Minder veroordeelden achter tralies, zijn er alternatieven?

Door personeelstekort en een groeiend aantal gedetineerden is het niet langer mogelijk om alle gedetineerden te plaatsen. Dit nodigt uit tot nadenken over alternatieven die gericht zijn op re-integratie, schrijft universitair docent Hadassa Noorda.

Omdat er te weinig capaciteit is voor de opvang van gevangenen wil demissionair minister Weerwind (D66, Rechtsbescherming) kijken naar mogelijkheden om de criteria voor Beperkt Beveiligde Afdelingen (BBA) te verruimen. Gedetineerden zouden zo eerder aan het werk kunnen. BBA’s zijn normaalgesproken bedoeld voor gedetineerden die de laatste fase van hun straf uitzitten. Wie in een BBA zit bevindt zich niet 24/7 achter tralies, maar mag daarentegen onder voorwaarden buiten de gevangenismuren werken.

‘Pijnlijk en onwenselijk’

Weerwind noemt de maatregel 'pijnlijk en onwenselijk', maar werk buiten de gevangenis biedt meer opties en meer perspectief dan werk in de gevangenis. Het opdoen van vaardigheden op de werkvloer is van groot belang voor het verkrijgen en behouden van een baan na het uitzitten van een straf. Dat gedetineerden die kans in een eerder stadium zouden krijgen, bevordert de re-integratie op de arbeidsmarkt en is daarom juist wenselijk.

Werk verzacht negatieve effecten

Re-integratie op de arbeidsmarkt is van wezenlijk belang voor ex-gedetineerden. Betaald werk is een bron van inkomen dat gebruikt kan worden voor eigen onderhoud en dat van een gezin. Het geeft toegang tot andere goederen en bepaald in grote mate de kwaliteit van leven. Maar het geeft ook structuur en betekenis aan het leven en is een belangrijk aspect in hoe mensen naar elkaar en zichzelf kijken.

Wie werkt zou minder snel in herhaling van strafbare feiten vallen

Werk wordt daarom vanuit instrumentalistisch oogpunt gezien als een belangrijk middel tegen recidive. Wie werkt zou minder snel in herhaling van strafbare feiten vallen. Maar een verlaagd recidiverisico is niet de enige reden om te pleiten voor extramurale arbeid tijdens gevangenschap.

Een andere reden voor verruimde toepassing van BBA’s is om de negatieve effecten van straf op het leven van ex-gedetineerden te beperken. Een gevangenisstraf mag niet opgelegd worden om te straffen op een andere manier dan met het ontnemen van vrijheid gedurende het uitzitten van de straf.

Dit principe vormde de basis voor kritiek op de tuchthuizen van de zestiende eeuw, die tot doel hadden om veroordeelden om te vormen tot hardwerkende burgers. Door slechte arbeidscondities en gedwongen werk werden de zogenaamde tuchtelingen echter disproportioneel gestraft.

Ook na een straf kan men in een situatie verkeren die deels vergelijkbaar is met gevangenschap

Ook de problemen die ex-gedetineerden ondervinden na het uitzitten van een straf kunnen ertoe leiden dat een gevangenisstraf in werkelijkheid zwaarder uitvalt dan de vrijheidsstraf die opgelegd is. Na vrijlating moet een ex-gedetineerde mee kunnen doen aan de samenleving en dat is vaak niet het geval.

Alsnog deels gevangen

De gevolgen van opsluiting kunnen zeer ingrijpend zijn voor ex-gedetineerden. Na het uitzitten van een straf is het vinden en behouden van een baan moeilijk. Dit komt door gebrek aan werkervaring en door de impact van gevangenschap op andere leefgebieden, zoals het hebben van een sociaal netwerk. Gevangenschap bemoeilijkt het onderhouden van een band met familie en vrienden. Dat is een probleem omdat gebrek aan sociaal netwerk terugkeer in de samenleving bemoeilijkt, ook op het gebied van arbeid.

Wie in Nederland in de gevangenis zit, werkt voor ongeveer 1 euro per uur

Aangezien het hebben van een baan van belang is voor deelname aan de samenleving loopt de straf van werkloze ex-gedetineerden als het ware door. Ex-gedetineerden zitten weliswaar niet meer achter tralies, maar doen nog steeds niet volledig mee. Dat gevangenschap negatieve effecten heeft op het (arbeids)leven van ex-gedetineerden kan worden gezien als een verlenging van de gevangenisstraf.

Wie na een gevangenisstraf op vrije voeten is gesteld, maar niet volledig deel kan nemen aan de samenleving zit als het ware alsnog deels gevangen. Dit wordt ook wel ‘exprisonment’ genoemd, een verwijzing naar het Engelse woord ‘imprisonment.’ Geen of beperkte toegang tot de arbeidsmarkt kan ertoe leiden dat men ook na het uitzitten van een straf in een situatie verkeert die deels vergelijkbaar is met gevangenschap.

Terugkeer in de samenleving

Het opdoen van werkervaring buiten de gevangenis tijdens het uitzitten van de straf kan een manier zijn om de negatieve effecten van gevangenschap op het leven van ex-gedetineerden te verzachten. Maar om de negatieve effecten van gevangenschap tegen te gaan, zouden gedetineerden niet alleen betere werkopties moeten krijgen. Ook het loon moet verbeterd worden.

Wie in Nederland in de gevangenis zit, werkt voor ongeveer 1 euro per uur. Het loon is zo laag dat gedetineerden hun naasten niet kunnen onderhouden en schulden niet af kunnen lossen. Van het loon dat men in de gevangenis verdient kan men hooguit een snack of sigaretten kopen. Naast een verbetering van werkopties zou een beter loon de re-integratie van ex-gedetineerden kunnen bevorderen. Dat is niet alleen van belang met het oog op het verminderen van recidive. Na het uitzitten van een gevangenisstraf moeten gedetineerden terug kunnen keren in de samenleving.

Hadassa Noorda is Instituut Gak Fellow aan het Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS) en universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam. Zij muntte de term 'exprisonment' voor vormen van gevangenschap buiten de gevangenis.

 

Foto: hopeless128 (Flickr Creative Commons)