Ondersteun alleenstaande ouders, zet in op gendergelijkheid

Het is vandaag Internationale Vrouwendag. Het is de dag waarop we de rechten van vrouwen en meisjes over de hele wereld vieren en bevorderen. Een moment om onszelf te herinneren aan alleenstaande ouders en hoe zij zelfstandig voor hun kinderen zorgen. En om te bespreken hoe we hen het best kunnen ondersteunen. In elk geval niet met een ouderschapscursus.

In de overgrote meerderheid van eenoudergezinnen is het de moeder die aan het hoofd staat; en het zijn deze moeders die daar nadeel van ondervinden. Nadeel dat vele vormen aanneemt: alleenstaande moeders en hun kinderen lopen grotere risico's op armoede, slechte gezondheid en verminderd welzijn.

In een gisteren verschenen boek, The triple bind of single-parent families (Gratis te downloaden) laten we zien hoe veel alleenstaande ouders klem zitten tussen ontoereikende hulpbronnen, werk en sociaal beleid. Met name de combinatie daarvan heeft een negatieve invloed op hun eigen welzijn en dat van hun kinderen. Ieder aspect hiervan is zeer genderspecifiek.

Alleenstaande ouders leven zonder partner in het huishouden, wat een enorm verlies betekent aan hulpbronnen voor bijvoorbeeld het uitvoeren van zorgtaken, of een potentieel extra inkomen. Een verlies dat voor een groot deel wordt gedragen door vrouwen. De situatie wordt verder bemoeilijkt door de achterstanden waarmee vrouwen op de arbeidsmarkt kampen, zoals de loonkloof tussen mannen en vrouwen, beloningsverschillen tussen moeders en vrouwen zonder kinderen, discriminatie, specialisatie in beroepen met lagere lonen, minder promotiekansen en minder opbouw van werkervaring.

De arbeidsmarkt wordt ongelijker en onzekerder, en in toenemende mate leven mensen in armoede ondanks dat ze een baan hebben. Dit is ook het geval voor veel alleenstaande ouders.

Alleenstaande ouders hebben daarnaast te maken met ontoereikend beleid. Vaak is beleid ingebed in gender-aannames over het gezin. Zo kent gezinsbeleid op basis van het traditionele kostwinnersmodel meer zorgtaken toe aan moeders dan aan vaders. Zeer lange periodes van ouderschapsverlof (vaak alleen voor moeders) zijn een bekend mechanisme om vrouwen van de arbeidsmarkt uit te sluiten. Dit bleek ook het geval te zijn voor alleenstaande ouders. Zonder beschikbare, betaalbare en hoogwaardige kinderopvang is het bijzonder moeilijk voor alleenstaande ouders om werk en gezinsverantwoordelijkheden te combineren.

Het is belangrijk om de situatie van alleenstaande ouders aan te pakken. Niet alleen is hun welzijn aangetast, maar ook dat van hun kinderen. De genderspecifieke aard van alleenstaand ouderschap suggereert twee belangrijke benaderingen om dit te doen.

Ten eerste: bevorder gendergelijkheid

Verbeter allereerst het beleid dat gendergelijkheid bevordert door zowel moeders als vaders te betrekken bij de zorg voor hun kinderen, en door werk voor beiden mogelijk te maken. Kinderopvang en gematigde duur van goed betaald verlof komen ten goede aan alleenstaande ouders. Deze beleidsmaatregelen stimuleren natuurlijk ook het werken van moeders die met een partner leven. Dit zorgt ervoor dat deze moeders doorgaan met het opbouwen van werkervaring, waardoor ze zich in een betere positie bevinden als ze op een dag ooit zelf alleenstaande moeder worden. Beleid voor gelijke beloning, passende (minimum)lonen, werkgelegenheidsbescherming en sterke vakbonden kunnen allemaal bijdragen aan een toereikend inkomen voor werkende alleenstaande ouders.

De gelijkheid tussen vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt is sterk verbeterd, maar blijft ver achter binnen het huishouden. Vaders nemen minder zorgtaken op zich dan moeders en nemen minder ouderschapsverlof op, vaak omdat dergelijk verlofbeleid niet voor hen bestaat. Toch zijn er in sommige landen snelle veranderingen te zien in dit opzicht. We geven twee voorbeelden uit Zweden. Het betaalde ouderschapsverlof in Zweden, net als in andere Noordse landen, is genderneutraal. Het kent gelijke rechten toe aan beide ouders. Als vaders hun toegewezen deel van het verlof niet gebruiken, verliest het gezin een groot deel van deze rechten. Als gevolg hiervan is het gebruik van ouderschapsverlof bij vaders de standaard geworden. Zelfs vaders die gescheiden zijn van de moeder van hun kind blijven aanzienlijke periodes aan ouderschapsverlof opnemen.

Kinderen van gescheiden ouders wonen in Zweden steeds vaker bij beide ouders, waarbij ze ongeveer evenveel tijd doorbrengen. Dit lijkt in het belang van die kinderen te zijn. Hoewel kinderen van gescheiden ouders gemiddeld genomen minder welzijn hebben, is het welzijn van kinderen die om en om bij beide ouders wonen in veel opzichten gelijk aan dat van kinderen wiens ouders niet gescheiden zijn.

Ten tweede: begrijp het belang van algemeen beleid voor alleenstaande ouders

De tweede benadering is om te begrijpen dat beleidsmaatregelen van groot belang voor alleenstaande ouders kunnen zijn, zelfs als ze daar niet specifiek voor ingevoerd zijn. Uitsluitend beleid maken dat specifiek gericht is op alleenstaande ouders is ontoereikend voor alleenstaande ouders. Zeker, veel landen bieden extra financiële steun specifiek voor alleenstaande ouders, bijvoorbeeld in de vorm van extra kinderbijslag. Andere landen dragen er zorg voor dat de alimentatie betaald wordt, nemen zelfs hun toevlucht tot 'huwelijkstrainingen'.

Toch is de invloed van dergelijk specifiek beleid klein in vergelijking met beleidsmaatregelen die zijn ontworpen om het minimuminkomen van iedereen te beschermen. Universele kinderbijslag en huursubsidies vormen een aanzienlijk deel van de inkomens van alleenstaande ouders, ook onder hen die werken. Als het inkomensniveau van de bijstand in veel landen niet onder de armoedegrens zou liggen, zou dat veel alleenstaande ouders tegen armoede beschermen. Werkloosheidsuitkeringen zijn mogelijk niet langer toereikend voor gezinnen met slechts één verdiener.

Nederland: beter dan de VS en Luxemburg, slechter dan Denemarken en Finland

In vergelijking met andere landen neemt Nederland een middenpositie in als het gaat om armoede onder alleenstaande ouders. Deze armoede is bijvoorbeeld lager dan in de Verenigde Staten of Luxemburg, vergelijkbaar met Duitsland, en groter dan in Finland en Denemarken. Veel Nederlandse vrouwen werken, en onder alleenstaande ouders is arbeidsdeelname de laatste jaren sterk toegenomen, maar in vergelijking met andere landen werken Nederlandse vrouwen wel vaak parttime. Bijna één op de drie werkende alleenstaande ouders in Nederland verdient onvoldoende om alleen met hun loon boven de armoedegrens uit te komen. Nederland loopt ver achter wat betreft betaald ouderschapsverlof voor vaders, en ook recente voorstellen voldoen niet aan de norm die gesteld wordt door de Europese Commissie.

Ouderschapscursus bij scheiding: geen effect

Recent presenteerde het Platform Divorce Challenge onder leiding van André Rouvoet voorstellen omtrent ‘Scheiden zonder schade’, waarvan een ‘ouderschapscursus’ de meeste aandacht kreeg in de media. Andere landen hebben ervaring met dergelijke cursussen, en bijvoorbeeld in de Verenigde Staten is daar jarenlang honderden miljoenen in gestoken. Die programma’s zijn uitgebreid geëvalueerd, waaruit bleek dat ze geen enkel effect hadden.

Weggegooid geld, terwijl uit tal van onderzoeken bekend is dat alleenstaande ouders én hun kinderen echt baat hebben bij structurele verbeteringen: wanneer mogelijk de betrokkenheid van beide ouders, minder armoede, betere banen, en beleid dat hen ondersteunt in zowel werk als zorgtaken.

Steun vaders om betrokken te zijn

Het ondersteunen van alleenstaande ouders om goed voor zichzelf en hun kinderen te kunnen zorgen vereist het bevorderen van gendergelijkheid, zowel voor alleenstaande ouders als voor ouders die (nog) niet alleenstaand zijn. Juist ook vaders moeten veel meer steun krijgen om betrokken te zijn in het leven van hun kinderen.

Daarnaast zijn (herverdelende) beleidsmaatregelen die van oudsher relevant worden geacht voor klasse-ongelijkheid van cruciaal belang om armoede onder alleenstaande ouders te bestrijden. Waar het op neer komt is dat alleenstaande ouders het beter hebben in samenlevingen met beleid en instituten die gelijkheid van klasse en gelijkheid van gender bevorderen. Net als ieder ander.

Rense Nieuwenhuis is universitair hoofddocent aan het Zweeds Instituut voor Sociaalwetenschappelijk Onderzoek (SOFI) van de Universiteit van Stockholm. Zijn werk richt zich op armoede, economische ongelijkheid, alleenstaande ouders, gezinsbeleid en het (EU) sociale investeringsperspectief.

Laurie C. Maldonado is wetenschapper op het gebied van alleenstaande ouders in de VS en andere landen. Ze is verbonden aan het LIS Cross-National Data Centre en het Stone Center on Socio-Economic Inequality bij het Graduate Center, City University of New York.

Dit artikel is een vertaling en bewerking van een Engelstalig stuk voor Social Europe www.socialeurope.eu.

Foto: Jessica Pankratz (Flickr Creative Commons)