Docenten voelen zich langdurig verwaarloosd door de politiek

Iedere politicus met een camera voor de neus beweert dat het onderwijs zijn of haar dagelijkse aandacht geniet. Toch ervaren docenten een gebrek aan aanzien en erkenning. Dit komt voor een deel doordat de politiek de onderwijzers langdurig heeft verwaarloosd.

Door docenten een te laag salaris te bieden en hen een te grote werkdruk op te leggen is uitgelokt, dat men men niet meer kiest voor het docentschap. Het resultaat hiervan is dat er ernstige tekorten ontstaan aan docenten. Dit is een kwantitatieve benadering, bij een kwalitatieve benadering zullen de tekorten aan goede docenten nog ernstiger blijken.

Maar het onderwijsveld draagt zelf ook schuld: wij accepteren de structuren waarin wij werken en wij laten ons deels kenmerken door een gebrek aan lef om onze stem te laten horen. Dit gebrek aan lef levert op dat wij toezien hoe het onderwijs verslechtert, maar zelf niet ingrijpen. In een land als Nederland dat stelt een kenniseconomie na te streven, accepteren wij het ontstaan van een tekort van 4300 fte in het VO in 2015 – 2016. Wanneer het onderwijsveld wel constateert, maar zelf niet ingrijpt, blijven wij die arme sneeuwpop die telkens maar roept: ‘volgens mij ruik ik peen’.

Overdreven aandacht voor taal en rekenen

Maar er is meer reden tot zorg. De huidige inrichting van het primair onderwijs zorgt er voor dat leerlingen achterblijven. Zij blijven niet achter door hun eigen ontwikkeling, maar door het ontbreken van ontwikkeling van het primair onderwijs. Door een overdreven waarde toekenning aan taal en rekenen volgen sommige leerlingen onderwijs op een niveau waar zij eigenlijk te goed voor zijn.

Laat kinderen niet opleiden door mbo’ers

Daarnaast is er de kwaliteit van de leerkracht voor de klas. Leerlingen afkomstig uit het VWO worden nauwelijks nog leerkracht. De toekomstige leerkracht is afkomstig uit het mbo, via de opleiding tot onderwijsassistent. Hoe goed het ook is dat deze mbo-leerlingen het onderwijs in willen, Nederland moet niet willen dat zij onze kinderen opleiden. De reden is eenvoudig, dit zijn geen academisch geschoolde leerkrachten. Op basis daarvan zijn zij ongeschikt om les te geven aan onze kinderen.

Wij laten legio leerlingen vallen in het voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs blijven onze leerlingen ook achter, doordat de ontwikkelingen achterblijven. Wij staan toe dat leerlingen onderwijs volgen op het niveau van de vakken waar zij het slechtst in zijn. Door de nieuwe zak/slaagregeling waarbinnen bepaald is dat je maximaal één vijf mag behalen voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde, laten wij legio leerlingen vallen.

Dan spelen ook hier de tekorten een grote rol in het ontbreken van kwaliteit van ons onderwijs. Als directeur van een VO-school kan ik geen docenten wiskunde, scheikunde, natuurkunde en Duits vinden. Dit betekent dat ik de ‘kaasschaaf methode’ moet toepassen op mijn lessentabel. De overheid scherpt veel aan, maar zorgt niet voor de docenten die onze leerlingen kunnen helpen om aan al deze eisen te voldoen. Wij laten in dat opzicht alle leerlingen in Nederland in de steek.

Om onze kinderen een volwaardige toekomst te bieden moet het onderwijs drastisch veranderen qua inrichting. Dit betekent dat het primair onderwijs een aantal overtuigingen moet laten varen, idem voor het voortgezet onderwijs. In het primair onderwijs kunnen de leerlingen niet meer continue onderwijs volgen in dezelfde groepssamenstelling. Deze leerlingen moeten onderwijs volgen op basis van een scheiding op cognitief niveau. In het voortgezet onderwijs moet mogelijk gemaakt worden dat leerlingen onderwijs op verschillende niveaus volgen. Wij moeten overgaan tot het echte maatwerk en maatwerk binnen een sterk omlijnd systeem bestaat niet.

Het Finse systeem is irrelevant voor Nederland

Het is aan de overheid om na te denken over andere arbeidsvoorwaarden voor leerkrachten en docenten. Het emotionele argument van: ‘je gaat het onderwijs in omwille van de liefde voor het vak’ is stuitend en naïef. Dit ‘argument’ is namelijk geen argument en doodt iedere volgende discussie. Maar één zaak is zeker, de effectiviteit van beleid wordt bewezen door het behaalde resultaat. Het resultaat in 2015 – 2016 is een tekort van 4300 fte in het VO. Het Nederlandse onderwijsveld heeft de laatste jaren de mond vol van het Finse systeem. Ik vind dit irrelevant, ik ken maar één Fin en dat is Jari Litmanen. Hoe goed ik Jari ook vond, ik kan echt geen andere Fin noemen. Wordt het niet tijd om het onderwijs voor minimaal één maand plat te leggen? Is het alleen aan de leerkrachten en docenten om hun ongenoegen te uiten, of is dit aan alle ouders van kinderen in Nederland? Ons onderwijs kan sterk verbeteren, maar hier is creativiteit en lef voor nodig. Het is nu aan het onderwijs om deze creativiteit en lef te tonen.

Eric van ’t Zelfde is directeur van OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Hij studeerde Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Leiden.

Dit artikel verscheen op http://www.kwaliteitvanonderwijs.nl/ en is een van de stukken die werden geschreven voor het congres Kwaliteit van Onderwijs op 25 juni.