Hoe mantelzorg effect heeft op werk

De overheid streeft naar meer arbeidsdeelname én wil dat mensen onbetaalde hulp aan zieke naasten verlenen. Dat kan elkaar in de weg zitten, met name bij intensieve zorg, toont onderzoek van Alice de Boer, Edith Josten en Ellen Verbakel.

Een belangrijke uitdaging voor de toekomst ligt in de toename van het aantal mensen dat werk en mantelzorg combineert. Het RIVM (2021) heeft berekend dat het aantal werkenden met mantelzorgtaken gaat stijgen, van 1,8 miljoen in 2020 naar 2,1 miljoen in 2040. Mogelijk zullen zij ook vaker intensieve zorg moeten geven of voor meerdere mensen moeten zorgen. Dit komt doordat er meer behoefte ontstaat aan mantelzorg door de vergrijzing en doordat de arbeidsdeelname van de groepen die van oudsher vaak mantelzorg verlenen – vrouwen en ouderen – verder zal groeien.

Vooral vrouwen zullen vaker dan nu het geval is werk en mantelzorg gaan combineren. Beide domeinen zullen dan ook steeds vaker gaan trekken aan de schaarse tijd van mensen. In het coalitieakkoord van het kabinet en het recente arbeidsmarktbeleid is echter nog weinig oog voor een oplopende spanning tussen werk en mantelzorg.

Combineren van werk en mantelzorg

Zeker in vergelijking met andere westerse landen mag verondersteld worden dat de mogelijkheden om werk en mantelzorg te combineren in Nederland goed zijn. In de Nederlandse ‘deeltijdcultuur’ is deeltijdwerk geaccepteerd en toegankelijk. Elke werknemer heeft het wettelijke recht om een vermindering van zijn of haar werktijden te vragen. Werkgevers mogen zo’n verzoek alleen weigeren bij zwaarwegend bedrijfsbelang. Deeltijdwerkers hebben ook recht op hetzelfde uurloon als vergelijkbare voltijdse collega's in dezelfde baan, wat in de landen om ons heen vaak niet het geval is.

In deeltijd werken en inkorting van de werkweek kunnen dan ook als oplossingen worden gezien voor werknemers die knelpunten ervaren bij het afstemmen van werk en zorgtaken. Heeger en Koopmans (2018) noemen dit ook wel ‘het ventiel’ voor de toenemende combinatiedruk in de samenleving.

Meer langdurig verzuim

Toch is het combineren van werk en mantelzorg ook in Nederland soms lastig. Werk en mantelzorg leidt allereerst tot meer langdurig verzuim van werknemers. Uit ons onderzoek blijkt dat het starten met mantelzorg het risico op langdurig werkverzuim (verzuim van minstens twee weken) verhoogt, zowel bij mannen als vrouwen.

Ziekteverzuim is kostbaar: een dag uitval kost een werkgever al snel 250 euro

Dat is uiteraard voor werknemers een probleem, maar ook voor werkgevers. Ziekteverzuim is namelijk kostbaar: een dag uitval kost een werkgever al snel 250 euro. Het verzuim kan ook de productiviteit van bedrijven verminderen, als de werknemer niet kan worden vervangen of een tijdelijke vervanging niet te vinden is.

Dit hogere verzuim laat zien dat mantelzorgtaken niet altijd goed te combineren zijn met betaald werk. Dit kan komen doordat beide taken samen een te grote belasting vormen voor werkenden. Maar het kan ook liggen aan de gezondheidsproblemen van de naaste op zich, bijvoorbeeld aan het verdriet over diens ziekte, wat losstaat van iemands inzet als mantelzorger.

Minder werken door vrouwen

Een tweede risico van werk en mantelzorg is dat werkenden minder gaan werken om beide taken te kunnen combineren. Onze cijfers laten zien dat vrouwen die met intensieve mantelzorg begonnen (meer dan vier uur per week), bovengemiddeld vaak minder uren gingen werken. Vrouwen die met niet-intensieve mantelzorg startten, wat de vaakst voorkomende vorm van zorg was, deden dat niet.

Minder werken kan voor individuele werkende mantelzorgers een passende oplossing zijn

Waar het aandeel vrouwen dat de werkweek inkortte 12 procent bedroeg onder niet-mantelzorgers en 15 procent onder degenen die niet-intensieve zorg waren gaan verlenen, was het 19 procent onder vrouwen die waren gestart met het bieden van intensieve mantelzorg. We vonden geen verhoogde arbeidsduurinkorting onder mannen die gingen mantelzorgen.

De strategie om minder te gaan werken kan voor individuele werkende mantelzorgers een passende oplossing zijn om beide taken te kunnen blijven vervullen. Maar het kan op lange termijn ook risicovol zijn. Een daling van werkuren kan de opbouw van menselijk kapitaal en kansen op promotie op het werk beperken. Daarnaast wordt de pensioenopbouw aangetast door een (tijdelijke) reductie van werkuren of zelfs terugtrekking van de arbeidsmarkt.

Op samenlevingsniveau betekent een verminderde arbeidsmarktparticipatie dat de welvaartstaat onder druk komt te staan door achterblijvende premies en belastingen. Bovendien wordt de krapte in maatschappelijke sectoren erdoor verder versterkt.

Waarom mannen niet minder gaan werken

Waarom bij mannen werkvermindering door mantelzorg minder vaak voorkomt dan bij vrouwen is uit ons onderzoek niet af te leiden. Een mogelijke verklaring kan zijn dat mannen vergeleken met vrouwen andere strategieën dan werkvermindering toepassen, zoals vaker een dag vrij nemen of afspraken maken met de leidinggevende.

De cijfers laten zien dat werkenden intensieve zorgtaken er niet even bij doen

Een alternatieve verklaring kan zijn dat genderspecifieke rolverwachtingen in onze samenleving hierbij een rol spelen. Als mantelzorg sterker geassocieerd wordt met vrouwen en bij het verdienen van het huishoudinkomen aan mannen wordt gedacht, dan zijn mannen wellicht minder geneigd om hun werkrol te reduceren, terwijl vrouwen meer ruimte of druk voelen om dit wel te doen.

Tijd voor maatschappelijke discussie

De onderzoeksuitkomsten roepen de vraag op wat het betekent voor burgers als er tegenstrijdige eisen aan hen worden gesteld.

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen mantelzorg en werk zodanig combineren en volhouden dat we als samenleving tegemoet kunnen komen aan een grotere zorgvraag (gezien de vergrijzing) en aan de grotere arbeidsinzet die van mensen wordt gevraagd? De cijfers laten zien dat werkenden intensieve zorgtaken er niet even ‘bij’ doen, omdat het tot uitval leidt en het tekort op de arbeidsmarkt niet verkleint, maar juist kan vergroten.

Als mensen te zwaar belast worden, wie betaalt dan de prijs?

In de toekomst zal meer van hulpvaardige werkenden worden gevraagd, maar onduidelijk is hoe ver de grenzen zullen opschuiven. Stijgt vooral het aantal werkenden dat een paar uur per week mantelzorg verleent? Of zullen werkende mantelzorgers ook vaker intensieve zorg of zorg aan meerdere mensen geven? En als mensen te zwaar belast worden, wie betaalt dan de prijs? Zijn dat de werkenden zelf, hun families, de personen die zij verzorgen, werkgevers, gemeenten of de samenleving als geheel?

Omdat de rijksoverheid voor zowel werk als mantelzorg doelstellingen formuleert, is het ook aan de overheid om op dit punt een proactieve houding en wellicht zelfs een regierol op zich te nemen. De tijd lijkt rijp voor een maatschappelijke discussie over wat we mogelijk en wenselijk vinden rondom het vraagstuk van arbeid en mantelzorg. Dat kan helpen om tot realistische doelstellingen te komen over wat je van mensen kunt verwachten.

Alice de Boer en Edith Josten werken als onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Alice de Boer is daarnaast bijzonder hoogleraar sociale ongelijkheid en informele hulp aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Ellen Verbakel is hoogleraar Algemene en Theoretische Sociologie aan de Radboud Universiteit. Deze bijdrage is gebaseerd op hun studie ‘A longitudinal study on the consequences of the take-up of informal care on work hours, labour market exit and workplace absenteeism due to illness’, 2022.

 

Foto: Pavel Danilyuk via pexels.com

Bronnen

Referenties

Heeger, S., & Koopmans, I. (2018). De facilitering en toerusting van de werkende mantelzorgers in Nederland en Duitsland. In: Pennings, F., Plantenga, J. (red.). Nieuwe vormen van arbeidsrelaties en sociale bescherming, p. 143-162.

Plaisier, I., De Boer, A., & De Klerk, M. (2017). Genderverschillen in gebruik van strategieën op het werk door mantelzorgers. Tijdschrift voor Genderstudies, jg. 20, nr. 2, p. 147-163.

Vos, E., Proper, K., Hilderink, H., Van der Beek, A., & De Bruin, S. (2021). Werkende mantelzorgers van ouderen; verkenning van hun toekomst en hun ondersteuningsbehoeften. RIVM.

Dit artikel is 2661 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (3)

  1. Dat het crisis is en blijft voorlopig in de zorg is duidelijk. Daar is geen studie voor nodig omdat te zien en te gaan ervaren. Dat kinderen voor hun ouders zorgen helemaal oke, maar de moeders lees vrouwen hebben zowel voor hun zonen en dochters gezorgd. Dus is Mantelzorg ook voor beide partijen. Arme ik met twee zonen, de buurman en buurvrouw krijgen de zorg voor hun eigen ouders dus ojee dag met de emancipatie. De jongetjes mogen werken de meisjes moeten zorgen?????

  2. Zorg als overheid dat werkgevers de ruimte bieden aan werknemers om hun mantelzorgtaken te kunnen uitvoeren. Flexibel werken en thuiswerken kan bijdragen aan een betere balans, maar ook aandacht vanuit de werkgever voor de situatie is helpend en het meedenken in oplossingen. Het jaarlijks complimentje door de overheid is niet voldoende. Zorg als overheid voor het zichtbaar maken van mantelzorg als onderdeel in de samenleving en door is veel werkende vrouwen, mannen en kinderen iedere dag wordt gedaan.

  3. Op wie zijn deze studies gericht?
    De 1990 maatregel liet ons weten als vrouw “gok niet op afhankelijkheid”
    De gezinstoeslag kwam te vervallen
    Voor jongens en meisjes van 18+.
    Zorgen voor jezelf is een must.
    Kun je dat niet goed, kun je het ook niet voor een ander.
    Mantelzorgverlof zou ook een optie zijn.
    In deeltijd werken gaat je geld kosten.
    De sociale premies gaan dan omhoog netto minder en ook je pensioen wordt minder.
    Ik heb mijn leven lang gezorgd.
    Worden mijn kinderen nu ook beloond omdat ze voor mij zorgen?
    Hier is nog geen wetgeving voor.
    Tijd dat daaraan gewerkt gaat worden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.