Vechtsport verleidt jongeren tot het maken van positieve keuzes

Kickboksen, mixed martial arts en muay thai zijn vooral populair bij jongeren in achterstandssituaties. De vechtsportschool is voor hen als een tweede thuis waar ze een ander, positiever perspectief kunnen ontwikkelen op zichzelf en hun omgeving. Met de trainer als de sleutelfiguur.

Vechtsport heeft potentie voor jongeren in achterstandssituaties. Vechtsportscholen bieden hen de kans om positieve ervaringen op te doen, die zij niet (genoeg) krijgen in het leven thuis, op school of op straat (Abdallah, 2017). Hierdoor ontwikkelen deze jongeren meer vertrouwen in zichzelf, maar ook in hun omgeving. Randvoorwaarden zijn een veilig sportklimaat en een pedagogisch bekwame trainer.

Wij onderzochten wat maakt dat vechtsport deze jongeren raakt en wat ze ervan leren.

Les 1. Werken aan relaties: vechtsport als tweede thuis

Jongeren omschrijven de sportschool als hun thuis waarin de trainers voor hen als grote broers en zussen zijn. Ze voelen zich er gesteund en identificeren zich met de sportschoolcultuur.

Een ervaren en deskundige trainer betekent veel voor hen. Hij is hun rolmodel en vertrouwenspersoon die hen ook begeleidt bij belangrijke momenten in hun leven buiten de vechtsportcontext, bijvoorbeeld bij hun schoolkeuze. De trainer blijkt jongeren daar te raken waar andere opvoeders niet meer in staat zijn om tot hen door te dringen.

Soms is de interactie echter eenzijdig gericht op de sporttechniek en prestatie en komen andere aspiraties niet aan bod. Door de belangrijke positie die jongeren hun trainer toedichten, bestaat dan de kans dat dit hen afhankelijk en dus kwetsbaar maakt als sporter en als mens. Een bredere identiteitsontwikkeling vergroot hun kansen en maakt hen maatschappelijk veerkrachtiger.

Les 2. Werken aan positieve emoties: het ervaren van succes

Succes ervaren is belangrijk voor een positieve identiteitsontwikkeling. In de vechtsport ervaar je succes door te winnen van jezelf en van een ander én door het gevoel ergens bij te horen. Een jeugdtrainer uit ons onderzoek vertelde dat hij tijdens de rondjes ‘spelboksen’ de jongeren elke training matcht met verschillende tegenstanders. Eén die beter, één die slechter en één die even goed is. Zo ervaart de jongere direct succes, maar ook erkenning én uitdaging in een training.

Veel jongeren vonden dat ze een goede training hadden gehad als het gelukt was om door te zetten of vol te houden bij een moeilijke oefening. De waardering en erkenning van de trainer is voor hen heel belangrijk.

Er wordt op de vechtssportschool ook over emoties, zowel positieve als negatieve, gesproken. De trainer zorgt voor een veilige omgeving waarin dit kan. Hij treedt corrigerend op als blijkt dat de manier van uiten van emoties niet wenselijk of zelfs destructief is.

Vechten buiten de vechtsportschool wordt bijvoorbeeld sterk afgekeurd en bestraft. De structuur die zo wordt gegeven is voor alle vechtende jongeren in de sportschool gelijk. Dit draagt bij aan het gevoel erbij te horen, wat een belangrijke succeservaring is.

Les 3. Werken aan aspiraties: reflecteren op eigen kansen en mogelijkheden

Veel jongeren willen de top in hun sport bereiken en zijn bereid daar hard voor te trainen. Omdat vechtsport intensief is, doorlopen ze vaak een fysieke ontwikkeling – meer spieren, minder vet – die kan bijdragen aan hun zelfvertrouwen en sportieve aspiraties. Ook het doorzetten en de trainingen volhouden, helpen.

De vechtsportschool en vooral de trainer spelen ook hier een grote rol. Een trainer die zelf zijn sporen heeft verdiend in de sport en die de jongeren inzicht geeft in hoe hij dit gedaan heeft, helpt hen te reflecteren op hun eigen kansen.

Hij motiveert en inspireert hen om zelf ook hard te werken voor hun doelen. Een succesvolle trainer of een succesvolle sportschool geeft de jongere het gevoel een redelijke kans te hebben op het behalen van eigen succes of doelen.

Les 4. Werken aan gedrag: jongeren verleiden tot andere keuzes

Vechtsportbeoefening motiveert op verschillende manieren tot gedragsverandering. Sportieve aspiraties kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat de jongere kiest voor een gezondere leefstijl of voor stoppen met geweldsuitoefening op straat of op school. Sportschool en trainers stimuleren de discipline die daarvoor nodig is.

Binnen de sportschool is vaak een duidelijke groepsidentiteit zichtbaar en voelbaar met daaraan verbonden omgangsrituelen. Jonge sporters conformeren zich naar het gewenste gedrag omdat zij de oudere jongeren – vaak de wedstrijdvechters – en de trainers respecteren en net als zij willen zijn. Daarnaast willen ze bij de groep horen. Ze gaan zich dus gedragen – performen – naar de waarden en omgangsregels van de sportschool.

Bovendien kan de trainer hen verleiden tot ander gedrag door ze op het juiste moment te triggeren. Bijvoorbeeld door een gesprek aan te gaan als hij doorheeft dat de jongere worstelt met een conflict op school of thuis. Dit kan de jongere helpen te reflecteren op de gevolgen van bepaald gedrag. Een luisterend oor op het juiste moment motiveert om in een volgende situatie positiever gedrag te laten zien.

Meer pedagogisch bewustzijn bij trainers nodig

Trainers hebben in de vechtsport een uiterst belangrijke rol, maar het ontbreekt hen vaak aan pedagogisch bewustzijn. Zij handelen vanuit een grote passie en eigen ervaring zonder zich bewust te zijn van de impact die ze hebben op jongeren.

De verwachting is dat met bewustwording veel winst is te behalen. Samen met andere trainers sparren over hun lessen en praten over de ontwikkeling van hun pupillen is een manier om aan reflectie te werken. Ook vechtsportopleidingen zouden meer aandacht moeten hebben voor pedagogisch bewustzijn.

Voor duurzame waarborging van de waarde van vechtsport voor alle jongeren moeten trainers ondersteund worden door andere trainers, sportpedagogen, vechtsportbonden en gemeenten.

Tara van den Berg en Maike Kooijmans werken bij Fontys Hogeschool Pedagogiek, respectievelijk als junior onderzoeker en lector Opvoeden voor de Toekomst. Minke van der Kooi is trainee bij Kenniscentrum Sport en Marian ter Haar werkt daar als staffunctionaris kwaliteit. Alle vier zijn lid van het Kennisnetwerk Vechtende Jongeren. In het decembernummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken staat een langere versie van dit artikel.

Congres Vechtsport in jouw gemeente

Op 6 december organiseert Kenniscentrum Sport in samenwerking met de Gemeente Amsterdam, Nederlands Instituut voor Vechtsport en Maatschappij (NIVM) en de Vechtsport Autoriteit de bijeenkomst ‘Vechtsport in jouw gemeente’ in Amsterdam.

Interesse? Meer informatie en aanmelding via de website van Kenniscentrum Sport.

 

Foto: Fort George G. Meade Public Affairs Office (Flickr Creative Commons)

Bronnen

Referenties

Abdallah, S. (2017). Struggles for success: Youth work rituals in Amsterdam and Beirut. Proefschrift. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam

Dit artikel is 16901 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (7)

  1. LS
    Ik stoor me aan de foto bij dit artikel. Dat is een karateka terwijl het stuk over vechtsport gaat. Karate is een Japanse martial art die formeel eindigt op do. Disciplines als judo, kendo, aikido, iaido en karatedo vallen onder de noemer budo. Budo kenmerkt zich door de aanwezigheid van kata en het belangrijkste doel is persoonlijke ontwikkeling.
    Vechtsport (zoals boksen, kickboksen, Krav Maga en MMA) kenmerken zich juist door de afwezigheid van kata en de nadruk op fysieke kracht en het overwinnen van een opponent.
    Ik heb ruim 30 jaar ervaring als zowel budo leraar én als boks en kickbokstrainer. Hoewel ik boksen en kickboksen erg leuk vind als bewegingsvorm wil ik benadrukken dat budo (martial arts) iets totaal anders is.
    Ik lees dat er allerlei experts aan dit stuk meewerken (lector, onderzoekers etc) maar dit verschil is jullie kennelijk niet duidelijk. Dat irriteert mij, vooral omdat de zaken die in dit stuk besproken worden betrekking hebben op de rol van de trainers. En dat is de spijker op zijn kop. De sensei’s die bij budobonden worden opgeleid worden niet alleen beter opgeleid dan bij vechtsportbonden, ze zijn als leerling ook gevormd en opgegroeid met de japanse dojo-etiquette die respect, vriendelijkheid, behulpzaamheid én persoonlijke ontwikkeling hoog in het vaandel hebben staan. Om die reden ontspoort er ook nooit een judo of karatetoernooi. Ik hoef jullie niet te vertellen dat dat bij kickboksen en MMA toernooien nogal eens anders is. Maar dat kan ook niet anders zolang Badr Hari aanbeden wordt in veel scholen. Ik vraag jullie daarom vriendelijk om de foto van de karateka te vervangen door een kickbokser.
    Mvrgr.
    Paul de Nobel
    5e dan karate KBN
    Rijksgediplomeerd karateleraar.
    Boks en kickboksleraar.
    Leraar zelfverdediging.

  2. Beste Paul, wat een ongenuanceerd respectloze reactie. En dat van een Budoman waar je hoog over opgeeft. Jaren leiden wij kickboksleraren op die net zo goed opgeleid zijn als jou budoleraren (die ik ook op leid bij bv de KBN). Die ook een etiquette hebben alleen geen Japanse toevallig. Die ook aan vriendelijkheid en respect werken. Die ook gaan voor persoonlijke ontwikkeling. Die niet achter hun naam een hele lijst van titels zetten omdat ze net als budomensen bescheiden zijn.

    Beste Tara, Minke en Maike…het verbaast me ook een beetje dat er vanuit jullie zelf geen reactie komt.
    Vriendelijke respectvolle gr erik hein

  3. Beste Paul en Erik,

    We waren natuurlijk blij met de plaatsing van ons artikel en hebben niet gelet op de foto.

    Wij weten van de gevoeligheden tussen budo (judo, kendo, aikido, iaido en karatedo) en vechtsport (zoals boksen, kickboksen, Krav Maga en MMA), wat wij zagen in de praktijken die bezochten is de begeleiders als Sensei. Trainers en coaches met aandacht voor techniek, kracht en persoonlijke ontwikkeling.
    Vechtsport, worstelen en Budo zijn van grote waarde voor jongeren die worstelen met zichzelf. Ze leren zich verbinden met anderen, vertrouwen en discipline te ontwikkelen, regels te respecteren. En daarin is de trainer een belangrijk middel, de interactie, de identificatie geeft houvast in hun ontwikkeling als sporter en als mens. Zeker vanuit een club of gym die een tweede thuis voor hen is, dat biedt hen ruimte omzich te ontwikkelen, een plek tussen thuis en de wereld vol oordelen. Ze leren er opboksen, incasseren en feedback geven en ontvangen. Het maakt hen veerkrachtiger, jongeren leren zichzelf kennen in hun reactie op anderen. En op het moment dat je jezelf kent is er de basis voor wat je daarin anders zou willen doen.

    Laten we het collectieve vermogen van worstelen, vecht- en budosport bij te kunnen dragen aan de veerkracht van jongeren niet onderling gaan betwisten! Laten we bijdragen aan de kwaliteit van de begeleiding, een open veilige sportomgeving met een pedagogisch klimaat door elkaar het vertrouwen te geven omdat we weten dat we in de kern naar het zelfde streven! Laten we samen de rottigheid in de sport bestrijden.

    Het heeft mij geinspireerd op 62 jarige leeftijd de bokshandschoen op te pakken. En sinds een jaar ervaar ik hoe ik leer mijn aandacht van mijn hoofd naar mijn basis te verleggen waardoor ik allert en sterker ben geworden. Daartoe gesteund door Marta mijn lerares en de groep fijne jonge vrouwen die elkaar niet sparen maar ook elkaars grenzen respecteren. En dat heeft zeker bijgedragen aan een zekere rust, openheid en respect in mijn bejegening van anderen. En dat is fijn!

    Marian ter Haar

  4. Wat een onzinverhaal van Paul Nobel. Hij kent waarschijnlijk de (unieke) Nederlandse geschiedenis van het Kyokushin Karate en het daaruit voortgekomen Nederlandse kickboksen niet.

    Osu
    Stefan Berkenpas.

  5. Mooi artikel.

    “Trainers hebben in de vechtsport een uiterst belangrijke rol, maar het ontbreekt hen vaak aan pedagogisch bewustzijn. Zij handelen vanuit een grote passie en eigen ervaring zonder zich bewust te zijn van de impact die ze hebben op jongeren”.

    Toevoeging van mijzelf.
    Het pedagogisch bewustzijn is enorm belangrijk. Niet alleen trainers, maar ook ouders willen van hun kind vaak een vechtsporter maken. Het belangrijkste is dat men kinderen laat ontwikkelen tot kinderen die stevig in hun schoenen staan, de wereld aankunnen.

    Daarbij is het belangrijk dat zij leren samenwerken, hun grenzen leren aangeven, hulp durven vragen en kunnen geven, voor zichzelf op durven komen of voor een ander, hun emoties herkennen en erkennen en nog zoveel meer naast de technische kant van vechtsport. Vechtsport is een middel, maar geen doel opzich als het om kids gaat. Op latere leeftijd kunnen zij dan zelf bepalen hier wel of geen doel van te maken. Dit is niet aan de ouders of de trainers, maar aan de, tegen die tijd, jongvolwassene zelf.

  6. Wat ze nu zeggen daar ben ik in de jaren 90 al mee begonnen alleen jammer dat de overhead na 10 jaar anders over ging denken en sluiten de plekken waar we heel goed mee bezig waren

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *