INTERVIEW Roel in ’t Veld over groeiende schuldproblematiek: ‘VNG en anderen blijven verschrikkelijk in gebreke’

‘Een onbemind probleem’ heet de voorstudie die Roel in ’t Veld met anderen maakte naar de snelle groei van problematische schulden. In ’t Veld pleit voor de certificering van instellingen die zich bezig houden met schuldhulpverlening, een moratorium voor schuldenaars van onbepaalde duur en afschaffing van de voorrangspositie van de overheid als schuldeiser. ‘De overheid zelf is een voorname veroorzaker van schulden.’

Roel in ’t Veld vertelt dat hij zich sinds 2010 bezighoudt met de groeiende schuldenproblematiek. ‘Wijkagent Bennie Beuvink benaderde mij voor een zogeheten Doetank over “slimmer innen”.  We spraken met beleidsambtenaren en directeuren van allerlei departementen. De overheid is totaal onverenigd op dit punt, departementen en uitvoeringsorganisaties hebben niks met elkaar. Ik constateerde dat wat ik ook probeerde ik er helemaal niets mee opschoot. Daarom stelde ik staatssecretaris Klijnsma voor om een voorstudie te doen voor een maatschappelijke kostenbaten-analyse van het schuldenprobleem.’

‘Staatssecretaris Klijnsma vond ons voorstel eerst maar “moeilijk”. Ze wilde wel iets doen, maar alleen als ik er steun voor kreeg van Kamerleden. Die kwam via de motie van Keklik Yücel (PvdA). Uiteindelijk moest het rapport in oktober 2016 klaar zijn. Vorige week stuurde Klijnsma een brief aan de Kamer, maar die is buitengewoon onbestemd. De staatssecretaris is vaag over wat er verder met het vooronderzoek moet gebeuren.’

Roel in ’t Veld (75) was in de jaren tachtig directeur-generaal bij het ministerie van Onderwijs. Hij was korte tijd staatssecretaris voor Onderwijs en vervulde een reeks hoogleraarschappen in onder meer Bestuurskunde, Organisatiekunde en Management van het Openbaar Bestuur. Sinds 2014 is hij adviseur bij de Kwink Groep. In ’t Veld schreef de voorstudie ‘Een onbemind probleem’ samen met Jakar Westerbeek en Rob Winters.

 

Overheid is voornaamste veroorzaker van schulden

Roel in ’t Veld schrijft de snelle groei van het aantal mensen met problematische schulden vooral toe aan het toeslagenstelsel. ‘De overheid zelf is een voorname veroorzaker van schulden. In het toeslagenstelsel is de positie van de mensen met de minste competenties het meest labiel. Stel dat je vanwege een laag inkomen vier toeslagen krijgt, voor de zorg, huur, kind en kinderopvang. Dat krijg je in de vorm van voorschotten, die gebaseerd zijn op een schatting van je inkomen in het komende jaar. Als je in juli van dat jaar een meevaller krijgt, gaan de voorschotten omlaag en volgen er terugvorderingen. Dan heb je ineens vier schulden, terwijl je het water toch al aan de lippen stond want anders kreeg je die toeslagen niet. Voor deze mensen is dat meteen een ramp. Bij de Belastingdienst is niemand zich van de gevolgen voor deze mensen bewust, het gaat allemaal via de computer. Het is anonieme wreedheid.’

‘Het toeslagenregime is een van de redenen waarom schulden problematisch worden. Wij hebben ervoor gepleit om het systeem stabieler te maken door de toeslagen te baseren op het inkomen van twee jaar eerder. En als iemand in een jaar meer gaat verdienen, hoe erg is het dan dat de overheid iets te veel geeft? Als de overheid met multinationals afspraken maakt over hun belastingafdrachten staat men ook niet achteraf te klagen.’

‘Ambtenaren bij Financiën reageren bezorgd als je de consequenties schetst voor mensen met een laag inkomen. Alleen, ze kunnen er niets aan doen, want het hele toeslagensysteem is politiek buitengewoon zwaar beladen. Er is al een staatssecretaris voor weggestuurd.’ (Frans Weekers, staatssecretaris van Financiën, trad in 2014 af vanwege achterstanden bij het verstrekken van toeslagen.)

Gecertificeerde schuldhulporganisaties

In ’t Veld pleit voor een landelijk stelsel van kwaliteitszorg. ‘Meer toegespitst is ons voorstel om een kwaliteitsstelsel in te richten dat gemeentelijke schuldhulporganisaties kan certificeren. Zo’n certificerend expertisecentrum werkt op basis van een professionele standaard die niet onderhevig is aan de beleidsvorming van afzonderlijke gemeenten. Gemeenten krijgen dan bevoegdheden, bijvoorbeeld om een moratorium toe te kennen, als ze gecertificeerd zijn. Schuldhulpverleners of ambtenaren krijgen dan de bevoegdheid om schuldeisers te overrulen als de gemeente of schuldhulpinstantie gecertificeerd is. Ook rijkscrediteuren zoals de toeslagverleners.’

Adempauze bij schuldinning

Ook pleit hij voor invoering van een moratorium (‘adempauze’) van onbeperkte duur bij de invordering van schulden, waarbij alleen de gecertificeerde instanties de bevoegdheid krijgen om deze toe te kennen. ‘Ons voorstel is om een gecertificeerde instelling te laten beslissen over overheidsvorderingen. Daarvoor is het ook nodig dat de preferente positie van overheidsinstanties bij de schuldinvordering verdwijnt.’ Met zijn analyse sluit In ’t Veld aan op het recente pleidooi voor systeeminnovatie van Roeland van Geuns en Mirre Stallen.

Maak de premier verantwoordelijk voor schulden

De acties van de overheid zijn nu vaak ongecoördineerd. ‘Mensen met weinig competenties hebben met alles problemen. De overheid laat zich daarbij van haar meest onbarmhartige kant zien. De staatssecretaris zegt dat haar mogelijkheden als coördinerend bewindspersoon begrensd zijn. Het schuldenprobleem moet dan ook de verantwoordelijk worden van de minister-president. Wat mij betreft zou dat zo in het nieuwe regeerakkoord moeten komen: de minister-president voelt zich verantwoordelijk voor de coördinatie van beleid voor groepen die de competenties missen zichzelf te verdedigen.’

VNG en NVVK hebben hun informatie niet op orde

Brancheorganisaties als de VNG en NVVK hebben geen poging gedaan hun informatievoorziening rond de schuldhulpverlening op orde te krijgen. ‘De cijfers die de NVVK noemt zijn welbeschouwd nergens op gestoeld, omdat gemeenten niet uitgaan van gelijkluidende definities, bijvoorbeeld wanneer de  schuldhulp begint. De VNG heeft er niet voor gezorgd dat we weten wat het collectief van gemeenten aan schuldhulp doet. De enigen die hun informatie op orde hebben zijn het Bureau WSNP en vrijwilligersorganisaties als Schuldhulpmaatje en Humanitas.’

Volgens In ’t Veld is onduidelijk hoeveel gebruikers zich melden bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. ‘Volgens de NVVK melden zich zo’n 100.000 gezinnen voor schuldhulp, maar ik denk dat er zo’n 30.000 echt worden geholpen. We weten dat niet zeker, want veel gemeenten hanteren categorale weigeringsgronden. De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening hanteert zelf ook weigeringscategorieën, waaraan sommige juristen het idee ontlenen dat de gemeenten bepaalde categorieën mogen weigeren. Schuldhulp weigeren is totaal in strijd met de algemene zorgplicht van gemeenten.’

Klijnsma zegt keer op keer dat gemeenten die uitsluitingsgronden niet mogen hanteren.
‘Maar ze doet er niets aan, terwijl ze al die verordeningen kan vernietigen. De regering kan verordeningen die in strijd met de wet zijn nietig verklaren. Ik ben kwaad over het slecht functioneren van het bestel, omdat mensen die zich niet kunnen verdedigen hier het slachtoffer van worden.’

U heeft geen beeld hoe gemeenten presteren op de schuldhulpverlening?
‘Brancheorganisaties als de VNG blijven verschrikkelijk in gebreke als het gaat om de informatievoorziening. De VNG laat het over aan de NVVK en de NVVK is als een slager die zijn eigen vlees keurt. Ze zijn de directeuren van de kredietbanken en de schuldhulp, en dus onderdeel van de gemeenten. Onbehoorlijke praktijken, zoals gemeenten die categorieën hulpvragers weigeren,  behoren door naming and shaming keihard aan de kaak te worden gesteld.’

Het is dus niet alleen een onbemind probleem maar ook een onbekend probleem?
‘Iedereen wist dat er eenduidige definities van schuldhulpverlening nodig zijn, dat er goede databases nodig zijn en er een kwaliteitssysteem tot stand gebracht moet worden. Dat is in de schuldhulpverlening niet gebeurd. De nieuwe voorzitter van de NVVK, Marco Florijn, riep het kabinet op meer te gaan doen. In plaats van dat hij aangeeft wat hij met zijn branche gaat doen. Dat was weer een potje zwarte pieten naar de ander toe. De partijen moeten eens ophouden te vertellen wat de ander moeten doen. ‘

U windt zich op over de preferente positie van de overheid als schuldeiser. Bestaat er in Den Haag bereidheid om dat te veranderen?
‘Ik zie wel beweging, de awareness van het probleem neemt toe. Uit de nieuwe brief van de staatssecretaris zie je dat er een breed scala aan activiteiten wordt ontwikkeld. Bij de overheid zou het bewustzijn moeten ontstaan dat de uitdijende complexiteit van de staat per definitie de zwaksten treft. Nu wordt de onbarmhartigheid van het rijk voor een deel gecompenseerd door de barmhartigheid van schuldhulpverleners. Een deel van de staat moet dus oplossen wat een ander deel veroorzaakt. Dat is toch idioot.’

Gisteren verscheen ‘Eenvoud loont. Oplossingen om schulden te voorkomen’ van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De RVS stelt eveneens dat de oorsprong van escalatie van schulden bij de overheid ligt. De raad pleit onder andere voor het afschaffen van het toeslagenstelsel en het vereenvoudigen van inkomensvoorzieningen. U krijgt gelijk.
‘Het advies van de RVS heeft dezelfde toon als onze studie. Preventie is heel nuttig, maar ook moeilijk. Wij mikken daar uitdrukkelijk op door te pleiten voor de samenwerking van vrijwilligersorganisaties met gemeenten. Adequate vroegsignalering vergt ook samenwerking van crediteuren als corporaties, verzekeraars, energieleveranciers, en natuurlijk gemeenten, die vaak moeite hebben met interne coördinatie. Ook wij stellen voor oninbare rijksvorderingen af te schrijven en wijziging van het toeslagenstelsel zodat terugvordering een uitzondering wordt.’

Martin Zuithof is freelance journalist.

Roel in ’t Veld, Jakar Westerbeek en Rob  Winters, ‘Een onbemind probleem. Voorstudie maatschappelijke kosten-batenanalyse schuldenproblematiek’

Foto: Nick Klein (Flickr Creative Commons)