COLUMN Wat praten vermag

Twintig jaar geleden was het internet nog maar net uitgevonden, sociale media als Facebook en Twitter bestonden niet, chatten evenmin. De historicus en Frankrijk-kenner Theodore Zeldin hield in deze periode zes poëtische radio-lezingen voor de BBC, over converseren en vooral over hoe dat beter kan. Zeldin kijkt naar conversatie als 'a mind reading game and a puzzle'. In 1998 bundelde hij zijn lezingen in een klein boekje, prachtig geïllustreerd door hemzelf: Conversation. How Talk Can Change Your Life. Dat het inmiddels bijna twintig jaar oud is, maakt het niet minder actueel.

Door veranderde sociale verhoudingen mogen we meer zeggen, door het bestaan van sociale media kunnen we meer zeggen. Dat zijn tekens van grotere gelijkheid en grotere openheid, maar die openheid was lange tijd begrensd. Racistische, sexistische, etnische toespelingen waren taboe, maar inmiddels wordt dat soort terughoudendheid als 'politiek correct' en onwenselijk bekeken. Nu móeten we zeggen wat we op ons hart hebben. Vaak heeft dat een toon van ressentiment. Het heeft iets van 'we hebben ons lang genoeg de mond laten snoeren, en nu zijn wij aan de beurt om te laten blijken wat we vinden en wat we voelen'. Dat leidt tot uitingen die recht-toe-recht-aan zijn, zonder veel plichtplegingen. Of anderen gekwetst worden is geen argument om je in te houden. Verontwaardiging is de dominante toon geworden en sociale media verhinderen een gesprek eerder dan dat ze dat bevorderen.

In zo een gepolariseerd klimaat zijn goede conversaties meer dan nodig, en iemand met een groot vertrouwen in de kracht daarvan komt dan als geroepen. Theodore Zeldin is zo iemand. Hij is ervan overtuigd dat mensen steeds uit zijn op bijzondere ontmoetingen en dat goede conversaties de ideeënwereld en het gedrag van mensen kunnen veranderen. Die uitgangspunten geven hem hoge verwachtingen en hoge ambities. De conversaties die hem voor ogen staan kunnen ingrijpende effecten hebben. Ze kunnen conflicten doen verdwijnen, gelijkheid bevorderen, moed creëren, openheid tegenover vreemdelingen vergroten, nieuwsgierigheid verbreden.

Conversaties zijn ontmoetingen tussen mensen met verschillende biografieën, met verschillende herinneringen en gewoonten. Zeldin wil dat we die verschillen gebruiken ter verandering van ons wereldbeeld en dat van degenen met wie we praten. Gesprekken kunnen de wereld veranderen. 'Conversation doesn't just reshuffle the cards: it creates new cards.' Maar goede conversaties komen niet vanzelf, je moet erover nadenken en de moed hebben om te zeggen wat je denkt. Je moet erover praten, ermee experimenteren en je erop toeleggen. Innerlijke dialogen zijn voorwaarden voor een goed gesprek: 'Conversation needs pauses, thoughts need time to make love'.

Dit alles klinkt hooggegrepen, maar Theodore Zeldin's adviezen zijn voor het merendeel nogal praktisch. Ze bestrijken verschillende terreinen: familie, werk, cultuur. Voor iedere setting zien de adviezen van Zeldin er anders uit, afhankelijk van de kwesties die daar spelen. Steeds is zijn boodschap dat oude manieren van praten niet meer passen bij deze tijd, dat we andere manieren moeten zoeken. Hij is daar optimistisch over. Zijn korte lezingen vormen geen etiquetteboek, evenmin geven ze gesprekstechnieken. Zeldin denkt hardop en de overwegingen die hij uitspreekt en opschrijft hebben een essay-achtig karakter.

Zo schrijft hij bijvoorbeeld dat gezinnen een goede voedingsbodem voor interessante conversaties vormen. Gezinnen en families zijn ontmoetingsplaatsen van mensen die in allerlei opzichten van elkaar verschillen en met uiteenlopende ervaringen. Heel verschillende soorten gesprek kunnen zich daar vermengen. Alles wat de gezinsleden in al hun variatie bezighoudt kan hier besproken worden – de ervaringen van de dag, op school, op het werk, met vrienden, op straat. Maar vaak zijn de gesprekken nogal mager.

Geliefden en gezinnen hebben nieuwe modellen van conversatie nodig, die aansluiten bij veranderde verhoudingen. Hoe kunnen mannen en vrouwen, ouders en kinderen bijvoorbeeld met meer gelijkheid samenleven? En wat te doen tegen het gevaar van inteelt en naar binnenkeren? Films, literatuur en andere kunstvormen schieten als modellen tekort, omdat ze vooral over mislukte communicatie gaan en niet laten zien hoe het beter zou kunnen. Zeldin stelt daar voorstellen tegenover die het mogelijk maken om gezinnen opener te maken. Meer mensen van buiten, minder van hetzelfde – dat zou volgens hem helpen.

Als het over werk gaat heeft Zeldin weer andere overwegingen. In bijna alle beroepen is praten belangrijker geworden, en het is kenmerkend voor dienstensamenlevingen dat persoonlijke kennis er in veel beroepen toe doet. Dat vraagt om een intiem soort contact, waar veel professionals moeite mee hebben. Ze zitten opgesloten in hun eigen beroepsgroep en hun eigen vakjargon.

Zeldin stelt voor om professionals bij elkaar te laten kijken. Net genoeg om te kunnen zien wat andere vakmensen doen, met welke moeilijkheden en dilemma's ze te maken hebben, en hoe ze die oplossen. Genoeg ook om interessante gesprekken tussen hen mogelijk te maken. Gespecialiseerde beroepen zouden erdoor gedemystificeerd worden, beroepsmensen zouden anders naar hun vak kijken.

Zeldin brengt je op dit soort ideeën, aanwijzingen kan je het niet eens noemen. Je kunt je er niet aan vastklampen, je kunt erover nadenken en je kunt ermee experimenteren. Zeldin is historicus, maar zijn benadering is sterk sociologisch. De onderwerpen waarover mensen praten, hoe ze dat doen en met wie ze dat doen zijn gebonden aan de sociale verhoudingen van een bepaald moment. Als je de gesprekken verandert, verander je ook de interacties en de personages die daaraan meedoen, en dat is wat Zeldin voor ogen staat. Van enkel introspectie verwacht hij niet veel. Belangrijker vindt hij de vraag met wie mensen het best contact kunnen leggen om hun interactieradius te verbreden, en hoe ze dat kunnen doen. Hij vindt dat andere mensen veel te vertellen hebben en dat ze al snel interessanter zijn dan je eigen binnenwereld. Meer naar buiten kijken heeft grote voordelen, en dat geldt zeker wanneer mensen van elkaar verschillen, in welk opzicht dan ook.

Maar verschillen kunnen ook lastig zijn, zeker wanneer je praat met iemand met wie je het oneens bent. Kan je Zeldin's kunst van het converseren aanleren? Zelf denkt hij dat wel. Hij zou graag zien dat kinderen op school verplicht werden om met mensen van allerlei pluimage te praten. En dan gaat het niet over conversaties waarin koetjes en kalfjes worden besproken en pijnlijke kwesties worden vermeden.

De gesprekken die hem voor ogen staan zijn intieme ontmoetingen. Je hoeft er in dit soort gesprekken niet op uit te zijn om iemand te overtuigen. Uit sociaal-psychologische literatuur is bekend dat vooroordelen niet verdwijnen door rationeel argumenteren. Je kan een beperkter doel hebben: iemand een luisterend oor bieden, en en passant zelf iets leren over de denkwereld van degene met wie je praat. En een gesprek dat niet zo goed loopt, hoeft niet meteen tot ontmoediging te leiden. Dat is iets wat we kunnen leren van de technologie, die immers bestaat bij de gratie van experimenten, waarvan er sommige iets moois opleveren maar minstens zo veel mislukken.

Gesprekken kan je beschouwen als experimenten, waarbij je per setting beoordeelt wat je ermee wilt. Soms verlopen ze soepel, soms stroef, soms stokken ze of lopen ze op ruzie uit. Maar dat hindert niet omdat ze een experimenteel karakter hebben en ook andere vormen van gesprek denkbaar zijn.

Wel is het zinnig om je te verdiepen in de vraag waarom sommige gesprekken moeizaam verlopen. Waarom vinden sommige mensen het gemakkelijker om tegen machines te praten? - zo vraagt Zeldin zich af. Waarom vinden mannen het moeilijk om hun gevoelens te uiten? En wat te doen met gesprekspartners die verlegen zijn of die het zozeer met elkaar oneens zijn, dat ze helemaal niet willen praten? Over dat soort vragen moet je nadenken, maar conversatie die wel geslaagd is kan belangrijke functies vervullen. De wereld zal er niet meteen een betere plaats van worden, maar op zijn minst kom je meer van elkaar te weten en creëer je meer openheid.

Rineke van Daalen is socioloog aan de Universiteit van Amsterdam.