Dit artikel maakt deel uit van een serie van drie over spreidstandburgers die zowel de systeemwereld als de leefwereld kennen. Ze staan met één been in ‘het systeem’ en werken bijvoorbeeld als beleidsmedewerker, adviseur, onderzoeker, consultant of sociaal ondernemer. Én ze beschikken over de kennisbron ervaringskennis.
In de eerdere twee artikelen stonden Amir Ali Abadi en Ina van Zwol centraal.
Wat is jouw achtergrond in het licht van spreidstand? Wat is je persoonlijke voorgeschiedenis met ontwrichtende of uitsluitende ervaringen die nu dient als waardevolle aanvulling op je huidige werk?
Ik heb een biculturele achtergrond met een Oostenrijkse moeder en een Nederlandse vader. De voertaal in ons ouderlijk huis was Duits. Ik ging pas Nederlands praten op de basisschool. Ik heb grootouders aan beide kanten met oorlogstrauma’s. De relaties met de tweedelijnsfamilie aan beide kanten van mijn familie zijn erg ingewikkeld. De Oostenrijkse kant van mijn familie woont ver weg, de banden zijn ingewikkeld en de afstand maakt het er niet makkelijker op. We hadden weinig contact met familie en waren veel op onszelf aangewezen.
Mijn moeder was huisvrouw en mijn vader werkte in de telecom. Mijn moeder is chronisch ziek ‒ dit begon in mijn jonge jaren ‒ en vanaf mijn zestiende is mijn moeder nog zieker is geworden, waarbij ik dacht dat ze zou sterven.
Van mijn neven en nichten ben ik de enige die een hbo-diploma heeft. Mijn ouders hadden het niet breed. Toen mijn vader betere posities kreeg, werd het financieel beter.
Wanneer maakte je je binnen je organisatie bekend als spreidstandburger? Was er een bepaalde aanleiding?
Ik ben ermee begonnen om collega’s die dicht bij mij staan te vertellen dat ik me spreidstandburger voel. Dit is mijn visie: we moeten de leefwereld van onze inwoners centraal stellen in ons beleid, in onze dienstverlening en in de diversiteit van de medewerkers.
Ik merk dat ik me niet bij iedereen prettig voel om te delen dat ik spreidstandburger ben
Ik zou willen dat we diversiteit hebben binnen onze organisatie: ervaringsdeskundigen, spreidstandburgers en zeven-vinkjes-personen. Hierin moet een mix zijn om deze vertaling te kunnen maken in ons beleid en onze dienstverlening. Deze visie deel ik vaak in gesprekken. Hierin neem ik dan het begrip mee en ook dat ik een spreidstandburger ben. Deze leg ik naast mijn ambitie om een beslissende rol te hebben in de overheidssector om op deze manier de wereld beter te maken voor mensen als ik en ieder ander.
Was het lastig voor je om bij je organisatie te vertellen over je achtergrond en dat je het belangrijk vindt om je ervaringen te betrekken bij het maken van beleid?
Ik merk dat het mij, doordat ik mijn ervaringen aan mijn ambities heb gekoppeld, een stuk makkelijker afgaat. Zo voel ik me minder kwetsbaar en is het voor anderen makkelijker te plaatsen. Ik merk dat ik me niet bij iedereen prettig voel om te delen dat ik spreidstandburger ben, en ik vertel het niet overal. Ik probeer dan meer de positie in te nemen van: is er al nagedacht over de impact voor inwoners bij deze wijze van beleid, proces of dienstverleningskeuzen? Ik merk zeker dat er collega’s zijn die dit niet gewend zijn.
Speelden onzekerheid, angst of schaamte een rol voor jou om je persoonlijke ervaringen bekend te maken? Wat waren je ervaringen?
Ja, voor mij zit dit vooral in het feit dat je je bij bepaalde collega’s niet veilig genoeg of voldoende vertrouwd voelt om het te delen. Staan ze open voor hun blinde vlekken? Het gebeurt ook dat mensen het wegwuiven en aangeven dat ze het niet herkennen. Ze impliceren daarmee dat het niet bestaat of dat het alleen voor mij belangrijk zou zijn en niet voor hen.
Ik ken mensen die spreidstandburger zijn, maar zich niet bewust zijn van hun kracht en kennis
Waren er specifieke reacties van collega’s of leidinggevenden? Was er waardering, begrip? Zijn collega’s en leidinggevenden overtuigd van het nut en de noodzaak van spreidstandburgers?
Van mijn naaste collega’s zeker wel, ik merk ook dat er mensen zijn die dit nog niet zien of zich niet kunnen inleven in het beeld. Bijvoorbeeld zeggen dat de verschillen er niet zijn of ze niet voelen. Maar ik ken ook mensen die zelf eigenlijk ook spreidstandburger zijn, maar zich niet bewust zijn van hun kracht en kennis. Oftewel: gedrag van zeven-vinkjes-mensen hebben overgenomen.
Heeft jouw aanpak navolging gekregen, ben je een soort ambassadeur?
Ja en nee. Ik ben voor mijn gevoel nog niet zo lang bezig met mezelf in de rol te zetten. Ik krijg positieve berichten over de visie die ik heb. Maar ik zou mij meer ambassadeur voelen als ik dit een langere tijd doe.
Ben je persoonlijk meer tevreden over jezelf en je werk, je inbreng, je impact?
Ik voel dat ik meer impact kan maken doordat ik mijn visie en hiermee mijn achtergrond als spreidstandburger deel. Maar wat ik nog het meest waardevol vind, is dat ik regelmatig mensen spreek met een soortgelijke ervaring, bij wie ik het gevoel heb echt mijzelf te kunnen zijn. En die ook mijn uitdagingen en strubbelingen als spreidstandburger begrijpen. Wij spreken onze verwondering uit, leren van elkaars inzichten en hebben een open sfeer met elkaar.
Heb jij als spreidstandburger invloed en impact gehad? Is er beter beleid gekomen of heb je slecht beleid voorkomen? Heb je een concreet voorbeeld van veranderd beleid door jouw spreidstandinbreng?
Ik vind het voor mijzelf nog te vroeg om te zeggen dat ik deze grote impact had. Ik ben wel trots dat ik dit in kleine mate wel al heb kunnen toepassen in mijn werk. Zoals in het programma Ondernemer centraal van de gemeente Utrecht. Daar heb ik bij de beslissers altijd de vragen geventileerd: wat wil de ondernemer? Waar heeft hij behoefte aan? Wat wenst hij te zien in het programma? Ik heb wel het gevoel gekregen dat er naar mij geluisterd is en dat dit vertaald is naar het programmabeleid.
Dit idee is geadopteerd en een projectresultaat geworden
Vorig jaar deed ik een opdracht voor het sociaal ontwikkelbedrijf UW vanuit de gemeente Utrecht. De opdracht was een transformatie van het huidige trainingscentrum voor inwoners die vallen onder de Participatiewet. Ik heb geadviseerd om een gebruiksonderzoek te doen, waardoor we hun behoefte centraal konden stellen. In plaats van het zelf te bedenken. Dit idee is geadopteerd en een projectresultaat geworden.
Zie jij spreidstandburgers in een beleidsomgeving als hét middel om systeem- en leefwereld dichter bij elkaar te brengen?
Ja en nee, want ik vind alleen de beleidsomgeving te beperkt. Ik zie vooral drie rollen voor spreidstandburgers. Naast beleid ook op het terrein van personeelsdiversiteit en dienstverlening. Als we spreidstandburgers actief werven, dan komt er in de organisatie een minder eenzijdige blik op soorten oplossingen of werkgeverschap. Maar ook de dienstverlening zal beter aansluiten op de leefwereld van burgers. Verder heb ik de indruk dat er nog te veel mensen in de rol van beleidsmedewerker zitten met een voorgeschiedenis als trainee of consultant en met een stuk minder ervaring vanuit leefwereld. Daardoor staan ze verder af van het daadwerkelijke werk waarvoor ze beleid maken en adviseren.
Foto: SIETSFotografie