Migratie- en integratie­deskundigen in gesprek

Waarom de ggz tekortschiet voor mensen met migratieachtergrond

Over dit platform

Categorie: Psychische zorg

De ggz sluit onvoldoende aan bij de culturele en religieuze belevingswereld van cliënten met een migratieachtergrond. Dit leidt tot uitval, wantrouwen en gemiste kansen op herstel. Psycholoog in opleiding Guled Abdulle pleit voor een meer contextuele benadering van psychische zorg.

Door Guled Abdulle

Gepubliceerd op: 1 juli 2025

 

Meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond (CBS,2024). Toch blijft de geestelijke gezondheidszorg grotendeels ingericht naar een westers, individualistisch model. Binnen dit model staat de autonomie van het individu centraal. Psychisch lijden wordt vaak benaderd via DSM-classificaties (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) en protocollen. Voor veel biculturele cliënten sluit deze benadering echter niet aan op hun werkelijkheid, waarin spiritualiteit, familie-eer of collectieve identiteit centraal kunnen staan.

Abshir vertelt over dromen van zijn overleden vader, over schuldgevoel en zijn behoefte aan spirituele zuivering

Neem Abshir, een jonge man van Somalische afkomst die zich meldt met slaapproblemen, vermoeidheid en onrust. Zijn behandelaar herkent symptomen van depressie. Abshir vertelt over dromen van zijn overleden vader, over schuldgevoel en zijn behoefte aan spirituele zuivering. De behandelaar hoort het, maar doet er weinig mee. Na vier gesprekken haakt Abshir af.

De ggz leunt sterk op het biomedische model, een model dat voor veel mensen waardevol is, maar de gevoeligheid mist voor culturele interpretaties van leed. Klachten die religieus worden beleefd, zoals zingeving na verlies, worden dan onbedoeld gemedicaliseerd.

Veel behandelvormen zijn gestoeld op een bepaalde psychologische logica die niet universeel is

Ook zijn veel behandelvormen, zoals cognitieve gedragstherapie, gestoeld op een bepaalde psychologische logica die niet universeel is. Als cliënten zich daar niet in herkennen, haken ze af of voelen ze zich onbegrepen. Cognitieve gedragstherapie veronderstelt een autonome, reflectieve cliënt, wat niet altijd aansluit bij bi-culturele contexten met collectieve plichten en morele loyaliteiten.

Cultuur, religie en context meenemen

Internationaal groeit het inzicht dat cultuur, religie en context niet optioneel zijn in de ggz, maar echt meegenomen moet worden in een behandeling, wil die effectief zijn. Instrumenten zoals het Cultural Formulation Interview (CFI) uit de DSM-5 helpen om in kaart te brengen hoe iemand zijn klachten beleeft binnen zijn culturele referentiekader (Lewis-Fernandez et al., 2016). Het CFI helpt behandelaren om culturele spanningen zichtbaar te maken en de zorg daarop af te stemmen. Ook een model als het ecologisch systeemmodel van Bronfenbrenner (1981) maakt duidelijk dat psychisch functioneren ingebed is in gezin, gemeenschap en samenleving.

De islamitische psychologie benadert psychisch lijden als een verstoring van moreel-spiritueel evenwicht

Tot slot biedt de islamitische psychologie — mits zorgvuldig ingebed — waardevolle perspectieven op de samenhang tussen ziel, lichaam en spirituele groei (Haque, 2004). De islamitische psychologie benadert psychisch lijden als een verstoring van moreel-spiritueel evenwicht, waarbij verbondenheid met de Schepper en de fitrah (de natuurlijke aanleg waarmee men geboren wordt) centraal staat.

Dit biedt aanknopingspunten voor cliënten die hun klachten religieus of existentieel duiden. Deze psychologie moet alleen aanvullend en methodisch verantwoord worden toegepast, binnen een bredere behandelstrategie die religieuze beleving erkent zonder die te pathologiseren.

Naar cultuursensitieve zorg

De toepassing van zulke modellen vraagt om structurele veranderingen. Opleidingen moeten meer aandacht besteden aan cultuur- en religiesensitiviteit. Ggz-instellingen moeten ruimte maken voor geestelijk verzorgers, ervaringsdeskundigen en culturele bemiddelaars.

Cultuursensitieve zorg leidt tot betere behandelrelaties, meer therapietrouw en minder uitval

Reflectie op de eigen aannames en normen binnen het behandelteam is essentieel. Dit is niet alleen wenselijk uit oogpunt van inclusie, maar ook noodzakelijk om goede zorg te leveren. Cultuursensitieve zorg leidt tot betere behandelrelaties, meer therapietrouw en minder uitval (Bhugra & Bhui, 2018).

In het geval van Abshir had het Cultural Formulation Interview waarschijnlijk houvast kunnen bieden om de religieuze betekenis, familiale plichten en culturele context van zijn klachten te verkennen. Zulke dimensies blijven in het biomedisch model vaak onderbelicht, met risico op vervreemding. Zorgvuldige inzet van het CFI had de behandeling beter kunnen afstemmen op Abshirs leefwereld.

De verhalen van cliënten zoals Abshir zijn geen uitzondering

De verhalen van cliënten zoals Abshir zijn geen uitzondering. Ze wijzen op een structurele blinde vlek in het huidige ggz-systeem. Als we willen dat geestelijke gezondheidszorg werkelijk voor iedereen toegankelijk is, moeten we meer doen dan protocollen aanpassen. We moeten onze blik verruimen en erkennen dat psychisch leed vele gezichten heeft en net zoveel betekenissen en van daaruit mensen met psychische klachten behandelen.

Guled G. Abdulle is psycholoog in opleiding, manager in de jeugdzorg en maatschappelijke opvang, en adviseur diversiteit bij het Rode Kruis. Binnenkort verschijnt zijn sociaal-politieke roman Twee zijden van dezelfde munt.

 

Foto: Alex Green via Pexels.com

Delen

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De Adviesraad Migratie, Movisie, het Centrum voor Governance van migratie en diversiteit van de Leiden-Delft-Erasmus-universiteiten en het WODC staan als initiatiefnemers van dit platform niet noodzakelijk achter de inhoud van de artikelen en deze kan dan ook niet worden toegeschreven aan de initiatiefnemers, maar zij steunen een door wetenschappelijke kennis geïnformeerd debat.