Een andere zorgcultuur? Ontzorgen!

De Zorgagenda van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) inspireerde Jaap van Velzen tot ideeën voor betere zorg. Hij pleit voor meer empathie, meer oplossingen zonder formulieren en stoppen met onnodige zorghandelingen in een cultuur waarin zorgverleners ook fouten mogen maken.

De RVS publiceerde kortgeleden de ‘Zorgagenda voor een gezonde samenleving’. Met drie centrale uitgangspunten, namelijk investeren in onderling vertrouwen, meer aandacht voor verschillen tussen mensen en inzetten op blijvende solidariteit. Deze uitgangspunten zijn vervolgens voorzien van kernopgaven, als basis voor een nieuwe agenda voor een nieuw kabinet.

Het is een intrigerend en aansprekend verhaal. De agenda inspireerde mij ook tot een aantal aanvullingen. Waartoe de RVS ons trouwens zelf nadrukkelijk uitnodigt door op haar website ‘de zorgagenda’ de vraag te stellen: ‘Hoe kunnen we samen de zorg verbeteren?’

Zorg betekent ‘ontzorgen’

Er is het belangrijke besef dat 'zorg' de tegenpool is van ‘zorgeloos’. Waarmee die zorg zich dus zou moeten richten op 'ontzorgen' in plaats van mensen regelmatig te laten verdwalen in het systeemdoolhof dat we blijkbaar hebben gecreëerd. Een voorbeeld hiervan is dat chronisch zieken en gehandicapten elk jaar opnieuw moeten bewijzen dat ze zorg nodig hebben of recht hebben op voorzieningen.

Veel mensen ervaren dat het zorgstelsel, het systeem, ingewikkeld is. Cliënten en naasten zien door de bomen het bos niet meer. Ze weten niet wat er mogelijk is, wat in hun situatie kan en waar ze de informatie daarover kunnen vinden.

Het huidige systeem stigmatiseert, isoleert van andere beleidsterreinen, diagnosticeert mensen tot een label en richt zich nog veel te weinig op preventie of op persoonsgerichte oplossingen. Zo blijkt het voor een gehandicapte heel moeilijk om een persoonlijk aangepast hulpmiddel te kiezen. Want de verstrekker – de gemeente of de zorgverzekeraar – gaat zoveel mogelijk voor standaardvoorzieningen via de eigen gecontracteerde leveranciers. Die bepalen daarmee de standaard. Niet de persoon die het middel moet gaan gebruiken.

De zorgvrager wil gewoon geholpen worden

In samenhang hiermee moeten we stoppen met het indelen van mensen in ‘domeinen’. Zoals het sociaal domein of het zorgdomein. Het zegt de zorgvrager namelijk helemaal niks. Die wil gewoon worden geholpen. Het zijn entiteiten van de ‘professional’ en een kennelijke vrijbrief voor verzuiling. Terwijl onze gezamenlijke leefruimte - waarin we worden geboren, ons leven leiden en uiteindelijk zullen sterven - alle belevingen, rollen, ervaringen en behoeften van mensen omvat om gezond te leven.

Denken in domeinen is dan ook dé hindernis voor integraal beleid. En tegelijkertijd voor preventie en voor een integrale zorgaanpak. Waarin ook wonen, werk, inkomen, onderwijs, mobiliteit, beweging, sociale contacten en nog veel meer ons dagelijks leven mede bepalen. Zo wordt bijvoorbeeld de problematiek van ouderen die vallen op straat vooral aangepakt via cursussen valpreventie. Niet door een optimale inrichting van de openbare ruimte.

In een ‘schuldcultuur’ is geen ruimte voor fouten

Het nog verder dichttimmeren van de zorg met regels, registraties, specialisaties en het inkapselen van de ‘professional’ met risicobeheersing bestendigt vervolgens het imago van de zorgcultuur als een ‘schuldcultuur’. Daarin is geen ruimte voor fouten. Maar als je als zorgverlener geen fouten mag maken, protocollen moet volgen en voortdurend verantwoording moet afleggen, hoe kan je dan nog persoonsgerichte zorg verlenen? Of creatief en scherp genoeg blijven om eigen inzichten te volgen – al dan niet in geval van nood? Of jezelf te verbeteren en te groeien in je vak?

De zorg heeft dan ook meer aan een ‘boetecultuur’. Waarin je na een fout je excuses aanbiedt en opnieuw begint. En heel toevallig hecht de Nederlandse burger, de zorgvrager en zijn familie, nu juist wél aan de boetecultuur. Als er fouten worden gemaakt is hun belangrijkste uitspraak steevast: ‘Als ze nu maar eens hun excuses hadden aangeboden, dan zouden we het af kunnen sluiten en verder kunnen met ons leven.’

Automatismen in de zorg loslaten

In relatie hiermee kunnen we de zorg ook verbeteren door zorgverleners beter te laten nadenken over 'automatismen'. Regelmatig worden er overzichten gepubliceerd van aantallen onnodige zorghandelingen door zorgverleners op elk niveau. Die vinden plaats 'omdat we het gewend zijn' of ‘omdat we niet op de hoogte zijn van hulpmiddelen'.

Het achterwege laten van onnodige zorghandelingen bespaart zorgkosten. Het aanbevelen van hulpmiddelen, zoals voor het aantrekken van steunkousen, of voor het langer zelfstandig blijven wonen, de zogenoemde drempelhulp, maakt een cliënt bovendien minder afhankelijk van zorg en geeft hem meer eigen regie.

Mensen als mensen zien

Tot slot kunnen we de zorg verbeteren door het verlangen van de RVS om mensen als mensen te zien per omgaande om te zetten in beleid met meer empathie, meer oplossingen zonder formulieren en doorverwijzingen en met meer respect, begrip en creativiteit om het leven van mensen dragelijker te maken.

We kunnen de zorg ook verbeteren door de overlevingscapaciteit van mensen om te zetten in een overlevingsinstrumentarium waarmee ze verder kunnen. Nu wordt deze capaciteit van mensen nogal eens verspild aan regels en structuren in plaats van aan het op de persoon gerichte aanleren van (nieuwe) mogelijkheden – overlevingsinstrumentarium – om hun persoonlijke krachten op de meest effectieve manier aan te wenden.

Jaap van Velzen, directeur Brain Management International Vlissingen en deskundige toegankelijkheid. 

Foto: University of Hawaii - West Oahu (Flickr Creative Commons)