Er was nogal wat onderzoek van het SCP, CBS en de WRR nodig voordat die conclusie werd getrokken. Ook in het Jaarboek 2020 van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken ‘Streng maar onrechtvaardig’ (onder redactie van Thomas Kampen, Melissa Sebrechts, Trudie Knijn en Evelien Tonkens) trekken meerdere auteurs de conclusie dat rechtvaardigheid in de bijstand grotendeels verdwenen is.
De Participatiewet heeft de tendens tot wantrouwen in bijstandsgerechtigden alleen maar versterkt, waarmee rechtvaardigheid in de vorm van gelijkwaardige participatie van mensen met een uitkering, is ondermijnd. Rechtvaardigheid bestaat volgens de politieke filosofie van Nancy Fraser uit drie dimensies: herverdeling, erkenning en vertegenwoordiging. In ons onderzoek[i] onder bijstandsgerechtigden, klantmanagers, beleidsmedewerkers en een sociaal advocaat zagen we wat er misgaat in het realiseren van die dimensies van rechtvaardigheid.
Voor de herverdeling van werk en inkomen schiet de wet uitdrukkelijk tekort
Voor de herverdeling van werk en inkomen schiet de wet uitdrukkelijk tekort. De tegenprestatie, een centraal principe verankerd in de Bijstandswet, is bedoeld om mensen duidelijk te maken dat ze ‘niets voor niets’ krijgen. Deze echter is zo geformuleerd dat elke sociale dienst die naar eigen goeddunken kan invullen, waardoor bijstandsgerechtigden geen enkel houvast hebben over wat van hen verwacht wordt. In combinatie met sancties voor het niet voldoen aan de tegenprestatie leidt dat tot willekeur, kortingen op de uitkering en dus tot meer armoede in bijstandsgezinnen. Gedwongen acceptatie van werk leidde in sommige gevallen tot wat we ‘dwangarbeid’ zouden kunnen noemen zoals we in Tilburg hebben gezien waar bijstandsgerechtigden werk moesten verrichten in giftige NS-werkplaatsen.
Van herverdeling van inkomen is alleen sprake als ook de meest kwetsbaren in de samenleving tenminste niet onder het armoedeniveau zakken en dat heeft ook de Participatiewet niet voorkomen. Integendeel, volgens alle criteria (SCP, CBS en Europese richtlijnen) is het bijstandsniveau onvoldoende om op gelijkwaardige basis mee te doen in de samenleving; te veel bijstandsgerechtigden zijn aangewezen op de voedselbanken.
Kerstdebat en boekDit artikel is een verkorte en bewerkte versie van het hoofdstuk dat Trudie Knijn en Jing Hiah schreven voor het boek ‘Streng maar onrechtvaardig, de bijstand gewogen’, dat verschijnt als jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Het is nu al mogelijk het boek te bestellen. Het boek is de onderlegger van het kerstdebat over een rechtvaardige bijstand dat het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken op 18 december organiseert met Movisie. |
De strikte interpretatie van de inlichtingenplicht en de kostendelersregeling die in de Participatiewet is verwoord hebben dat probleem vergroot; een volwassen kind of mantelzorger in huis kan – ongeacht hun inkomen – de bijstandsuitkering van huisgenoten reduceren. En één misser in het vermelden van een lening, een onbetaalde oppasklus of een vriendendienst waarvoor je ook betaald had kunnen worden, kan tot kortingen op de uitkering leiden. Niet alle gemeenten zijn even streng maar als je woont in een gemeente die weinig financiële middelen heeft en de Participatiewet naar de letter uitvoert dan ben je echt de Sjaak als het gaat om herverdelende rechtvaardigheid.
Er is nogal eens sprake van miskenning
Erkennende rechtvaardigheid is in het geding als het gaat om de erkenning van de behoeften en mogelijkheden van mensen in de bijstand. Met name bij mensen met een migratieachtergrond – de helft van de mensen in de bijstand – is nogal eens sprake van miskenning. We zagen hoogopgeleide statushouders die richting schoonmaakwerk werden geduwd terwijl ze met één jaar extra opleiding op hun niveau zouden kunnen floreren en een aanwinst voor Nederland hadden kunnen zijn. Door kortingen op het re-integratiebudget hebben gemeenten niet meer de middelen om mensen opleidingen te bieden die hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt vergroten.
Erkennende rechtvaardigheid is vooral een kwestie van het willen begrijpen van waar degene die bijstand ontvangt behoefte aan heeft, maatwerk dus. Klantmanagers die dat begrijpen zeggen dat het lastig is om categorisering te vermijden. Ze krijgen namenlijsten van Roma-families die ze moeten checken, beoordelen - ongewild - bijstandsaanvragers op hun postcode, en doen al dan niet moeite om cliënten de regels van het spel uit te leggen. De Participatiewet biedt te veel mogelijkheden aan gemeenten om wantrouwen, in wat mensen willen en kunnen, de boventoon te laten voeren.
Veel bijstandsgerechtigden begrijpen de regels niet, en krijgen die ook niet uitgelegd
Vertegenwoordigende rechtvaardigheid betekent allereerst dat burgers, en dus ook mensen in de bijstand goed geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten, en goed vertegenwoordigd kunnen worden. We zagen dat dit aspect van rechtvaardigheid ernstig tekortschiet. Veel lager opgeleide bijstandsgerechtigden of nieuwkomers begrijpen de regels van de Participatiewet niet en krijgen die ook niet goed uitgelegd, zodat een overtreding snel is begaan. We zagen bijvoorbeeld dat klantmanagers bijstandsgerechtigden niet informeren over hun rechten, zoals de ontheffing van de arbeidsplicht voor alleenstaande moeders met kinderen onder de vijf jaar.
Wat vooral de vertegenwoordigende rechtvaardigheid aantast is de druk om op de sociale advocatuur te bezuinigen met en beroep op het nu door de PvdA verworpen mensbeeld van zelfredzaamheid.
Terug naar het oorspronkelijke uitgangspunt van de bijstandswet
Kortom, we moeten terug naar het oorspronkelijke uitgangspunt van de bijstandswet zoals CDA-minister Marga Klompé dat ooit verwoordde: het recht op inkomensbescherming voor wie dat nodig heeft en zonder schaamte voor wie er een beroep op moet doen, en ook nog zodanig dat het voldoende is om zich een klein extraatje te veroorloven.
Maar niet naïef, er wordt soms misbruik gemaakt van de bijstand en te veel mensen is het nooit gelukt om uit de bijstand te komen; zij zijn steeds verder in de armoede gezakt. Een wondermiddel is niet voorhanden maar wat mogelijk is moet gedaan worden. Herverdeling door basisbanen voor wie kan en een leefbaar inkomen voor wie niet kan; erkenning op basis van individuele kwaliteiten en aspiraties in plaats van op basis van groepskenmerken, volledige informatieverschaffing in vele talen en bescherming van de sociale advocatuur.
Bovenal, start vanuit vertrouwen, niet vanuit efficiëntie want dat blijkt niet alleen weinig effectief maar ook niet rechtvaardig te zijn.
Trudie Knijn is emeritus hoogleraar Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Jing Hiah is als universitair docent verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam/Erasmus School of Law. Dit is een verkorte en bewerkte versie van het hoofdstuk dat zij schreven voor het boek ‘Streng maar onrechtvaardig, de bijstand gewogen’, dat verschijnt als jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Bestellen kan hier.
Noten:
[i] Ons onderzoek vond plaats in het kader van het internationaal vergelijkende onderzoeksprogramma Towards a European THeory Of juStice and fairness (ETHOS), gecoördineerd door Trudie Knijn en Dorota Lepianka van de Universiteit Utrecht en gefinancierd door het Europese Commissie programma Horizon2020, Grant number 727122
Foto: Jesús Pérez Pacheco (Flickr Creative Commons)