Luiheid is essentieel voor de invulling van een goed leven

Wie luiheid als een deugd leert beschouwen, begrijpt dat het irrelevant is voor zijn geluk en welzijn dat de buren een nieuwe auto hebben of op wintersport gaan. Johan Braeckman houdt een pleidooi voor luiheid als onderdeel van een goed leven in ons jachtige, altijd op meer beluste wereldje.

Luiheid wordt niet echt als een deugd beschouwd, dat wil zeggen lui zijn is geen ethisch aanvaardbare manier van handelen of leven. Wie synoniemen wil vinden voor luiheid stoot op vadsig, werkschuw, gemakzuchtig, luiwammes, lapzwans, lanterfant, leegloper, nietsnut, lamzak, uitvreter… Dat klinkt allemaal niet positief, zelfs niet als geuzennaam. Wie zijn reputatie hoog wil houden, vermijdt het beste de associatie met dergelijke woorden.

Velen gaan er in onze tijd van uit dat hard werken automatisch en intrinsiek deugdzaam is. Iemand kan meerdere gebreken hebben, maar als hij een harde werker is, dan is er veel vergeven. Maar wil dat zeggen dat hard werken een essentieel onderdeel vormt van het goede leven?

Leren van jager-verzamelaars

Van jager-verzamelaars weten we dat ze niet hard werkten, zeker niet in vergelijking met hedendaagse mensen in geïndustrialiseerde landen. Zij beschouwden het vergaren en klaarmaken van voedsel en de andere taken die ze uitvoerden ook niet als ‘echt’ werk en vonden het over het algemeen prettig om te doen. Ze haalden fierheid uit wat ze deden en hadden een directe band met het resultaat (een gevangen dier, verzameld voedsel). Ze hadden tijd om met de kinderen te spelen, ze wisten zich omringd door vrienden en familie, ze waren er voor elkaar.

Natuurlijk moeten we niet romantiseren: de levensverwachting was korter, er waren soms uitbarstingen van geweld, kinderen overleden aan wat voor ons makkelijk te behandelen aandoeningen zijn. Maar het zou arrogant en dwaas zijn te menen dat we niets kunnen leren van hun manier van leven. Er stonden waarden centraal in hun levenswijze die bij ons onder druk staan: solidariteit, samenwerking, altruïsme, traditie, duurzaamheid, bezittingen delen, kameraadschap, erbij-horen, onbekommerdheid, plezier maken en tevredenheid.

Het is bovendien ook niet meteen duidelijk dat de voordelen van onze moderne samenleving voornamelijk te danken zijn aan ons opgefokte arbeidsethos. Daartegenover staat dat de nadelen onmiskenbaar zijn, denk aan stress-gerelateerde aandoeningen; burn-outs; negatieve competitiviteit (want collega’s zijn steeds meer concurrenten); slaaptekort; te weinig tijd voor de kinderen; minder contact met familie en vrienden; een toename van depressies; steeds meer mensen met foute eetgewoontes (want geen tijd voor slow food) en vervreemding van zowel de arbeid als van het resultaat ervan.

Arbeid als bron van geluk

Toch kan arbeid een bijzondere bron van menselijk geluk zijn, mits de gestelde doelen duidelijk en haalbaar zijn; collega’s mensen zijn met wie men samenwerkt en niet moet concurreren; men samen naar eenzelfde doel kan toewerken; er geen vervreemding van het eindproduct of de technologie ontstaat; en er een redelijke kans is tot het ervaren van flow – het ervaren van geluk door de intensiteit van een activiteit die als positief wordt ervaren (Mihaly Csikszentmihalyi).

Een meerderheid van de werkende mensen herkent zich niet in deze positieve beschrijving van arbeid. Velen zijn langdurig ziek, hebben het gevoel het werk niet aan te kunnen en ervaren geen fierheid over hun prestaties. Het ontbreekt ze echter aan een alternatief, omdat het leven duur is en er statussymbolen aangekocht en afbetaald moeten worden.

Eén op de drie werknemers vindt werk niet zinvol

Een studie uitgevoerd door de Antwerpse Management School laat zien dat minstens één op drie Vlaamse werknemers zijn werk niet zinvol vindt. In acht genomen het grote belang van zinvol werk om een betekenisvol leven te leiden, is dit een hallucinant cijfer. Wat weerhoudt mensen ervan om een saaie en betekenisloze job te laten voor wat hij is en op zoek te gaan naar iets anders en beter? Het is moeilijk om er precies de vinger op te leggen, maar angst speelt ongetwijfeld een belangrijke rol.

Verlamd door een onbestemde angst

De samenleving, ondanks de recente terreuraanslagen, is veiliger dan ooit. Niettemin maken mensen zich steeds meer zorgen over ouder worden, maatschappelijke diversiteit en over ziekte en gezondheid. Een job, ook al is hij saai en onbevredigend en brengt hij meer stress dan flow teweeg, biedt een vorm van zekerheid. Hiervoor wisselen we creativiteit in, verlamd als we zijn door een onbestemde angst. Angst jaagt ons bovendien op kosten, zowel persoonlijk als maatschappelijk, zie bijvoorbeeld de toename van de aankoop van alarminstallaties en de politieke investeringen in politie- en andere veiligheidsdiensten.

Het is niet eenvoudig om authentiek lui te zijn

Naast angst zijn er meerdere valkuilen waar iemand die naar luiheid streeft kan intuimelen. Het is niet eenvoudig om authentiek lui te zijn. De mens is kwetsbaar voor bijvoorbeeld het ‘keeping up with the Joneses’-syndroom: we meten onze levenskwaliteit af aan die van de buren, de familie en collega’s. Als de buren een nieuwe auto hebben, kunnen we niet achterblijven of onderdoen.

Maar wie luiheid als een deugd leert beschouwen, begrijpt dat het irrelevant is voor zijn geluk en welzijn dat de buren een nieuwe auto hebben, op wintervakantie gaan of in een groter huis wonen. De authentieke luierik weet ook dat ‘opzichtige consumptie’ (Veblen, 1899), die dient om een superioriteitsgevoel uit te stralen en status te etaleren, overbodig is voor de invulling van een goed leven.

De luierik werkt met een hark

De luierik, ten slotte, begrijpt het onderscheid tussen werktuigen die passen bij de filosofie van het lui-zijn en technologische apparaten die er de antipode van zijn. Om een simpel voorbeeld te geven: een hark is het favoriete werktuig van de luierik. Het bij elkaar vegen van de gevallen bladeren met een hark gaat traag en de wind maakt het soms noodzakelijk om te herbeginnen. Wie niet lui wil zijn, schaft zich een bladblazer aan. Dat gaat zoveel sneller, waardoor er tijd vrijkomt om aan andere, ogenschijnlijk nuttiger taken te besteden.

De luierik speelt dit spel niet mee. Hij weet dat de ouwerwetse hark superieur is aan de hightech bladblazer. Het gebruik van die laatste verplicht degene die ermee werkt tot het dragen van oorbeschermers en irriteert de buren. Wie de bladeren bijeenharkt, irriteert niemand en staat open voor een gesprek met een bezoeker of voorbijganger. Het gaat allemaal stiller, rustiger en trager en maakt het hoofd leeg, en dat is net wat de luiaard eraan apprecieert. Van harken kan men rustig en vrolijk worden, van bladblazen zenuwachtig en gestresseerd.

Johan Braeckman is hoogleraar Wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Persoonlijke website: www.johanbraeckman.be. Een langere versie van dit artikel verscheen eerder in het tijdschrift Oikos, 2016.

 

Referenties

Veblen, T. (1994). The Theory of the Leisure Class. Dover.

 

Foto: ebrkut (Flickr Creative Commons)