In het huidige publieke debat over verwarde personen wordt nogal eens vergeten dat er in 2012 al 40 duizend mensen als ’verward’ geregistreerd werden. Verwarde personen zijn er altijd geweest, zullen er ook blijven, en er is, mag je veronderstellen, ook altijd al opvang voor hen geweest. De reden waarom er sinds anderhalf jaar driftig over gediscussieerd en geschreven wordt, is de stijging van het aantal. In 2015 bijna 75 procent ten opzichte van 2012. Je zou dus zeggen dat vooral die stijging onderwerp van gesprek zou moeten zijn. Waar komt het door? En vervolgens, wat is er aan te doen?
Eindrapport Aanjaagteam biedt weinig reden tot optimisme
Wonderlijk genoeg richt de aandacht zich in de laatste anderhalf jaar echter voornamelijk op de zorg als mensen al verward zijn. Er wordt driftig gedweild, tot en met een almaar stijgend aantal dwangopnames toe, en ondertussen staat de kraan open.
Eind september rondt het door minister Schippers ingestelde Aanjaagteam Verwarde Personen haar werkzaamheden af. Het net voor de zomer verschenen tweede tussenrapport - ’Samen verder doorpakken’ - kan als de ruwe schets van het eindrapport beschouwd worden. En dat document stemt niet optimistisch.
Het team onder leiding van de burgemeester van Alphen aan den Rijn, Liesbeth Spies, heeft de problematiek in de volle breedte in kaart gebracht en een fors aantal ‘versnellingspunten’ benoemd. In vogelvlucht: samenwerken vanuit gezamenlijk handelingsperspectief, ontkokeren en defragmenteren, verbetering van de verantwoordingspraktijk, opheffen van gescheiden financieringspraktijken, verminderen van de bureaucratie, expliciteren van de regierol en ten slotte het ontwikkelen van een meerjarige investeringsagenda.
Betere ondersteuning vanuit het systeem gaat er niet komen
Het Aanjaagteam bedoelt het vast niet zo, maar haar boodschap is dat een betere ondersteuning voor mensen met aanleg voor verward gedrag er niet gaat komen. De versnellingspunten zijn al in vele, eerdere rapporten over zorg en welzijn te lezen. We leven in een wereld waarin nauwelijks sprake is van een gezamenlijk handelingsperspectief en verkokering en fragmentering feiten zijn. Een wereld waarin verantwoordingspraktijken te weinig aansluiten bij de werkelijkheid, financieringspraktijken gescheiden blijven, logge bureaucratie een gegeven is en de regisseur - welke dan ook - onvoldoende doorzettingsmacht heeft. Wat het Aanjaagteam in feite zegt, is: hoe erger je problemen, hoe meer het systeem goede zorg tegenwerkt. Wie naar andere domeinen kijkt, zie bijvoorbeeld het recente rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over schuldhulpverlening, weet dat deze pijnlijke constatering helaas vaker geldt in de wereld van zorg en welzijn.
Dus terug naar de samenleving
En dat stemt toch optimistisch.
Want ondertussen heeft het adagium dat kwetsbare mensen zoveel mogelijk moeten deelnemen aan de samenleving stevige voet aan de grond gekregen. Voor veel problematiek geldt dat stabilisatie, herstel of het vertragen van achteruitgang gebaat zijn bij maatschappelijke participatie. De in de geestelijke gezondheidszorg voorgenomen beddenafbouw van een derde in 2020 leunt bijvoorbeeld op die gedachte. Zo kort mogelijk intramuraal, zo lang mogelijk in de wijk. Het zou nog goedkoper zijn ook.
Een mooie bijvangst van deze ontwikkeling is dat dus voortdurend getracht wordt mensen zo min mogelijk in dat vermaledijde systeem terecht te laten komen, zoals dat door het Aanjaagteam zo uitputtend beschreven wordt. De inzet is om mensen zo lang mogelijk in het leven van alledag te houden. De vraag is vervolgens, en het aanjaagteam besteedt hier helaas te weinig woorden aan, hoe je dat doet.
Zelfstandig wonende mensen met aanleg voor verward gedrag worden in hun dagelijks leven omgeven door buren, vrienden en familie. Ze huren een woning bij een corporatie, ze hebben een huisarts, ze zijn - idealiter - bekend bij het wijkteam, ze besteden hun dag enigszins zinvol. Je zou wensen, de participatiesamenleving indachtig, dat juist het samenspel tussen deze partijen versterkt wordt en dat de meer specialistische zorg dat samenspel serieus neemt.
Echter, de cliënt krijgt te weinig gelegenheid zijn of haar verantwoordelijkheid te nemen, signalen van de familie worden vaak genegeerd, de buurman weet niet wie te bellen, de woonconsulent van de woningcorporatie is onvoldoende thuis in het inschatten van de problematiek, het contact tussen huisarts en ggz is verre van optimaal en het wijkteam is niet op de hoogte van de problematiek van bewoners. Allemaal aspecten die wanneer ze wel worden opgepakt er toe kunnen leiden dat mensen als ze het moeilijker krijgen sneller gezien en geholpen worden, maar die - en dat is belangrijker - er ook aan zouden bijdragen dat mensen stabiel blijven en verder herstellen.
Is de gezonde samenleving het doel? Neem haar dan serieus…
Waar het in de kern om lijkt te gaan, is dat als een gezonde samenleving het doel is van de zorg, die samenleving ook serieus genomen wordt door de zorg. Sterker nog, dat de zorg haar werk en middelen deels overdraagt aan de samenleving. Het kan dus niet zo zijn dat de ggz de samenleving als instrument beschouwt voor de behandeling van haar clientèle, waar ze naar eigen goedkeuren gebruik van kan maken. Het past evenmin dat zorgverzekeraars de samenleving beschouwen als bezuinigingsinstrument.
Het is hoopgevend dat in het hierboven beschreven samenspel stappen vooruit worden gezet. De GGZ in de regio Eindhoven biedt voor professionals in de allereerste lijn een cursus ‘Mental First Aid’ aan. De Praktijk Ondersteuner Huisartsenzorg-ggz is in steeds meer huisartsenpraktijken te vinden, in wijkteams is meer specialistische kennis aanwezig, FACT-teams zoeken samenwerking met andere partijen en de Eigen Kracht-conferentie lijkt terrein te winnen. Maar met name in het benutten en ontwikkelen van de echte samenleving – cliënten, buren, familie, vrienden – valt nog een wereld te winnen. Het is soms alsof de zorg als puntje bij paaltje komt die samenleving geen partner wil laten zijn.
En vergeet het systeem
Het is dan ook jammer dat het aanjaagteam zoveel tijd en energie verspilt aan het willen verbeteren van het systeem. Vergeet dat systeem en zet in op een samenleving waarin voorkomt wordt dat mensen er überhaupt, of verder dan nu het geval is, in terechtkomen. Laten we werken aan een werkelijk gezamenlijke en preventieve geestelijke gezondheidszorg.
Piet-Hein Peeters is hoofdredacteur van Zorg + Welzijn. Hij publiceerde een klein jaar geleden ‘Verwarde personen zijn het probleem niet’ bij uitgeverij Pepijn.
Foto: Alex Proimos (Flickr Creative Commons)