COLUMN Aanbestedingsmoratorium

De afgelopen 25 jaar is het uitbesteden van het sociaal werk schering en inslag geworden. Tijdens de coronacrisis verdiepte Jos van der Lans zich daarin en schreef er een essay over. Hij bepleit een aanbestedingsmoratorium, want waarom doorgaan met iets waarvan we weten dat het eigenlijk niet werkt.

In 1997 had het Amsterdamse stadsdeel Oud-West de primeur van de eerste moderne aanbesteding in het welzijnswerk. Tot op dat moment waren subsidierelaties eigenlijk de dominante financieringsvorm, en mocht een gemeente iets anders willen dan nodigde ze partijen uit voor een goed gesprek of werd de koers verlegd via projectsubsidies.

De onvrede daarover in bestuurlijke kring was groot. Het was al vaak onduidelijk wat welzijnswerkers nu precies deden en de roep om ondernemerschap en bedrijfsmatig werken drong steeds dieper door in de publieke sector. Steeds vaker zeiden bestuurders stoer dat prestaties uit het verleden geen garanties voor de toekomst waren, en dat het roer om moest. Aanbesteden zou een probaat middel zijn om de boel eens goed op te schudden. Dat gebeurde in ieder geval die eerste keer in Amsterdam, want daar kwam – tot veler verrassing – nota bene het Rotterdamse (010!!!!) DOCK als winnaar uit de aanbestedingsbus.

Schering en inslag geworden

Inmiddels zijn we een kwart eeuw verder en is aanbesteden in het sociale domein schering en inslag. Er is een heel circus op gang gekomen. Met steeds fijnere reglementen en procedures die al snel een specialisme apart vormen, waarvoor zich zowel aan gemeentezijde als aan instellingszijde aparte afdelingen hebben ontwikkeld. Zeker binnen de overheidssfeer is daarin de rol van juristen steeds prominenter geworden. Hun wil is in aanbestedings-Nederland wet geworden. ‘Het mag niet’ overrulet elke inhoudelijke overweging.

Het ongenoegen daarover neemt met de dag toe. Hoe meer spelregels het aanbesteden fijn slijpen, hoe groter de kans dat de mooie schijn het wint van de robuuste werkelijkheid. Het is eigenlijk precies hetzelfde als het meten van intelligentie met behulp van een intelligentietest. De test pretendeert het IQ te meten, maar uiteindelijk meet het vooral de vaardigheid om een test in te vullen. Zo werkt het ook bij het aanbesteden.

Uitschrijvende partijen nogal eens ongelukkig met de uitkomst

Aanbestedingsprofessor Jan Telgen heeft een paar jaar geleden aangetoond dat de wiskundige modellen op basis waarvan bepaald wordt wie het beste aanbestedingsbod heeft gedaan in een kwart van de gevallen een dubieuze winnaar oplevert. Nogal eens zijn de uitschrijvende partijen zelf ongelukkig met de uitkomst, zoals twee jaar geleden bleek in Noord-Holland toen de gesloten jeugdzorg na een aanbesteding aan een andere aanbieder werd gegund en zo’n zeventig getraumatiseerde kinderen uit hun omgeving gehaald dreigden te worden. De woede die daarover bij ouders en begeleiders ontstak, was groot. De Noord-Hollandse gemeenten zelf waren er ongelukkig mee.

De kwestie haalde de Tweede Kamer waar Kamerleden zich boos maakten om deze aanbestedingswaanzin, zoals het PvdA-Kamerlid Atje Kuiken het betitelde. ‘Niemand wil het, maar ergens heeft iemand besloten dit in een soort concurrentiemodel te stoppen.’ Waarop minister De Jonge fijntjes opmerkte dat die iemand de Kamer zelf was die in 2012 nagenoeg unaniem (alleen de PVV stemde tegen!) voor de implementatie van de Europese richtlijn heeft gestemd.

Maar goed, De Jonge beloofde bij die gelegenheid wel om in Brussel de zaak aan te kaarten. Hij wil af van de verplichting om via aanbestedingen de economisch meest voordelige inschrijving (de zogeheten emvi) te honoreren. Hij wil het mogelijk maken dat gemeenten met de beste partijen overeenkomsten aangaan zonder een uitgebreide gunningsprocedure te hoeven doorlopen. Zo kunnen gemeenten eenvoudiger partijen contracteren die samen met hen toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede lokale zorg willen realiseren.

Ondertussen rijdt de trein door

Dat is mooi, maar Brussel heeft voorlopig wel wat anders aan het hoofd. En De Jonge ook. Ondertussen rijdt de trein door en staan de nodige gemeentelijke aanbestedingen op stapel. Eigenlijk een heel vreemde figuur: doorgaan met iets waarvan we weten dat het eigenlijk niet werkt. Je zou het je kinderen verbieden. Het lijkt mij dat het goed zou zijn als gemeenteraden een pas op de plaats zouden maken: noem het een aanbestedingsmoratorium, in afwachting van de Europese besluitvorming. En laten we die tijd gebruiken om eens goed te kijken wat die kwart eeuw aanbesteden ons nu precies heeft gebracht.

Misschien gewoon door eens op een rijtje te zetten hoeveel verschillende professionals in buurten en wijken actief zijn geweest; hoeveel organisaties daarbij betrokken waren en wat de voortdurende wisselingen van de wacht voor de kwaliteit van het werk en het vertrouwen van burgers heeft betekend. Hans van Ewijk muntte daar een aantal jaren geleden een fraaie term voor: georganiseerde discontinuïteit. En dan weten we meteen op welk kompas we in de toekomst de relatie met het sociale domein moeten baseren: duurzame presentie.

Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist.

 

Essay: 'Het Dogma Aanbesteden'

Jos van der Lans schreef tijdens de corona-quarantaine in opdracht van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) het boekessay HET DOGMA AANBESTEDEN (en waarom we het in het sociale domein achter ons moeten laten).

Te downloaden via www.lsabewoners.nl.

 

Foto: Financial Times (Flickr Creative Commons)