Afgelopen dinsdag 4 december is in de Tweede Kamer de door het CDA-kamerlid René Peters ingediende motie over huisuitzettingen wegens schulden aangenomen. De regering heeft nu de opdracht om ‘in interdepartementaal overleg, met de VNG en de woningcorporaties tot een actieplan Naar geen huisuitzettingen wegens schulden te komen’.
‘Mensen met een laag inkomen in Zeist worden niet langer hun huis uitgezet als ze een huurschuld hebben’, meldde RTVUtrecht een dag eerder al. En inderdaad, de kop boven de nieuwe prestatieafspraken die zijn gemaakt door de gemeente Zeist, de woningcorporaties en de Zeister huurdersverenigingen luidt letterlijk: ‘Geen huisuitzettingen door huurschulden in 2019’.
Wat verderop in de inleiding van dit stuk wordt de gezamenlijke ambitie uitgesproken om ‘huisuitzettingen door huurschuld in alle gevallen te voorkomen’. Taal die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Jaarlijks duizenden huishoudens op straat gezet
Al ruim twee decennia zijn huisuitzettingen wegens schulden onderwerp van discussie en wordt geprobeerd deze aantallen terug te dringen.
Toch worden er jaarlijks landelijk nog enige duizenden huishoudens wegens betalingsachterstanden op straat gezet. Velen van hen wenden zich vroeger of later voor onderdak tot de maatschappelijke opvang. Waarvan de kosten, die per persoon tot wel zo’n 60.000 euro per jaar kunnen oplopen, door de overheid worden gedragen.
Nu stoppen met huisuitzettingen wegens schulden de norm wordt is het zaak hier goede instrumenten voor te ontwikkelen. Voor het vroegtijdig signaleren van schulden is prima instrumentarium voorhanden. Onder anderen het in Amsterdam ontwikkelde programma Vroeg Eropaf! Door dit programma van vroegsignalering van schulden is het aantal huisuitzettingen landelijk fors gedaald.
Vroegsignalering schulden is een goed doorontwikkelde en effectieve benadering waarmee een groot deel van de dreigende huisuitzettingen al wordt voorkomen (zie hier: Handreiking). Op enkele duizenden na dus.
De rechtszitting is het goede moment
‘Geen huisuitzettingen wegens schulden’ is zeker realiseerbaar, maar dan moeten er een paar partijen goed met elkaar gaan samenwerken. De huishoudens met huurschulden die door de preventie-aanpak niet bereikt worden, komen voor een rechtszitting te staan waar de verhuurder ‘ontbinding’ van de huurovereenkomst vordert.
Velen komen bij deze zittingen niet opdagen, vaak worden de vorderingen dan ook ‘bij verstek’ toegewezen. Op grond van dit vonnis mag een corporatie een deurwaarder vragen om tot ontruiming over te gaan.
Dit is het goede moment goede moment om de betreffende huishoudens nog een keer indringend en doortastend te benaderen. Met het uitzettingsvonnis onder de neus kan niemand zijn of haar kop meer in het zand steken.
De gepokt en gemazelde medewerkers van sociale wijkteams kunnen mensen voor de keuze stellen: de gemeente neemt vanaf dat moment het volledige financiële beheer over, het huishouden ontvangt minimaal leefgeld en de ontruiming gaat niet door. Bij weigering wordt de uitzetting alsnog doorgezet, tenzij er sprake is van wilsonbekwaamheid natuurlijk, maar dat is een ander verhaal.
De gemeente neemt de verplichting tot betaling over
Als mensen instemmen met het uit handen geven van het financiële beheer, neemt de gemeente vanaf dat moment ook de verplichting tot betaling van de lopende huur over. Zo voorkomen we dat de kosten onevenredig bij de verhuurders belanden.
Er wordt vervolgens snel stevig financieel beheer ingezet, bijvoorbeeld in de vorm van beschermingsbewind. Maar ook wordt intensieve woonbegeleiding ingeschakeld; meestal hebben de instellingen voor maatschappelijke opvang hulpverleners in dienst die goed in staat zijn om met deze ‘kleurrijke en soms wat ingewikkelde’ mensen om te gaan.
Als mensen zich ondanks de afspraken toch aan de bemoeizorg onttrekken, kan de ontruiming alsnog worden uitgevoerd: een vonnis blijft ongeveer een jaar geldig, deze stok achter de deur blijft er dus.
Een andere optie is om het huurcontract tijdelijk over te schrijven op naam van de instelling voor maatschappelijke opvang. Als na verloop van tijd de situatie is genormaliseerd kan de overeenkomst weer op naam van de huurders zelf worden gezet; het zogenaamde ‘terugklapcontract’, zoals dit werd ontwikkeld door de Federatie Opvang.
Drie aanbevelingen voor de Ridderzaal
Als de regering één van de komende vrijdagen in de Ridderzaal gaat nadenken over de vraag hoe uitvoering te geven aan de motie-Peters heb ik drie aanbevelingen:
- Stimuleer - bij voorkeur dwingend - het landelijk verder ‘uitrollen’ van het programma Vroegsignalering schulden. Dit is al geïmplementeerd bij een derde van de gemeenten, eind 2019 kan dit bij alle gemeenten het geval zijn.
- Leg vast dat verhuurders huurachterstanden van twee maanden of meer altijd bij de gemeente moeten melden; laat deze keuze niet aan de corporaties.
- Voer voor de huishoudens die door de preventie niet bereikt worden als laatste redmiddel de mogelijkheid tot ‘min of meer vrijwillige maatschappelijke curatele’ in, zoals hierboven beschreven.
Het resultaat hiervan zal zijn dat de kosten voor maatschappelijke opvang aanzienlijk afnemen en dat het aantal huisuitzettingen wegens betalingsachterstanden landelijk wordt teruggedrongen tot vrijwel nul.
Marc Räkers is verbonden aan de Stichting Eropaf!
Foto: Oded Gebert (Flickr Creative Commons)