. Hajer 2011; Uitermark 2015; PBL 2023). In Empowered Participation. Reinventing Urban Democracy betoogt Fung (2004) dat overheden en instanties juist de verantwoordelijkheid hebben om lokale initiatieven te ondersteunen bij het zichzelf organiseren.

Tegelijkertijd blijken (lokale) overheden het handelingsperspectief en de zeggenschap van bewoners juist te hinderen (zie o.a. Kleinhans 2017; Steen e.a. 2018; Tshishonga 2020). Het lijkt erop dat vaak gebruikte technocratische vormen en praktijken van collaborative governance (Voets e.a. 2021) voorbijgaan aan het feit dat steden en samenlevingen inherent complexe systemen zijn die gedreven worden door politieke conflicten.

Verwijzend naar Deepening Democracy van Fung en Wright (2001) pleit Wagenaar (2007) ervoor dat (lokale) overheden zorg dragen voor inclusieve en deliberatieve processen die burgers daadwerkelijk in staat stellen betrokken te zijn bij huidige, maar vooral bij toekomstige uitdagingen van hun wijk of stad. Het niet naleven van beloften rond burgerbetrokkenheid tast volgens hem het vertrouwen in instellingen aan.

Alleen ophalen

In ‘Recht op Reyeroord’ onderzochten wij de rol van overheid en instanties bij het engagen, empoweren en emanciperen (Lefebvre 1968; Leclercq & Rijshouwer 2022) van jongeren in de Rotterdamse wijk Reyeroord. Bewoners en lokale organisaties blijken gefrustreerd door het feit dat het luisterend oor van de gemeente vrijwel altijd tijdelijkheid en alleen ‘ophalen’ impliceert; van het daadwerkelijk aanpakken van de door hen geuite zorgen en ideeën merken zij nauwelijks iets.

De oorzaak hiervan ligt in een spanning tussen het discours van luisteren en autonomie geven en de technocratische realiteit van formele opdrachten, programma’s, budgetten en verantwoording. Met name het middenmanagement bij de gemeente blokkeert en frustreert de uitvoering van input van bewoners.

Manager passeren

Er zijn positieve en constructieve uitzonderingen, maar die blijken alleen vorm te krijgen door ambtenaren en professionals die buiten hun formele opdracht en aanstelling werken; de agent die vergaderingen met zijn team overslaat om op het schoolplein met jongeren in contact te komen; de ambtenaar uit de wijk die haar manager passeert en escaleert; de welzijnswerker die zijn medewerkers in straattaal oproept om te doen wat nodig is en die dit achteraf in managementtaal verantwoordt aan zijn opdrachtgevers. Van het discours van luisteren en loslaten komt binnen het bestaande systeem zonder deze change-makers weinig terecht.

De vraag rijst of de overheden zouden moeten stoppen met de belofte om te luisteren naar burgers als dit vooral een verplichte exercitie voor hen is waaraan weinig gevolg wordt gegeven. Laten we organisatiestructuren op basis van duurzame co-creatieve processen ontwerpen waarin vertrouwen, wederkerigheid en gezamenlijkheid vooropstaan.

Emiel Rijshouwer en Els Leclercq zijn onafhankelijke onderzoekers en ontwerpers. Zij houden zich bezig met participatief, ontwerpend en actiegericht onderzoek om met verschillende publieke en private partijen en burgers gezamenlijk duurzame en democratische interventies te ontwikkelen voor maatschappelijke uitdagingen. Met medewerking van Robin Hill, Jiska Engelbert en Jan Fransen.

Een verkorte versie van dit stuk werd op 8 februari 2023 uitgesproken als minicollege bij Studio Erasmus. In deze video vind je meer over ‘Recht op Reyeroord’.

 

Foto: Studio Roodenburch

Dit artikel is 3041 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. Heel herkenbaar. Het NPRZ hield vorig voorjaar een zgn. “Midterm Review” n.a.v het 10 jarig bestaan. De bedoeling was dat het begeleidende onderzoek en rapport/aanbevelingen (o.l.v Marin van Rijn) er zoveel mogelijk bewoners betrokken zouden worden (het NPRZ opereerde al 10 jaren in complete mist) een veel gehoorde klacht. Op de 12 deel/wijkbijeenkomsten kwamen ongeveer 80 kale (bewoners zonder enige ambtelijke of gefinancierde betrokkenheid) terwijl de groots opgezette organisatie uitging van duizenden bewoners. Op de laatste grote conferentie werd van locatie Ahoy “ingekrompen” naar de voormalige ambachtsschool a.d Hillevliet (nu slecht functionerend Huis bv.d Wijk), er hadden zich maar 70 bewoners aangemeld, deze slotconferentie werd door aanwezigen aangevoeld “als een zoektocht naar een vantevoren gewenste uitkomst”. Het eindrapport met aanbevelingen voor de komende 10 jr. van Martin van Rijn (35 pagina’s) met als v.n aanbeveling, Bewoners van Zuid meer betrekken, werd aangenomen met de toezegging dat ook te gaan doen. Nu 14 m.n.d verder is er nog gevolg gegeven aan de toezeggingen en de aanbevelingen, het gaat verder zoals het ging “ in Mist”. Waarschijnlijk krijgen over 9 j.r wel een slotconferentie bij het 20 jarig bestaan, van programma waar bewoners niets van gemerkt hebben, frappant detail, de gemeenteraad was ook kritisch op het functioneren en de grote afstand tot bewoners en de gemeenteraad zelf, maar ook nu is het stil op het Stadhuis.
    Het niet te hopen dat de methodiek NPRZ die ook toegepast gaat worden in 19 andere gemeenten op dezelfde manier gaat plaatsvinden, nl. werken voor bewoners zonder bewoners!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *