Social media veroorzaken meer strijd dan eenheid in protestbewegingen

Protestbewegingen kunnen niet zonder meer vertrouwen op socialmediaberichten om mensen te mobiliseren. Integendeel, zulke simpele berichten nodigen eerder uit tot twist en strijd. Zie het gekrakeel over ‘le peuple’ bij de Franse gele hesjes-beweging.

Wie zijn ‘les gilets jaunes’, de Franse gele hesjes, en wat willen ze? Deze vraag – van The Guardian in februari 2019– gaat in wezen over de toegenomen onzekerheid over de (collectieve) identiteit van de digitaal georganiseerde hedendaagse sociale bewegingen. Socialmedia-platforms beloven uiteenlopende individuen te 'verbinden' en hun acties in een ‘kritische massa’ samen te voegen. Maar deze social media kunnen er ook toe leiden dat de behoefte aan één identiteit – waardoor individuen in de beweging samenwerken voor een gemeenschappelijk doel – snel achterhaald is.

Dit is precies wat Lance Bennett en Alexandra Segerberg (2012) beweren. In deze tijd van Facebook en Twitter zijn eenvoudige maar krachtige berichten op social media alles wat nodig is voor collectieve mobilisatie. Dergelijke simpele berichten 'vereisen weinig overredingskracht, argumenten of reframing om verschillen te overbruggen met wat anderen over een gemeenschappelijk probleem voelen’ (Bennett & Segerberg, p. 744).

Simpele, eenvoudige boodschap van de gele hesjes: wij zijn ‘le peuple’

Op het eerste gezicht lijkt dit exact wat ‘le peuple’ doet voor de Franse gele hesjes. ‘Ons doel is om de beslissingsbevoegdheid terug te geven aan de mensen, door het volk, voor het volk’, luidt een oproep tot actie in Saint Nazare (onze vertalingen en accenten).

'Le peuple' is een begrip met meerdere betekenissen voor deelnemers en waarnemers. Het belooft een eenvoudige, inclusieve, maar zeer krachtige boodschap te zijn die uiteenlopende personen oproept zich te herkennen in het pleidooi van de beweging. Net als de Occupy-slogan – 'We are the 99 procent’- kan 'le peuple' gemakkelijk worden gepersonaliseerd – elk individueel verhaal van onrecht wordt zo een weerspiegeling van de collectieve ervaring.

De gele hesjes beroepen zich op de Franse Revolutie

In het Frans heeft 'le peuple' een rijke semantische dubbelzinnigheid: het kan verwijzen naar de natie; naar het volk, de burgers of naar een grote menigte. Belangrijker nog is dat het betekenis krijgt als het tegengestelde van twee andere termen: de bourgeoisie en de regering. Het heeft een anti-elite en anti-establishment connotatie. De politieke en technocratische elites zijn de ‘anderen’ voor 'le peuple'.

De terugkerende verwijzingen van de gele hesjes naar Marianne en de slogan ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ zijn ontleend aan de Franse Revolutie. 'Le peuple' kan dus een zeer krachtige stuwende motor voor mobilisatie zijn, maar dan wel een problematische.

Strijd over aantallen op social media

Neem het geval van Christophe Dettinger. Tijdens de protesten van de gele hesjes begin dit jaar gingen beelden van Dettinger die een politieman sloeg onmiddellijk viraal. Later postte hij op social media deze verklaring voor zijn actie: ‘Ik ben een gewone burger … Ik ben een geel hesje. Ik heb de woede van het volk in me.’ Binnen een dag werd met een online geldinzamelingsactie meer dan 100.000 euro opgehaald voor z’n rechtsbijstand. Het virale karakter van de inzamelingsactie versterkte het idee van de gele hesjes als een meerderheid.

Binnen enkele uren verschenen echter twee even digitale contra-fondsenwervers ter ondersteuning van de politieagenten. Een van de initiators zei dat hij de politie wilde laten zien dat ‘de meerderheid zich stilhoudt, maar de politiemannen steunt’.

Daarnaast begon ook de regering zich te mengen in deze symbolische strijd over aantallen en over wie de echte vertegenwoordiger van het volk was. ‘De regel van de wet, de republikeinse rechtsstaat moet gerespecteerd worden,’ zei de minister van Buitenlandse Zaken, ‘er is echt leed onder een deel van de gele hesjes veroorzaakt door een onzekere toekomst, maar dat is geen rechtvaardiging voor geweld.’ Met enkele rake woorden, zette de minister Dettinger neer als iemand die niet alleen gewelddadig was tegenover een politieman, maar tegenover de hele republiek – en dus tegen ‘le peuple’ zelf.

Een ‘zwijgende meerderheid’ van rode sjaals verstoort de acties

Begin 2019 daagden de Foulards Rouges, de rode sjaals, eveneens de identiteit van de beweging als ‘le peuple’ uit met een soortgelijke retoriek over aantallen. Deze groep, ook geleid door burgers en digitaal aangestuurd, gaf uiting aan z’n afkeuring van het geweld door het wekelijkse protest van de gele hesjes te verstoren. Zij positioneerden zichzelf als de ‘zwijgende meerderheid’: ‘300.000 gele hesjes op het hoogtepunt van de protesten. Dit is één procent van de kiezers. Dit is niet het volk!’

Op z’n Facebookpagina voegde de groep hieraan toe: ‘In 2017 werd Macron door vele Fransen gekozen ... We leven in een democratie en iedereen moet de uitslag van de verkiezingen respecteren... Vandaag wordt heel Frankrijk geraakt door het geweld en de blokkades die in feite slechts ondersteund worden door een minderheid.’

Bron van twist in plaats van vereniging

Waar Bennett en Segerberg menen dat eenvoudige en uiterst makkelijk aan te passen berichten op social media voldoende zijn voor digitaal georganiseerde collectieve actie, laat de symbolische strijd over 'le peuple' bij de gele hesjes een ander beeld zien. De rijke historische erfenis van het begrip verleidt tot identificatie, maar nodigt tevens uit tot twist en geruzie.

In het begin van de beweging werkte 'le peuple' inclusief en konden zowel de linker- als rechterzijde van het politiek spectrum zich bij de beweging aansluiten. Dit veranderde echter snel in een discursieve strijd. Verschillende maatschappelijke actoren begonnen elkaar te beschuldigen van niet de 'rechtmatige' vertegenwoordiger van het volk te zijn, met verschillende interpretaties van onder wie of waar 'le peuple' te vinden is.

Op de lange termijn wist 'le peuple' de gele hesjes-beweging niet succesvol tot één geheel te smeden en te empoweren. In plaats van de essentie van de beweging uit te drukken, haar samenhang te dienen en haar legitimiteit te versterken, werd het een bron van twist, niet assertief genoeg om onenigheid binnen en buiten de beweging te voorkomen (maar dit misschien zelfs wel aan te wakkeren).

Delia Dumitrica en Mélodine Sommier zijn beiden universitair docent aan de Erasmus School of History, Culture and Communication.

 

Foto: Jeanne Menjoulet (Flickr Creative Commons)