Rijken moeten meer bijdragen aan klimaatbeleid dan armen

Moeten lage inkomens meer bijdragen aan het klimaatbeleid? Nee, zeggen senior onderzoeker Krispijn Faddegon en lector Reint Jan Renes van de Hogeschool van Amsterdam. We moeten vooral de rijken aanspreken. Dat is effectiever en rechtvaardiger.

Wie eet meer: een olifant op dieet of een muis die zich te buiten gaat? Het antwoord zal voor iedereen meteen duidelijk zijn: hoezeer een olifant ook zijn best doet, hij zal altijd veel meer eten dan een muis. Naar analogie stellen wij dat mensen met veel geld ook meer moeite moeten doen om het klimaat te ontzien dan mensen met weinig geld.

Onevenredig

Wie veel geld bezit, woont meestal in een groot huis, gaat vaker op reis en koopt meer spullen. Dat leidt allemaal tot extra uitstoot. Het lukt mensen in grote huizen zelfs met klimaat besparende maatregelen vaak niet om minder uit te stoten dan mensen die zonder die maatregelen in kleinere huizen wonen.

Een groot huis is nooit echt duurzaam, ook al is het goed geïsoleerd

De bouw van een groot huis gaat nu eenmaal met meer uitstoot gepaard dan de bouw van een klein huis en een groot huis bevat nu eenmaal meer spullen dan een klein huis. Een groot huis is nooit echt duurzaam, ook al is het goed geïsoleerd. Er moeten immers veel vierkante meters verwarmd worden.

Bovendien kopen de bewoners in de regel veel spullen om de meerdere kamers van hun grote huis mee te vullen. Spullen waarvan de vervaardiging op zijn beurt overigens ook weer uitstoot veroorzaakt. Net als de olifant op dieet, stoten zij ondanks klimaatbesparende maatregelen dus ongemerkt gauw meer uit dan bewoners van een kleiner huis.

De 10 procent hoogste inkomens stoten tot vier keer zoveel uit als 50 procent laagste inkomens

Wereldwijd zijn de 10 procent rijkste burgers verantwoordelijk voor 40 procent tot 60 procent van de uitstoot. In Nederland zien we een vergelijkbaar beeld. Hier stoten de 10 procent hoogste inkomens tussen twee en vier keer zoveel uit als de 50 procent laagste inkomens. Vooral in de categorieën energie en huis, en vervoer scoort de rijke bovenlaag hoog qua uitstoot.

Ook als rijken hun geld niet uitgeven aan de aankoop van allerlei spullen, maar het in een spreekwoordelijke oude sok al dan niet onder het matras stoppen, dragen ze volgens de ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib disproportioneel bij aan de uitstoot bijvoorbeeld via beleggingen in het fossiele energiesysteem. En zelfs als zij zich actief inzetten voor het klimaat en hun best doen om duurzame keuzes te maken bij wonen, reizen en consumeren, dragen zij vrijwel altijd veel meer bij aan de opwarming van de aarde dan mensen met lagere inkomens.

Handafdruk

Behalve dat de rijken onevenredig bijdragen aan de opwarming van de aarde (voetafdruk) beïnvloeden ze ook het klimaatgedrag van anderen (handafdruk).

Bovendien maken de rijken vaak deel uit van de netwerken die het beleid bepalen

Vanwege hun sociaaleconomische positie (SEP) oefenen ze namelijk grote invloed uit op de keuze en strategieën van bijvoorbeeld bedrijven. Bovendien maken de rijken vaak deel uit van de netwerken die het beleid bepalen. En ten slotte bieden ze inspiratie aan mensen in een lage SEP. Oftewel, leden van hogere-inkomensgroepen gelden vaak als voorbeeld, zetten de norm en oefenen direct en indirect invloed uit op hun minder welvarende medeburgers.

Sleutel

Uit onderzoek van het lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad naar energiearmoede blijkt dat mensen in een lage SEP meestal weinig energie verbruiken. Vaak zitten ze noodgedwongen in de kou. De thermostaat een paar graden hoger zetten, zodat het huis behaaglijk warm wordt, betekent voor veel mensen uit de lagere inkomensgroepen dat de energierekening aan het einde van de maand zo hoog is, dat ze die niet meer kunnen betalen.

Wij vinden dat de overheid meer voor de lagere inkomensgroepen moet regelen

Een beleid dat vooral mensen in een lage SEP aanspoort om hun uitstoot te beperken en meer aan verduurzaming te doen, slaat de plank faliekant mis. Het gaat er namelijk aan voorbij dat mensen in een lage SEP wel wat meer aan hun hoofd hebben en meestal over te weinig geld beschikken om hun huis goed te verwarmen, laat staan te verduurzamen. Wij vinden dat de overheid meer voor de lagere inkomensgroepen moet regelen.

Stimuleren

Ook pleiten wij ervoor dat de overheid veel meer beroep doet op mensen in een hoge SEP. Zij moet de rijken stimuleren om hun rijkdom en invloed te gebruiken voor de versnelling van een vernieuwend, klimaatvriendelijk beleid.

Mensen met hoge inkomens denken vaak dat ze voldoende verduurzamen

Ze hebben immers de capaciteiten en mogelijkheden om de daarvoor broodnodige veranderingen te helpen bewerkstelligen. Dat gebeurt nu nog te weinig. Mensen met hoge inkomens denken vaak dat ze voldoende verduurzamen. Dat is deels waar. Maar ze vergeten daarbij rekening te houden met het feit dat zij degenen zijn die veel meer uitstoten dan mensen in een lage sociaaleconomische positie. Tevens negeren ze, al dan niet bewust, dat zij de sleutel voor (systeem-)verandering in handen hebben.

Mensen in een hoge SEP die hun voetafdruk verkleinen (in actie komen) en hun handafdruk vergroten (zich nadrukkelijk uitspreken voor verduurzaming) kunnen een voorbeeld geven dat mensen in een lage SEP willen en kunnen volgen. Zodat ook zij, binnen de grenzen van hun middelen en mogelijkheden, vorm gaan geven aan een verduurzamingsproces dat effectiever en rechtvaardiger verloopt dan tot op heden. Die transitie valt of staat er echter mee dat we ons voortaan minder druk maken om de klimaatvoetafdruk van de muis dan om die van de olifant.

Krispijn Faddegon is senior onderzoeker en Reint Jan Renes is lector. Beiden zijn verbonden aan het lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad van de Hogeschool van Amsterdam

 

Foto: Puwadon Sang-ngern via Pexels.com

Dit artikel is 851 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (1)

  1. “Aanspreken van de rijken” helpt aldus de auteurs. Dat is grenzeloos naief.
    Extreme persoonlijke rijkdom moet actief worden tegengegaan. Fiscaal en moreel. Zie Ingrid Robeyns e.a. Extreme rijkdom is niet alleen voor het klimaat schadelijk,maar ook voor de sociale verhoudingen en uiteindelijk voor rechtstaat en democratie. Er is niks tegen welstand maar er is een bovengrens zolang er hele grote groepen door de ondergrens gaan. Dat morele standpunt uit de vorige eeuw (van John Rawls) is helaas vergeten.
    Psychologie is niet onbelangrijk, maar psychologie alleen is een zachte heelmeester.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *