Meer aandacht en steun voor mantelzorgers met migratieachtergrond

Mantelzorgers met een migratieachtergrond zijn vaker overbelast. Menal Ahmad onderzocht in het kader van haar promotieonderzoek hoe dit komt en welke ondersteuning zij nodig hebben. Haar advies: probeer in ieder geval geen aannames te doen over culturele verschillen.

Mantelzorgers zijn onmisbaar binnen de samenleving en dit zal in de toekomst alleen maar meer worden. Om overbelasting bij mantelzorgers te voorkomen, is het noodzakelijk dat zij op een passende manier ondersteund worden. Dit geldt zeker voor mantelzorgers met een migratieachtergrond die zorg geven aan een ouder familielid. Deze groep geeft gemiddeld langer en intensievere zorg dan mantelzorgers uit de meerderheidspopulatie (De Boer et al., 2021). Hierdoor zijn zij vaker overbelast (De Boer et al., 2021; Van Wieringen & Grondelle, 2014).

Je bent dan ‘een betere dochter’ of ‘een betere gelovige’

Vanuit de praktijk en wetenschap is nog te weinig aandacht voor de ervaringen en behoeften van deze mantelzorgers. Bovendien worden mantelzorgers en families met een migratieachtergrond vaak gedefinieerd aan de hand van culturele verschillen, waardoor de complexiteit van de zorg over het hoofd wordt gezien.

De morele kant van mantelzorg

In het kader van mijn promotieonderzoek interviewde en observeerde ik mantelzorgers met een migratieachtergrond die zorgen voor een ouder familielid met dementie (Ahmad, 2022). Hieruit komt naar voren dat hun mantelzorgrol ontstaat vanuit twee morele opvattingen. Het geven van zorg vanuit liefde voor je ouders en het geven van zorg vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel. Beide opvattingen zijn al aanwezig binnen gemeenschappen, maar door gendernormen geeft vaak slechts één vrouw binnen een gezin hier gehoor aan. Dat is meestal een (schoon)dochter of de echtgenote van de zorgontvanger.

Familieleden die minder betrokken zijn, onderschatten vaak de zwaarte van de zorg, omdat ze de zorgontvanger minder vaak zien. Dit bemoeilijkt gesprekken over de zorgtaken. Om te kunnen omgaan met een ongelijke verdeling van de zorgtaken wordt de mantelzorgrol afgezet tegen familieleden die geen zorg geven. Je bent dan bijvoorbeeld ‘een betere dochter’ of ‘een betere gelovige’ dan familieleden die geen gehoor geven aan morele opvattingen over zorg.

Zorgprofessionals ervaren handelingsverlegenheid door een vermeend gebrek aan culturele kennis over ‘de ander’

Dat is een manier van overweg kunnen met gevoelens van overbelasting en van teleurstelling in familieleden die geen zorg geven. Met een of beide morele opvattingen in gedachten wordt het geven van zorg dus langzaamaan een deel van de identiteit van de mantelzorger. Dat geeft een gevoel van trots en kracht om de zorg te geven.

Persoonlijke achtergrond speelt ook mee

Om de ervaringen van mantelzorgers te begrijpen is het belangrijk om, naast de morele kant van mantelzorg, ook zicht te krijgen op de verwevenheid van verschillende lagen van iemands identiteit. Ik deed dat door te vragen naar de levensverhalen en zorgervaringen van mantelzorgers.

Hieruit bleek dat met name de migratiegeschiedenis en sociale klasse waarin iemand is opgegroeid van belang zijn bij mantelzorgervaringen. Een mantelzorger die bijvoorbeeld op latere leeftijd naar Nederland migreerde uit een omgeving waarin onderwijsmogelijkheden beperkt waren, zal er langer over doen om de weg naar formele ondersteuning te vinden dan een mantelzorger die op jonge leeftijd naar Nederland kwam en de mogelijkheid had om te studeren. Bij het bieden van ondersteuning is het belangrijk om hier rekening mee te houden.

De zorgtaken komen vaak terecht bij één persoon in de familie

Wat dit in de praktijk betekent, verschilt per mantelzorger omdat ook andere aspecten van iemands identiteit van invloed zijn op z’n ondersteuningsbehoeften. Denk bijvoorbeeld aan iemands positie binnen het gezin, de aan- of afwezigheid van sociale netwerken, en wat voor rol religie speelt in iemands leven.

De ‘onbegrijpelijke ander’

Bij mantelzorgers met een migratieachtergrond wordt echter nog onvoldoende rekening gehouden met deze morele en identiteitsaspecten. Als deze groep geen gebruikmaakt van formele ondersteuning of wanneer het contact stroef verloopt, relateren zorgprofessionals dit te snel aan culturele verschillen. Er wordt dan een vergelijking gemaakt met mantelzorgers die geen migratieachtergrond hebben met wie het leggen van contact vaak gemakkelijker gaat.

Deze manier van denken leidt ertoe dat mantelzorgers met een migratieachtergrond gezien worden als ‘de onbegrijpelijke ander’. Door een vermeend gebrek aan culturele kennis over ‘de ander’ ervaren zorgprofessionals vervolgens handelingsverlegenheid in hun contacten met deze mantelzorgers.

Zij doen het liever zelfstandig

Een andere veelgehoorde uitspraak is dat mantelzorgers met een migratieachtergrond niet om formele hulp vragen omdat zij de zorg al delen binnen een groot sociaal netwerk of omdat men vanuit culturele opvattingen de zorgtaken liever zelfstandig uitvoert. Dit klopt echter niet met de werkelijkheid van de mantelzorgers die ik sprak.

Zoals gezegd komen de zorgtaken vaak terecht bij één persoon in de familie, voor wie het moeilijk is om het gesprek aan te gaan met familieleden die niet of weinig betrokken zijn bij de zorg voor de naaste. Daarnaast kan het zijn dat een mantelzorger niet om formele hulp vraagt door een gebrek aan kennis over het ziektebeeld en de mogelijkheden voor ondersteuning.

Hou bijvoorbeeld voor ogen dat mantelzorgers vaak trots ontlenen aan het geven van mantelzorg

Wanneer zorgprofessionals ervan uitgaan dat mantelzorgers met een migratieachtergrond de zorg al delen binnen het eigen netwerk of de zorg liever zelfstandig uitvoeren, gaan zij dus voorbij aan de complexiteit van de zorgcontext en de belemmeringen die mantelzorgers ervaren bij het vragen om hulp.

Open en nieuwsgierige houding

Bij het bieden van ondersteuning aan mantelzorgers met een migratieachtergrond is het dus belangrijk om geen aannames te maken over culturele verschillen. Iemand is altijd veel meer dan de culturele groep waarmee diegene zich identificeert. Dat betekent uiteraard niet dat de culturele achtergrond onbelangrijk is bij het geven en ontvangen van zorg en ondersteuning. Maar de betekenissen die hieraan gegeven worden, verschillen per individu en worden pas duidelijk wanneer men met een open en nieuwsgierige houding in gesprek gaat met mantelzorgers.

Wat wel kan helpen is om rekening te houden met zowel de morele kant van mantelzorg als de verschillende lagen van iemands identiteit. Het is bijvoorbeeld goed om voor ogen te houden dat mantelzorgers vaak een sterke morele plicht voelen om zorg te geven en trots ontlenen aan het geven van zorg. Daarom is het belangrijk dat zorgprofessionals niet de indruk wekken dat ze de zorg willen afnemen, maar dit juist willen aanvullen.

Tegelijkertijd kan het helpen om tijdens een gesprek inzicht te krijgen in het achtergrondverhaal van de mantelzorger. Hoe is iemand opgegroeid? Is er een sociaal netwerk of niet? Wat voor kansen heeft diegene wel of niet gehad? En welke invloed heeft dit op hoe diegene mantelzorg verleent? Dergelijke vragen kunnen helpen om de individuele ervaringen en ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers met een migratieachtergrond beter te begrijpen.

Menal Ahmad is als cultureel antropoloog verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar promotieonderzoek voerde ze uit aan de Universiteit voor Humanistiek. Je kunt hier haar proefschrift lezen

 

Literatuur

 

 

Foto: Matthias Zomer via Pexels.com