Dit artikel maakt deel uit van een serie van drie over spreidstandburgers die zowel de systeemwereld als de leefwereld kennen. Ze staan met één been in ‘het systeem’ en werken bijvoorbeeld als beleidsmedewerker, adviseur, onderzoeker, consultant of sociaal ondernemer. Én ze beschikken over de kennisbron ervaringskennis.
In de andere twee artikelen stonden Bibiana Drent en Ina van Zwol centraal.
Wat is jouw achtergrond in het licht van spreidstand? Wat is je persoonlijke voorgeschiedenis met ontwrichtende of uitsluitende ervaringen die nu dient als waardevolle aanvulling op je huidige werk?
Als men het heeft over mensen die in armoede leven, dan voel ik me persoonlijk aangesproken omdat ik in bittere armoede ben opgegroeid. Als het gaat om problematische schulden of multiproblematiek, dan weet ik precies waar het over gaat: uit ervaring. Hebben we het over gezondheidsverschillen bij mensen met een migratieachtergrond, dan raakt het me omdat ik in mijn directe omgeving zie wat het effect van het beleid is.
Inmiddels is het goed mogelijk om mijn ervaringskennis ook in te brengen in mijn werk
Als het gaat om arbeidsmarktdiscriminatie, dan voelt dat persoonlijk omdat ik daar inmiddels een boek over kan volschrijven. Als het discriminatie en racisme in de bredere zin betreft, dan voelt dat persoonlijk omdat ik dat bijna dagelijks nog ervaar. Als het gaat over onterechte aannamen bij DUO, Belastingdienst, UWV enz., dan raakt het me persoonlijk omdat ik zelf heb ondervonden hoe het is als deze publieke dienstverleners zich op een onverklaarbare manier tegen je keren. Enzovoorts…
Is het dan enkel kommer en kwel? Nee, zeker niet en gelukkig niet! Om met de woorden van woordkunstenaar Derek Otte te spreken: ‘Hoge pieken, diepe dalen, daar krijgen we karakter van.’ Inmiddels is het goed mogelijk om mijn ervaringskennis op het gebied van tal van onderwerpen ook in te brengen in mijn werk.
Ik bemerk verlegenheid, terughoudendheid en angst om me uit te spreken over mijn achtergrond
Was het lastig voor je om bij je organisatie te vertellen over je achtergrond en dat je het belangrijk vindt om je ervaringen te betrekken bij het maken van beleid?
Zeker was en is het lastig. Dat ‘geen naam geven aan’ is vaak ook een bewuste keuze geweest en dat is het overigens nog steeds wel vaak. Ik bemerk een soort van verlegenheid en terughoudendheid, of noem het gerust angst, om me expliciet uit te spreken over mijn achtergrond.
Speelden onzekerheid, angst of schaamte een rol voor jou om je persoonlijke ervaringen bekend te maken? Wat waren je ervaringen?
Onzekerheid en schaamte niet zozeer. Angst, zoals gezegd, wel. En dan voornamelijk de angst dat er een soort van medelijden-reactie zou ontstaan of dat men ervaringskennis als inferieur zou zien ten opzichte van wetenschappelijke kennis.
Ondanks het gegeven dat ervaringskennis steeds meer wordt gewaardeerd, is de inzet ervan nog altijd heel sporadisch, ad hoc en als een soort van ‘laatste check’ ingebouwd. Die laatste check is in een fase dat alle belangrijke beslissingen al zijn genomen en er eigenlijk geen weg meer terug is.
Waren er specifieke reacties van collega’s of leidinggevenden? Was er waardering, begrip? Zijn collega’s en leidinggevenden overtuigd van het nut en de noodzaak van spreidstandburgers?
Nut en noodzaak worden inmiddels – gelukkig – wel ingezien, en vooral het topmanagement (directeuren en bestuursraadsleden) spoort het ook heel erg aan. Maar op de een of andere manier is er binnen het huidige bestel niet overal voldoende ruimte of de vanzelfsprekendheid om ervaringskennis in te zetten.
Je wilt ook het mandaat hebben om voorafgaand een visie te delen en een koers uit te zetten
Ik zal een voorbeeld geven: als er brieven worden opgesteld waarin financiële en/of juridische keuzen worden gemaakt, dan is er automatisch een check en expliciete instemming vereist van de financiële en/of juridische afdeling. Als er beleid wordt gemaakt dat de uitvoering raakt, moet er expliciete instemming zijn van de uitvoerders dat het ook echt mogelijk is om uit te voeren wat er gevraagd wordt. De expliciete check of datgene wat er wordt voorgesteld ook echt aansluit bij de leefwereld van de eindgebruikers, van de mensen voor wie we beleid maken, is er niet. We gaan er in dat geval automatisch van uit dat de beleidsmaker voldoende invoelingsvermogen heeft, en dat is – inmiddels bewezen – niet het geval.
Heeft jouw aanpak navolging gekregen, ben je een soort ambassadeur?
Noem het latent ambassadeurschap. Mijn aanpak heeft in die zin navolging gekregen dat collega’s mijn mening waarderen en mij ook weten te vinden als zij ‘de blik van buiten’ nodig hebben. Dat is nog niet de rol die je als spreidstandburger zou willen innemen, namelijk ook het mandaat hebben om voorafgaand een visie te delen en een koers uit te zetten, maar het is een begin.
Ben je persoonlijk meer tevreden over jezelf en je werk, je inbreng, je impact?
Ik ben blij op een positie te zitten waar ik ook enige invloed kan uitoefenen op de besluitvorming, al is het in veel gevallen een heel bescheiden invloed. Ik ben gelukkig dat ik (inmiddels) de volledige veiligheid voel om mij overal over uit te spreken en zoveel mogelijk ervaringskennis aan te dragen.
Heb jij als spreidstandburger invloed en impact gehad? Is er beter beleid gekomen / heb je slecht beleid voorkomen? Heb je een concreet voorbeeld van veranderd beleid door jouw spreidstandinbreng?
Wat betreft de impact ben ik niet optimistisch maar wel hoopvol. Ik zie dat er een beweging gaande is waarbij ervaringskennis een steeds grotere rol gaat spelen. Tegelijkertijd merk ik dat die ervaringskennis wel eerst tot in detail getoetst en onderzocht moet worden voordat men het serieus gaat nemen.
Ik roep alle spreidstandburgers op zich binnen de organisatie als zodanig bekend te maken
Zie bijvoorbeeld het toeslagenschandaal, aanpak fraude, discriminatie en racisme, sociale onveiligheid enz. enz. De signalen zijn echt al langer bekend. De ervaringen worden mijns inziens ook ruimschoots gedeeld. Maar het systeem is heilig verklaard en we werken met z’n allen nog steeds om oplossingen te zoeken binnen een falend systeem, in plaats van de fundamenten van het systeem te onderzoeken en daar met z’n allen energie in te steken. Zelfs waar we ambtelijk misschien wel echt met die fundamentele zaken bezig zijn, lopen we soms tegen politieke grenzen aan.
Zie jij spreidstandburgers in een beleidsomgeving als hét middel om systeem- en leefwereld dichter bij elkaar te brengen?
Ik zal ervoor blijven pleiten om ervaringskennis volledig te benutten in het beleidsproces en de spreidstandburgers als volwaardige gesprekspartners in te zetten, idealiter op posities met mandaat om ook echt veranderingen door te voeren. Ik roep alle spreidstandburgers op zich binnen de organisatie (afdeling/directie/projectgroep) als zodanig bekend te maken en zich te manifesteren. Hét middel weet ik niet, maar zeker als een van de cruciale middelen om systeem- en leefwereld dichter bij elkaar te brengen.
Foto: Sjoerd van der Hucht