Vrouwen versnellen inkomensgroei tweeverdieners

Vrouwen zijn de afgelopen jaren meer gaan verdienen, bij tweeverdieners dragen ze steeds meer bij aan de huishoudportemonnee. De inkomens van eenverdieners blijven daarbij achter.

Het gemiddeld verdiende inkomen van werkende vrouwen is in de periode 2006-2016 gestegen. Bedroeg het in 2006 op jaarbasis nog 26,5 duizend euro bruto (prijspeil 2016), in 2016 was dat opgelopen naar ruim 29 duizend euro. Dit komt vooral doordat steeds meer vrouwen een grote in plaats van een kleine deeltijdbaan hebben. Werkte in 2006 nog een derde van de vrouwen minder dan 20 uur per week, in 2016 was dat afgenomen tot iets meer dan een kwart. Tegelijkertijd nam vooral het aandeel met een grote deeltijdbaan van minimaal 28 uur in die periode toe (CBS StatLine, 2018a).

 

Vrouw draagt steeds meer bij aan de huishoudportemonnee

Doordat vrouwen meer zijn gaan verdienen, maakt het inkomen van de vrouw een steeds groter deel uit van het totaal verdiende inkomen van een tweeverdienerspaar (zie kader voor definitie). In 2006 droeg bij een tweeverdienerspaar de vrouw gemiddeld bijna 33 procent bij aan het inkomen. In 2016 was dat opgelopen naar bijna 36 procent. Bij tweeverdieners met kinderen steeg het percentage harder: van 29 naar 34 procent in 2016.

Bij vier van de vijf tweeverdieners is het inkomensaandeel van de vrouw minder dan de helft. Behalve het overwegend in deeltijd werken speelt ook het gemiddeld lagere uurloon van vrouwen hierin een rol. Bovendien komt het nog altijd vaker voor dat de man de hoogst opgeleide partner is (CBS, 2017). Bij een relatief grote groep tweeverdieners van bijna 20 procent lag in 2016 het inkomensaandeel van de vrouw tussen de 25 en 35 procent, in 2006 was dat tussen 20 en 30 procent.

Een- en tweeverdieners

Tweeverdieners zijn afgebakend als de groep particuliere huishoudens bestaande uit (echt)paren met of zonder kinderen van wie zowel de hoofdkostwinner als diens partner inkomen in ieder geval heeft uit arbeid of eigen onderneming (en eventueel andere inkomsten). Bij eenverdieners heeft één lid van het paar inkomen uit arbeid of eigen onderneming. Alleen paren van wie beide paarleden onder de AOW-leeftijd zijn, doen hierbij mee. In 2016 telde Nederland 2,3 miljoen tweeverdieners, 610 duizend eenverdieners en 122 duizend paren zonder inkomen uit werk. Dat betekent dat ruim drie kwart van alle paren tweeverdiener is. Tien jaar eerder was dat nog 69 procent.

Inkomen van tweeverdieners met kinderen groeit het sterkst

Doordat vrouwen steeds meer zijn gaan verdienen, liepen de inkomens van een- en tweeverdieners steeds verder uit elkaar. In 2016 lag het (voor huishoudenstype gecorrigeerd) besteedbare inkomen van tweeverdieners 28 procent boven dat van eenverdieners. In 2011 was dat nog 21 procent.

Ook fiscale maatregelen om werken financieel aantrekkelijker te maken speelden hierbij een rol. Zo hebben tweeverdieners de laatste jaren meer voordeel gehad van de verruimde arbeidskorting dan eenverdieners. Verder konden tweeverdieners met kinderen profiteren van de verhoogde combinatiekorting. Hun inkomen nam dan ook het meest toe. Eenverdieners werden juist de dupe van het steeds verder inperken van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting (ook wel ‘aanrechtsubsidie’ genoemd).

Vrouwen zijn steeds vaker hoofdkostwinner

Onder zowel eenverdieners als tweeverdieners is de hoofdkostwinner doorgaans een man: 84 respectievelijk 80 procent. Wel groeide in beide groepen het aandeel vrouwelijke hoofdkostwinners. Vooral in tweeverdienersparen met kinderen hebben vrouwen een inhaalslag gemaakt en is steeds vaker de moeder in plaats van de vader de hoofdkostwinner.

Zo groeide het aandeel vrouwelijke hoofdkostwinners bij hen van bijna 13 procent in 2011 naar ruim 17 procent in 2016. Behalve de al genoemde langere werkweek, komt dit ook doordat vrouwen vaker evenveel uren blijven werken na de geboorte van hun eerste kind. Een vader en moeder die beide voltijds werken bijvoorbeeld, is steeds gebruikelijker geworden (Portegijs en Van den Brakel, 2016).

Steeds meer vrouwen met partner economisch zelfstandig

Het streven naar meer economische zelfstandigheid van vrouwen staat al jaren hoog op de politieke emancipatieagenda. Vrouwen moeten financieel op eigen benen kunnen staan en niet afhankelijk zijn van hun partner. Met de inkomensgroei van vrouwen zijn er steeds meer vrouwen die minimaal de bijstand van een alleenstaande verdienen, en daarmee economische zelfstandig zijn. Vooral de economische zelfstandigheid van vrouwen met een partner nam toe (StatLine, 2018b).

 Marion van den Brakel, Kai Gidding en Bart Huynen zijn statistisch onderzoeker bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dit artikel is een bewerking van: Financiële situatie van een- en tweeverdieners uit de CBS-reeks Statistische Trends.

Foto: TT Technical Research Centre of Finland (Flickr Creative Commons)