Minder overheid, meer zelf doen

De verkiezingen zijn voorbij maar één ding weten we zeker: de trend naar minder overheid en meer zelf doen zal doorgaan. Welk kabinet er ook komt, het is duidelijk dat de overheid nog maar één van de spelers  in de samenleving is.

Als het aan het huidige, demissionaire, kabinet ligt, is de overheid van de toekomst kleiner, sneller en beter. In Den Haag staat die nieuwe overheid bekend als de compacte overheid. De minister van Binnenlandse Zaken heeft de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) gevraagd haar te adviseren over de uitwerking van de compacte overheid. Spies vraagt de Rob daarbij vooral in te gaan op ‘vermaatschappelijking’, het overdragen van taken van de overheid naar de samenleving. Daarmee wil ze ‘meer ruimte geven aan mensen en samenleving’[1].

De minister is niet de enige met belangstelling voor vermaatschappelijking. In vrijwel alle verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen werd aan dit fenomeen gerefereerd. Zo maakt de PvdA ‘ruim baan voor burgerbetrokkenheid en maatschappelijke initiatieven’[2], moet de overheid van de VVD ‘terughoudend zijn ten aanzien van nieuwe taken en bestaande taken kritisch bekijken’[3], is de SGP voor ‘meer samenleving, minder staat’[4] en wil GroenLinks burgers meer zeggenschap over hun buurt, zorg- en onderwijsinstellingen en woningcorporaties geven[5]. ’De samenleving wordt in de eerste plaats gevormd door burgers zelf en door bedrijven en andere organisaties’[6], aldus de ChristenUnie en ‘Het CDA wil dat de overheid loslaat wat de samenleving zelf kan doen (…)’[7].

Burgers vinden slimme oplossingen

Dat zoveel partijen, aan verschillende kanten van het politieke spectrum, anders naar de verhouding tussen overheid en samenleving zijn gaan kijken is niet gek. In de driehoek overheid-markt-samenleving lag het zwaartepunt in de decennia na de Tweede Wereldoorlog bij de overheid. Vanaf de jaren tachtig werd steeds nadrukkelijker naar de markt gekeken. Inmiddels blijkt steeds meer dat zowel overheid als markt niet goed in staat zijn om oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken te vinden. Overheidsorganisaties hebben te maken met krimpende budgetten en zijn in plaats van dé speler één van de spelers geworden in een netwerk van maatschappelijke ondernemingen, bedrijven, verenigingen en individuele burgers.

Burgers zijn ondertussen steeds vaker hoog opgeleid. Ze zijn onafhankelijk en weten wat er speelt in hun omgeving, waardoor ze slimme oplossingen vinden voor problemen die zich daar voordoen. Over de hele linie groeit het besef dat de overheid het niet alleen kan, maar gebruik moet maken van de kennis en vaardigheden van mensen en hun verbanden.

De trend naar meer zelf doen zal doorzetten

De trend naar minder overheid en meer zelf doen zal doorzetten, ongeacht de politieke kleur van het aanstaande kabinet. De vragen die de minister in haar adviesaanvraag stelt blijven dus relevant. Vermaatschappelijking vraagt veel van zowel de overheid als van de samenleving. Worden taken die de overheid loslaat zomaar overgenomen door andere partijen? Zijn de nieuwe verhoudingen van invloed op de manier waarop overheidsorganisaties hun werk doen?

Namens de Raad voor het openbaar bestuur  nodig ik een ieder van harte uit op deze plek mee te denken over deze en andere vragen.

Eva de Best is adviseur van de Raad voor het openbaar bestuur



[1] Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2012), Adviesaanvraag Uitwerking visie op de overheid

[2] PvdA (2012), Nederland sterker & socialer, p 62

[3] VVD (2012), Niet doorschuiven maar aanpakken, p 42

[4] SGP (2012), Daad bij het woord. De SGP stáát ervoor! Speerpunten verkiezingsprogramma, p 21

[5] GroenLinks (2012), Groene kansen voor NL, p 10

[6] ChristenUnie (2012), Voor de verandering. 7 christelijk-sociale hervormingen, hoofdstuk 1.

[7] CDA (2012), Iedereen, p 36

Dit artikel is 3206 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (6)

  1. Beste Eva,

    Volgens mij ging Samson de verkiezingen in met de stelling dat een grote publieke sector goed is voor de economie èn voor de samenleving. En ook de SP is van de collectieve voorzieningen. Natuurlijk vrijen ook deze partijen met het ideaal van eigen kracht, maar om nu te zeggen dat ze daarmee voor een kleinere overheid zijn?
    En rechts van het midden zien we ook veel halfslachtigheid. Als liberalen zo voor burgerkracht zijn, waarom wordt de leerplicht dan niet beperkt (tot bijv. een jaar of 14), wordt kinderopvang nog steeds gesubsidieerd en staan er geen tolpoortjes op nieuwe snelwegen. Het is toch de eigen verantwoordelijkheid van de burger?
    Ik heb veel meer het gevoel dat politici graag goede sier maken met burgerkracht (lees mijn essay ‘Waarom regenten zo van burgerkracht houden’) en het misbruiken voor bezuinigingen, dan dat er echt diep gevoeld wordt dat de overheid de samenleving kan overlaten aan de samenleving.

    En misschien ook wel terecht. Ik interviewde laatst een wethouder die het een geweldig idee vond dat burgers voortaan elkaar gaan verzorgen, tot het gesprek op haar eigen moeder kwam. Daar had ze toch wel graag de beste professionele zorg voor! Ik stuur je mijn essay over redenen om de ‘big society’ nog eerst eens beter te onderzoeken voor we hem gebruiken om instituties af te breken.

  2. De steeds terugkerende misvatting zit al in de titel. Minder overheid betekent helemaal niet meer zelf doen. Het betekent minder overheid. Of ik dan dingen zelf ga doen, maak ik zelf wel uit. Als ik ze móet doen, is er geen sprake van zelforganisatie. De overheid kán in die zin geen “taken overdragen aan de samenleving”. De overheid kan slechts taken op zich nemen. Of niet. Er bestaat dus ook geen “trend naar minder overheid en meer zelf doen”. Er bestaan slechts de trends van minder naar meer overheid (en v.v.), en van minder naar meer zelf doen (en v.v.).
    Zie in dit kader ook de essays van Justus Uitermark en WIllem Schinkel in deze publicatie:
    http://www.rli.nl/sites/default/files/u21/rli005-1_wtk_essays_toekomst_van_de_stad_def.pdf

  3. Na het lezen van allerlei literatuur over democratisering en zelfbestuur vraag ik mij af of deze ’trend’ die door velen wordt gezien, niet gewoon een nieuw jasje is voor een oud bestuurskundig dilemma: schaalvergroting (efficiency, new public management) versus schaalverkleining (individu centraal, kwaliteit boven kwantiteit).

  4. Beste Eva,

    Interessant stuk! Je roept mensen aan het eind op om mee te denken over vermaatschappelijking. Het afgelopen jaar heb ik aan een studie gewerkt waarin we vermaatschappelijking in het natuurbeleid analyseren. We hebben daartoe een kader ontwikkeld waarin we sturingsstijlen die daarbij aan bod komen kunnen duiden. Wellicht is dat interessant voor jullie? Bij deze een tweetal links (naar het rapport en naar een artikel waarin de bevindingen kort staan weergegeven):

    http://content.alterra.wur.nl/Webdocs/WOT/Papers/WOTpaper_17.pdf

    http://content.alterra.wur.nl/Webdocs/WOT/Werkdocumenten/WOTwerkdocument_306.pdf

    Mochten jullie daar behoefte aan hebben dan zou ik het prima vinden om onze onderzoeksaanpak een keer toe te komen lichten.

    Met vriendelijke groet
    Rikke Arnouts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.