Hoe Jason Bhugwandass de ZIKOS-afdelingen wist te sluiten

Jason Bhugwandass (1998) bereikte in 2024 met zijn onderzoeksrapport Eenzaam gesloten dat de ZIKOS-afdelingen, de zwaarste vorm van gesloten jeugdzorg, werden gesloten. Zijn persoonlijke verhaal.

In 2015 werd ik als 17-jarige geplaatst op de ZIKOS-afdeling van gesloten jeugdzorginstelling Harreveld. Het was bedoeld als een laatste strohalm – een wanhopige poging van mijn jeugdbeschermer om mij te stabiliseren. Achteraf is daarbij een flinke baal stro over het hoofd gezien. Ik vraag me af hoe anders mijn leven was gelopen als ik toen in een warm gezin was geplaatst. Of als er eerst andere opties waren benut, zoals ambulante hulpverlening, dagbehandeling, een open residentiële groep of een gezinshuis.

In plaats daarvan kwam ik in een verouderd gevangenispand terecht, met groepsleiders die hun gedachtegoed van de justitiële jeugdinrichting hadden gestolen.

ZIKOS-rapport Eenzaam gesloten

Op 12 maart 2024 publiceerde Jason Bhugwandass zijn rapport Eenzaam gesloten over de ZIKOS-afdelingen in de gesloten jeugdzorg, bedoeld voor kinderen met complexe psychiatrische problemen. ZIKOS staat voor Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie.

Op deze afdelingen verbleven jongeren in een extreem isolement, waarbij ze gemiddeld bijna 21 uur per dag doorbrachten ‘op kamer’. De kamers werden door de jongeren beschreven als cellen, met zware deuren, kleine luikjes, en stalen meubilair dat aan de grond vastzat. In sommige gevallen hadden jongeren geen toegang tot basisvoorzieningen zoals een pen of een stoel.

Jongeren vertelden Bhugwandass tijdens zijn onderzoek dat zij blootgesteld werden aan psychisch, fysiek en seksueel geweld van groepsleiders. Zij mochten geen emoties tonen en moesten hun meningen onderdrukken. Daarnaast gaven zij aan dat vrijheidsbeperkende maatregelen te snel, te lang en te zwaar werden ingezet. Van de jongeren hield 90 procent traumaklachten over aan hun periode op de ZIKOS-afdeling. Het ZIKOS-rapport leidde tot de definitieve sluiting van de afdelingen.

Het rapport Eenzaam gesloten kun je hier downloaden.

Na een aantal maanden mocht ik voor het eerst met verlof. De instelling was in een gulle bui, want ik kreeg zes hele uren in vrijheid. Met mijn moeder en broertje vertrok ik naar Winterswijk om een film in de bioscoop te zien. Ik dacht dat ik zou genieten van het leven buiten de hekken – ik had er immers lang naar uitgekeken – maar het extreme, prikkelvrije isolement van de ZIKOS-afdeling liet zich gelden. De drukte greep me naar de keel, zodanig dat ik het niet verborgen kon houden voor mijn moeder. Het verlof is toen vroegtijdig afgebroken.

In wezen kon ik de prikkels niet goed meer verwerken. Dat is nooit hersteld

Ondanks de toen al aanwezige wetenschappelijke kennis over de desastreuze effecten van extreem isolement op een adolescentenbrein, zaten mijn groepsgenoten en ik bijna de hele dag alleen opgesloten in een gestripte cel. De hersenschade die dat kan veroorzaken, is permanent. En de pogingen om mijn nieuwverworven beperking te negeren, waren dus zinloos.

Het mislukte bioscoopuitje bleek geen angststoornis, zoals toentertijd gedacht werd. In wezen kon ik de prikkels niet goed meer verwerken. Dat is nooit hersteld. Zodanig dat ik vorig jaar duurzaam ben afgekeurd, zonder zicht op verbetering.

Boek over gesloten jeugdzorg

Ik probeerde me bij die beperking neer te leggen. In 2024 zou ik mezelf niet langer naar buiten forceren. In plaats daarvan wilde ik een informatief, betogend boek schrijven over de gesloten jeugdzorg. Terwijl ik bezig was met de research voor dat boek, publiceerde de inspectie een aantal rapporten.

Het rapport over Harreveld was het eerste stuk dat ik las. Met cynisme, moet ik bekennen. Ik heb nog nooit een inspectierapport gelezen dat recht deed aan de situatie. Dit rapport was daar geen uitzondering op. Maar een bijzin gaf wel net voldoende informatie om mijn planning overhoop te gooien: de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) moest de ZIKOS-afdelingen nog inkopen.

De ervaring van een individu wordt altijd geïnterpreteerd als een incident

Als de inkoop nog niet gedaan is, ligt er nog geen contract. Ik wist dat een strategisch spel het einde van de ZIKOS-afdelingen kon betekenen. Maar ik wist ook dat ik daar zoveel mogelijk jongeren voor nodig zou hebben. In een gezonde sector zou één ernstig signaal genoeg zijn. Maar de jeugdzorg is geen gezonde sector en de ervaring van een individu wordt altijd geïnterpreteerd als een incident. In de acht jaar die verstreken waren, had ik immers iedereen al op de hoogte gesteld van de misstanden op de ZIKOS-afdeling. De aanbieders, de inspectie, rechters, de media. Klaarblijkelijk was er iets anders nodig.

Grootste bak stront

Om zoveel mogelijk jongeren te werven, plaatste ik een oproep op Instagram en op TikTok. Hoewel het mijn jongste platforms zijn, is mijn bereik daar het grootst. Dat is een onbedoeld gevolg van de – toen nog – grootste bak stront die ik in het ervaringsdeskundigenwerk heb moeten incasseren.

Dat jongeren beschadigd zijn geraakt in de zorg, is natuurlijk vooral erg voor de hulpverlener

Toen wij met Stichting Het Vergeten Kind in 2022 campagne voerden tegen de gesloten jeugdzorg, kreeg ik een stortvloed aan boze hulpverleners over me heen. LinkedIn-hulpverleners, overigens. Wellicht zijn zij niet representatief voor de hele groep, maar ze zijn wel erg vocaal. Ze konden niet horen dat jongeren door de gesloten jeugdzorg getraumatiseerd zijn. Sterker nog, ze voelden zich persoonlijk aangevallen toen de jongeren hun verhaal deden. Dat jongeren beschadigd zijn geraakt in de zorg, is natuurlijk vooral erg voor de hulpverlener.

Tussen de relazen over hoe moeilijk de jongeren zijn (‘de meest gedragsgestoorde jongeren van Nederland’); hoe hoog de werkdruk ligt (‘ga er maar staan!’); hoe goed de intenties zijn (de béste); en hoe sommige jongeren wel geholpen zijn (hier graag anekdotisch bewijs), kwam er ook een flinke portie gaslighting, emotionele manipulatie. In dat opzicht verschillen de jeugdzorg en mijn ouders niet veel van elkaar. De verhalen zouden namelijk gelogen of opgeblazen zijn.

Paradijselijk bestaan

Het is een wonder, maar ik spreek altijd hulpverleners die nét op de groepen werken waar jongeren een paradijselijk bestaan leiden. Dus toen het LinkedIn-leger mij vertelde dat jongeren het helemaal niet met mij eens waren, ben ik begonnen op Instagram en TikTok. Als dat echt zo was, kon ik misschien in een ijssalon gaan werken. Achteraf is de realiteit verdrietiger. Jongeren bleken veelal helemaal niet tevreden. Dus toen ik vroeg wie over de ZIKOS-afdelingen wilde vertellen, meldden zestig jongeren zich aan.

Na twee weken overhandigde ik 230 pagina’s aan formulieren, die direct leidden tot een tijdelijke opnamestop

Tijdens het afnemen van de interviews, ontpopte er zich in mijn hoofd een schaakspel. In het inspectierapport stond dat de VNG de inkoop snel moest doen. Als ik wilde dat de verhalen van de jongeren werden meegenomen, moest ik deze kunnen presenteren voor het contract werd getekend. Ik wist alleen niet wanneer dat zou zijn. Om te voorkomen dat ik te laat zou zijn, werkte ik dag en nacht door. Na twee weken kon ik 230 pagina’s aan geanonimiseerde formulieren overhandigen. De formulieren leidden direct tot een tijdelijke opnamestop, maar om druk op de ketel te houden, vertelde ik dat ik een rapport zou schrijven.

Gebluft

Ik stuitte vervolgens op het probleem dat ik wel gebluft had een rapport te schrijven, maar eigenlijk niet wist hoe dat moest. Na mijn eerste jaar aan de universiteit moest ik met mijn opleiding stoppen omdat ik niet aan de aanwezigheidsplicht kon voldoen. Ik had nog nooit onderzoek gedaan. En tot overmaat van ramp startte de inspectie haar eigen onderzoek naar de ZIKOS-afdelingen. Om de overhand te houden, wilde ik mijn rapport als eerste publiceren.

Tussen het coderen en schrijven door, probeerde ik mijn kaarten uit te breiden. Als er geen adequate reactie volgde op de formulieren, was er externe steun nodig. Ik zocht toevlucht bij belangenbehartigers, garantstelling van Kamervragen en media-aandacht. Mijn redding was Wouter Booij, die op persoonlijke titel mijn woordvoerder werd.

Tot mijn verbazing haalde het ZIKOS-rapport elke krant

Dat bleek geen overbodige luxe. Zes weken na het lezen van dat ene zinnetje in het inspectierapport, lag het ZIKOS-rapport er. Tot mijn verbazing haalde het elke krant. Het leek gecoördineerd, maar voelde als een ongeluk. De inhoud van het rapport had namelijk helemaal geen nieuwswaarde.

Wie een beetje behendig is met Google, leest dat de misstanden op de ZIKOS-afdelingen al verschillende keren in de media zijn verschenen. In 2019 rakelde een jongere versie van mijzelf in een uitzending van Omroep Gelderland zelfs een identieke opsomming van de conclusies van het rapport op. Het verschil is dat het deze keer wel geloofd werd.

Ik schreef het rapport met de prille hoop dat de VNG de inkoop van de ZIKOS-afdelingen zou afbreken, maar de effecten zijn onverwachts een stuk groter geweest. De Tweede Kamer besloot de gesloten jeugdzorg versneld af te bouwen en stemde daarnaast voor het maken van excuses aan kinderen die in de gesloten jeugdzorg beschadigd zijn.

Nalatenschap

Hoewel de negatieve effecten van gesloten jeugdzorg steeds beter erkend worden, bestaat er geen aanbod voor deze jongeren. Daarom organiseer ik nu zelf nazorgweken. Bij aanvang vertellen de jongeren vrijwel allemaal dat ze complex zijn. Tijdens de week wordt duidelijk wat zij daarmee bedoelen: ze dissociëren, herbeleven of kunnen snijden als ze herinnerd worden aan de afschuwelijke tijd die zij binnen de muren hebben gehad.

Alles is altijd uit te leggen als je de context van hun leven meeneemt

Van een afstand zie ik hoe zij – zoals ik – helemaal niet zo complex zijn. Als ze dissociëren, doen ze een zuur snoepje in de mond en zetten we de kabouterdans op. Als ze een non-epileptische aanval hebben, zorgen we dat hun hoofden niet tegen de grond knallen. En alles is altijd uit te leggen als je de context van hun leven meeneemt. Wie daarin complexiteit ziet, toont vooral zijn eigen onkunde.

Had de wereld hen omarmd, dan had men liefde voor deze jongeren gevonden. Ze zijn opvallend grappig, speels en zorgzaam. Het ZIKOS-rapport is hun nalatenschap aan de komende generaties. In 2015 hoopte ik dat ik anderen voor het ZIKOS-regime kon behoeden. Maar het zijn de jongeren die ik niet heb kunnen beschermen – de jongeren die na mij kwamen – die deden wat ons niet eerder gelukt was. Zij bepaalden het einde.

Jason Bhugwandass zet zich sinds 2016 in als ervaringsdeskundige in de jeugdzorg. Hij geeft lezingen en gaat het gesprek aan met jeugdhulporganisaties, gemeenten, politici, journalisten en beleidsmakers.

 

Dit artikel is 3791 keer bekeken.

Reacties 5

  1. Uit dit relaas komt het beeld op van clienten van de zorg die tegen hun hulpverleners moeten strijden om blijvende verbeteringen te bewerkstelligen en daarbij door externe steun (o.a. politici die kamervragen stellen) worden geholpen. Komt dit alleen voor in wat de schrijver ongezonde sectoren noemt zoals de gesloten jeugdzorg? In welke andere sectoren nog meer? Wat kenmerkt die sectoren?
    Hoe kan sommige hulp traumatiserend werken ? Bovenstaande rapportage vraagt om nadere analyse van de zorgsector. Zonder taboes.
    Is die er of heb ik misschien wat gemist?

  2. Ik werk met de doelgroep.

    Als ik tegen bepaalde regels inga omdat ik een positieve ervaring heb met de jongere, krijg ik op mijn donder.

    Ik zit vaak in het kantoor van de leidinggevende. Hij wilt mij in de pas laten lopen. Ik blijf strijden voor ‘mijn gasten’. Dat zal duren tot ik eens mijn ontslagbrief krijg.

    Dat ik toevallig ervaringsdeskundige ben, zorgt ervoor dat ik naast de ongein ook de goede kanten van de jongere opmerk.
    Mijn leidinggevende kent mijn verleden niet!

  3. Wat ben jij een held, Jason.
    Aan jouw gebundelde doorzettingsvermogen, kracht en intellect kan een weldenkend mens alleen maar respect hebben.
    Dat dit verhelderende onderzoek in jouw vermogen lag om te schrijven, na alles wat je hebt meegemaakt.
    Eeuwig dank hiervoor, want ik weet nu dat jij ervoor gezorgd hebt dat mijn tiener dit bespaard gebleven is.
    Alle goeds,

  4. @Jan van Eeden, ik zou zeggen: er gaat heus hier en daar iets goed maar in mijn beleving en ervaring, is een een zootje, en wel sectorbreed (jeuginstellingen, voogdij-instellingen, kinder’bescherming’, jeugdreclasseing).

    Ik zou jou @Jason vooral ook willen uitnodigen onderzoek te doen naar hoe het gaat in Jeugdgevangenissen. Omdat ik werk bij de overheid, kan ik hier niet zo openhartig zijn als ik zou willen maar ik vrees dat het die sector nog meer nodig heeft, goed te beschrijven wat er goed en niet goed gaat. De instpectie heeft ook daar menig rapport over uitgebracht.

    @Femle, ik hoor dit vaker. Blijf echter doen wat je doet (de regels negeren als dat moet, wél met oprechte belangstelling bejegenen, en hopelijk zo veel mogelijk wegblijven van repressie), want dan maak je, in elk geval tot aan je ontslag, het grote verschil voor jongeren.

  5. @Jan, dat komt, bijvoorbeeld, door onnodig geweld, kleineren, negeren, onnodige repressie (als je iets stuk maakt,iemand uitscheldt, je stem verheft, of je automutileert uit pure omacht, omdat je niet gehoord wordt, of door incompetent handelen van professionals) zit je zó in de iso of krijg je (forse) straf. Daarnaast passen sommige hulpverleners dezelfde aanpak toe als waar de ontsporing bij de jongere (impulscontoleverlies, machteloze woede, middelenmisbruik, gedragsstoornissen, trauma, depressie, dissociëren, suïcidale gedragingen of -gedachten, en zo meer) door is ontstaan. Dus het klopt, velen hebben na plaatsing of verblijf in (gesloten) jeugdinstellingen, trauma’s erbij hebben die ook nog eens zeker niet altijd worden herkent of behandeld.

    In volwassen foroz-instellingen, gevangenissen of instellingen voor forensische zorg, is het overigens niet veel beter of, zo kun je het ook stellen, even beroerd.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *