Help jongeren de focus op prestaties te relativeren

Van kinderen en jongeren wordt verwacht dat zij 24/7 scoren in een samenleving die weinig houvast biedt. Opvoeders en kinderen worstelen daarmee, maar staan er moederziel alleen voor. Maike Kooijmans betoogt vandaag in haar lectorale rede dat het collectieve kwesties zijn die om een gemeenschappelijke aanpak vragen. En de nadruk op prestaties moet hoognodig gerelativeerd.

Jongeren van vandaag hebben weinig houvast en staan onder forse druk. In de geest van Zygmunt Bauman leven ze in een ‘vloeibare samenleving’: er zijn geen vaste criteria voor hoe ze zich moeten gedragen. De condities waaronder we handelen, veranderen zo snel dat gedrag niet kan consolideren tot gewoontes of routines. De hoge intensiteit en het snelle tempo van veranderingen en de vluchtige relaties in het samenleven die hiermee gepaard gaan, leiden tot onzekerheid, zeker bij opvoeders.

Tegelijkertijd ligt er steeds meer nadruk op presteren: we moeten voortdurend allemaal het beste uit onszelf halen. Door deze toegenomen prestatiedruk staat er bij kinderen en jongeren veel druk op de ketel. Zij moeten 24/7 scoren, offline en online. Jongeren leven voor een belangrijk deel in de virtuele wereld, waar tevens belangrijke socialisatieprocessen plaatsvinden. Via social media lijken zij de onzekerheden in hun leven te willen bedwingen.

Je bent verantwoordelijk voor je eigen succesvolle ik-project

Jongeren hebben daar bovenop ook nog eens te maken met de obsessieve gerichtheid op je goed voelen. Ze krijgen onbewust mee dat ze zich gelukkig moeten voelen of dat in ieder geval moeten uitstralen. Dit is het dominante narratief waaraan zij zich spiegelen.

Veel jongeren raken daardoor verstrikt in hun narcistische ego en succesdepressies liggen op de loer. Wanneer je je niet goed voelt, heb je dat in deze moderniteit aan jezelf te danken. Je bent verantwoordelijk voor je eigen succesvolle ik-project. Iets wat overigens niet alleen voor jongeren geldt.

Opvoeden@all

Welke moreel kompas geven we kinderen mee, in hun zoektocht naar een plek in de wereld? Hoe kunnen zij relaties aangaan in een samenleving die vluchtig is? Hoe om te gaan met winnen en verliezen in onze prestatiesamenleving? Hoe dichten we de ongelijke-kansen-kloof? Hoe kunnen we jongeren met extreme idealen begeleiden, en polarisatie voorkomen?

Voorbeelden van moderne vraagstukken die ons allemaal aangaan, maar die nog vaak op individueel of op gezinsniveau worden bestreden. Dat leidt niet tot structurele oplossingen. Er is een collectieve aanpak nodig, waarbij alle actoren hun krachten zullen moeten bundelen, samen met kinderen en jongeren: opvoeden@all. Er ligt een uitdaging voor opvoeders om ook het virtuele milieu meer te benutten voor het alledaagse opvoeden, al weten we nog weinig over de impact daarvan.

In het onderwijsdomein klinkt het signaal dat ouders meer als partners betrokken moeten worden bij de ontwikkeling van hun kinderen; ook de samenwerking tussen jongerenwerk en onderwijs wordt door de landelijke overheid gestimuleerd. Samen opvoeden is bovendien een veelgehoorde kreet in het sportdomein, en in de wijkteams die in nagenoeg alle gemeenten operationeel zijn. En ook in de jeugdzorg klinkt al jaren de noodkreet dat de samenwerking tussen ouders en pleegouders en professionals beter zou moeten, maar ook tussen instituties. We hebben het in ons jargon wel over ‘ketenaanpak’, integrale zorg en passend onderwijs voor onze jeugd, maar in de praktijk komt daar nog te weinig van terecht.

Juist het relativeren van prestaties heeft een corrigerend effect

Mijn hypothese is dat ouders en pedagogische professionals het huidige neoliberale discours kunnen corrigeren door de focus op topprestaties en uiterlijk vertoon te relativeren en te begrenzen.

Niet het aanvullen of opkrikken van deficiënties door nog meer talentprogramma’s (voor kinderen die onderpresteren) heeft een corrigerend maatschappelijk effect, maar juist het relativeren van competities, selecties en prestaties in de reguliere instituties voor onderwijs en vrije tijd. Het helpt als pedagogen ophouden iedereen met iedereen te vergelijken, zodat kinderen mogen worstelen met onzekerheid en met gevoelens van teleurstelling. En dat ze sport en cultuur beoefenen niet vanwege de prestaties maar omdat ze er plezier aan beleven en zo zichzelf kunnen vormen.

Het gaat er in de kern om dat kinderen en jongeren zich kunnen verbinden met zichzelf en anderen en dat ze hulpbronnen kunnen aanboren om zichzelf steviger in de wereld te zetten. Jeugdprofessionals kunnen hierbij fungeren als sociaal cement, door samen met hen een positief netwerk op te bouwen, van peers en belangrijke anderen die hen kunnen stimuleren en steunen.

Appel doen op politici en beleidsmakers

We moeten als opvoeders nieuwe pedagogische allianties smeden en ons collectief verantwoordelijk maken voor de toekomst van onze jeugd. We zullen daarbij ook een appel moeten doen op bestuurders, beleidmakers en politici, want het doorbreken van een prestatie-gedreven opvoedklimaat – dat niet tot inclusie leidt – lukt binnen de meeste pedagogische praktijken niet op eigen kracht.

Daar zijn stevige debatten, actiebereidheid, hervormingen en wellicht ook wetgeving voor nodig. Het vraagt tevens om voldoende financiële armslag, want als de overheid blijft bezuinigen op pedagogische arrangementen zoals jongerenwerk en op kunst- en cultuurparticipatie, dan heeft de beweging van samen opvoeden weinig kans van slagen.

Maike Kooijmans is lector Opvoeden voor de toekomst bij Fontys Hogeschool Pedagogiek. Dit artikel is gebaseerd op haar lectorale rede ‘Opgroeien en opvoeden in vloeibare tijden’, uitgesproken op 20 september 2018.

Foto: Gabby Orcutt via Unsplash