Sociale media: oefenterrein voor identiteitsontwikkeling jongeren

Jongeren maken veel gebruik van sociale media, maar de effecten daarvan op hun identiteitsontwikkeling zijn afhankelijk van individuele eigenschappen. Dat concludeert Laura Mulder van Fontys Hogeschool uit meerdere onderzoeken.

Sinds het ontstaan van socialemediasites*, in Nederland ruim twintig jaar geleden, is de groei ervan exponentieel geweest (Valkenburg & Piotrowski, 2017). Met name jongeren (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020) worden gezien als ‘grootverbruikers’ ervan. Waarom zijn socialemediasites juist voor jongeren zo aantrekkelijk? Heeft socialemediagebruik van jongeren effect op hun (identiteits)ontwikkeling?

In de adolescentiefase – grofweg de leeftijd van 12 tot 20 jaar – is het ontwikkelen van de eigen identiteit de belangrijkste ontwikkeltaak. Hierbij spelen twee aspecten een belangrijke rol: het zelfbeeld – de manier waarop de jongere zichzelf ziet – en de eigenwaarde – de mate waarin de jongere het eigen zelfbeeld kan waarderen. Voor het ontwikkelen van deze aspecten zijn jongeren veel bezig met vragen als ‘wie ben ik?’, ‘wie wil ik zijn?’ en ‘bij wie wil ik horen?’ (Valkenburg et al., 2017; Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Het vinden van antwoorden op deze vragen doen jongeren door middel van experimenteren, met gedrag, met communicatie en ook met verschillende soorten mensen. Het ontwikkelen van de identiteit is daarmee een proces dat deels binnen de jongere zelf plaatsvindt, maar ook voor een belangrijk deel in interactie met de omgeving vormgegeven wordt.

Zelfonthulling en zelfpresentatie

Bovendien hebben jongeren voor het succesvol doorlopen van deze ontwikkeltaak twee communicatieve vaardigheden nodig: zelfonthulling en zelfpresentatie (Valkenburg & Piotrowski, 2017). Zelfpresentatie gaat over de manier waarop de jongere zichzelf aan de buitenwereld wil laten zien, bijvoorbeeld door selectief aspecten van zichzelf aan anderen te presenteren. Zelfonthulling gaat over het ‘onthullen’ van intiemere informatie over jezelf en speelt een belangrijke rol in het vinden en behouden van relaties.

Sociale media veilige plek om te experimenteren met verschillende (aspecten van) identiteit

Zelfonthulling en zelfpresentatie vervullen diverse sociale sleutelfuncties bij de (identiteits)ontwikkeling van de jongere (Schouten, 2007). Door verschillende identiteiten uit te proberen en te leren van de feedback van anderen op deze identiteiten, kunnen jongeren kiezen of zij deze identiteit integreren in hun zelfconcept. Bovendien vergelijken zij de manieren waarop zij zichzelf onthullen en presenteren continu met hun vrienden, zodat zij hun meningen, houding en waarden kunnen toetsen aan voor hen belangrijke anderen in hun leven (Schouten, 2007; Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Oefenen met vaardigheden

Waar jongeren voor de komst van socialemediasites voornamelijk offline bezig waren met het experimenteren ten behoeve van het ontwikkelen van de eigen identiteit, is dit sinds de komst van socialemediasites steeds meer verschoven naar de online wereld. Socialemediasites kennen veel mogelijkheden voor jongeren om te oefenen met vaardigheden als zelfpresentatie en zelfonthulling. Dit maakt dat sociale media juist voor jongeren zo aantrekkelijk zijn.

Onderzoek heeft aangetoond dat de volgende gebruiksmogelijkheden van sociale media hun aantrekkingskracht op jongeren verklaren (Valkenburg, 2014):

  • Asynchroniteit: de mogelijkheid om te communiceren wanneer het de gebruiker uitkomt. Synchroon (in real-time) of asynchroon (uitgesteld)
  • Anonimiteit: de mate waarin de gebruiker de communicatie als anoniem ervaart
  • Toegankelijkheid: het gemak waarmee informatie opgezocht en contacten gelegd of onderhouden kunnen worden
  • Bereikbaarheid: de mogelijkheid om te kiezen wel of niet online te zijn, alert aan of uit te zetten
  • Zichtbaarheid: de grootte van het publiek dat getuige kan zijn van de communicatie
  • Verspreidbaarheid: het gemak waarmee inhoud gedupliceerd en verspreid kan worden
  • Permanentie: de mate waarin de gebruiker de communicatie als verwijderbaar ervaart

Gevoel van controle

Met deze gebruiksmogelijkheden onderscheiden sociale media zich van de fysieke wereld. Dit komt voornamelijk door het feit dat sociale media jongeren de indruk geven zelf te kunnen bepalen met wie, hoe en wanneer zij communiceren. Daarnaast kunnen jongeren op sociale media bepalen welke informatie zij delen en of zij al dan niet hun identiteit prijsgeven.

Dit gevoel van controle zorgt ervoor dat jongeren zich op sociale media vaak zekerder voelen dan in offline situaties. Die controle die zij op sociale media ervaren, hebben zij immers vaak in fysieke situaties niet. Dat maakt sociale media een veilige plek om te experimenteren met verschillende (aspecten van) identiteit (Valkenburg, 2014).

Kan daarmee gesteld worden dat socialemediagebruik positief is voor de identiteitsontwikkeling van jongeren? Zo eenvoudig ligt het helaas niet.

Individuele eigenschappen bepalen het gebruik van sociale media én dus ook de effecten ervan

De afgelopen jaren is er veel (internationaal) onderzoek gedaan naar effecten van socialemediagebruik op jongeren. Diverse media-effecttheorieën zijn ontwikkeld en getoetst (o.a. Nevzat, 2018; Slater et al., 2020; Valkenburg & Peter, 2013; Valkenburg et al., 2016; Valkenburg et al,. 2017).

In sommige studies wordt een licht positief effect gevonden van socialemediagebruik op (aspecten van) identiteitsontwikkeling van jongeren, andere studies vinden juist een licht negatief effect. Het overgrote deel van de studies vindt echter geen significant universeel effect van socialemediagebruik op (aspecten van) identiteitsontwikkeling van jongeren.

Effecten niet universeel

Deels is dit te verklaren uit het feit dat jongeren media blijken te selecteren die passend zijn bij hun behoeften en wensen. Deze behoeften en wensen komen voort uit sociale en psychologische factoren van de jongere (Valkenburg & Peter, 2013; Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Ook blijkt uit onderzoek dat jongeren sociale media actief gebruiken voor hun eigen wensen en behoeften met betrekking tot het presenteren van een bepaalde identiteit in een (online) sociale context. Een effect hiervan is dat jongeren sneller positieve reacties zullen ontvangen op hun online zelfpresentatie, en zich online ook gemakkelijker zullen onthullen. Dat kan een positief effect hebben op het vormen van de identiteit van de jongere (Valkenburg & Piotrowski, 2017).

Dat neemt echter niet weg dat voor sommige jongeren de effecten van socialemediagebruik wel degelijk negatief of positief zijn. Dat is vooral te verklaren uit het feit dat socialemedia-effecten niet universeel zijn. Mediagebruik wordt gezien als een uitkomst van diverse factoren die gerelateerd zijn aan de gebruiker van de media zelf, zoals leeftijd, motieven, interesses, eerdere ervaringen en familie of peergroup van de gebruiker (Valkenburg & Peter, 2013). Daarmee bepalen individuele eigenschappen het gebruik van sociale media én dus ook de effecten die de media op hen hebben.

Laura Mulder werkt voor het lectoraat opvoeden voor de toekomst van Fontys Hogeschool Pedagogiek, waar ze ook docent is (specialisatie in sociologie en onderzoek).

Noot:

* Waar in dit onderzoek wordt gesproken over socialemediasites, wordt gedoeld op online mediakanalen, met zogenoemde user generated content (gebruikers schrijven zelf de content op deze kanalen, zonder tussenkomst van onder andere bedrijven), waar gebruikers de mogelijkheid hebben tot sociale interactie (Valkenburg et al., 2021). Deze interactie kan plaatsvinden met een groter of kleiner publiek, in real time of asynchroon (Bayer et al., 2020, p.316). Voorbeelden van sociale mediasites die anno 2022 populair zijn, zijn WhatsApp, Youtube, Instagram, Facebook, Snapchat en TikTok.

Foto: Ben Weber via Unsplash