Waarom Nederlanders van migrantenafkomst wél emanciperen

Een gezaghebbende imam in Turkije heeft bij het begin van de Ramadan frontaal de aanval geopend op LHBTI-personen. En in Amsterdam-oost is een koppel van twee jongens aangevallen vanwege hun seksuele geaardheid door jongens van migrantenafkomst. Maar in ons land is ook een tegenbeweging. Die kan steun van Nederlandse gemeenten en professionals goed gebruiken.

Een gezaghebbende imam in Turkije heeft bij het begin van de Ramadan frontaal de aanval geopend op LHBTI-personen. En in Amsterdam Oost is een koppel van twee jongens aangevallen vanwege hun seksuele geaardheid door jongens van migrantenafkomst. Deze negatieve ontwikkelingen krijgen (terecht!) veel aandacht maar minder bekend is dat ons land een groeiende te-genbeweging kent: meer dan honderd vrijwilligers zetten zich in om binnen gemeenschappen van mensen van migranten- of vluchtelingenafkomst de houding ten opzichte van LHBT-acceptatie en vrouwenemancipatie van binnenuit te veranderen. Zij verdienen nu, meer dan ooit, onze steun.

De verandering van binnenuit-beweging opereert niet met roeptoeters maar is meer een fluisterende golf. Stap voor stap proberen moedige mensen al jaren om mentaliteitsverandering op gang te brengen. Dat gebeurt door zelforganisaties van migranten – en vluchtelingen die hun nek uit durven steken. Zij leiden zogeheten ‘gespreksleiders’ of ‘changemakers’ op die zelf ook een migranten- of vluchtelingenafkomst hebben.

Werk dat niet zonder risico is

Die gespreksleiders hebben vaak zelf door de jaren heen ervaren hoe beknellend rigide opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid en seksualiteit kunnen zijn. ‘Wakker geworden’, breken zij tijdens bijeenkomsten in buurthuizen en huiskamers een lans voor zelfbeschikking: van vrouwen en mannen, homo- bi-en heteroseksuelen. De aflopen 3 jaar zijn er onder naam ‘Alliantie Verandering van Binnenuit’ al bijna 700 (!) van dit soort lokale bijeenkomsten gehouden.

Hun vrijwilligerswerk is niet zonder risico. Wie zijn nek uitsteekt krijgt te maken met weerstand. Dat geldt voor de gespreksleiders, maar ook voor hun organisaties. Die organisaties hebben hun krachten gebundeld in het consortium zelfbeschikking. Zij weten nog hoe in de jaren ‘80 en ‘90 medewerkers van hun organisaties ‘beschuldigd’ werden van homoseksualiteit en zelfs bedreigd werden als zij het thema wilden bespreken.

Maar ze zijn moedig doorgegaan en met succes: ze merken nu dat het thema steeds makkelijker bespreekbaar is geworden (‘Eerst durfde men het woord homo niet te zeggen’), en dat er meer respect is voor LHBT-personen. Dit is terug te zien in de cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau: van de Turkse-Nederlanders antwoordde 53 procent in 2010 positief op de stelling dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen vrij moeten kunnen leven zoals zij dat willen, terwijl dat percentage in 2015 al was opgelopen tot 65 procent.

Beweging buiten het blikveld van Nederlanders

Het hete hangijzer is voor hen nog ‘wat als je eigen kind LHBT is?’ Maar ook hierover wordt steeds vaker open gepraat binnen open gepraat door mensen met een migrantenachtergrond. Gesprekleiders gaan in de bijeenkomsten die zij houden in Turkse kringen bijvoorbeeld eerst het gesprek aan over opvoeding en de wens van kinderen om eigen beslissingen te nemen. Ze verschuiven dan vervolgens langzaam het gespreksthema naar de partnerkeuze van kinderen. Door deze stapsgewijze aanpak komen er ook vaak positieve reacties op de vraag ‘wat als jouw dochter een relatie heeft met een vrouw?’

Deze veelkleurige emancipatiebeweging speelt zich af buiten het blikveld van veel Nederlanders. Maar deze groepen kunnen niet helemaal alleen zorgen voor een omwenteling in het denken over gender en seksualiteit onder Nederlanders van migranten -of vluchtelingenafkomst. Mentaliteitsverandering is een kwestie van lange adem waarbij de aanhouder vaak wint.

Steun van gemeenten en professionals is welkom

Daarom hebben deze changemakers hulp nodig van hun gemeenten: zij kunnen immers lokale zelforganisaties bij hun emancipatieactiviteiten ondersteunen en die faciliteren zodat de organisaties hun werk grondig en duurzaam kunnen doen. Een aantal grote steden helpt al, maar te weinig andere gemeenten zien in zelforganisaties van migranten- en vluchtelingen een gesprekspartner of een samenwerkingspartner.

Pas als die gemeenten ook willen helpen veranderen kunnen de ‘changemakers’ van de zelforganisaties echt de strijd aangaan met de conservatieve haatpredikers. Maar ook de steun van sociale professionals is welkom: zij kunnen zelforganisaties praktisch gezien ondersteunen en ook indien nodig de drempel verlagen naar de hulpverlening wanneer mensen dreigen vast te lopen in hun emancipatieproces.

Nu de klok dreigt te worden teruggedraaid in Turkije is het dus ‘alle hens aan dek’ want deze beweging heeft meer dan ooit de steun nodig van de hele Nederlandse samenleving.

Hanneke Felten is onderzoeker bij Movisie en projectleider Alliantie Verandering van Binnenuit & het consortium zelfbeschikking (bestaande uit o.a. het IOT, HTIB, Stichting Kezban, Landelijke werkgroep Mudawwanah en VON).

 

Foto: Carl Campbell (Flickr Creative Commons)