COLUMN Jan Willem Duyvendak: De baring als gezinsgebeuren

De Amerikaanse sociologe Arlie Hochschild heeft uitgebreid beschreven hoe in de Verenigde Staten het thuisgevoel onder druk staat. Waar voorheen Amerikaanse gezinnen hun home als hun castle beschouwden, daar is thuis nu vooral het toneel van grote chaos: volwassenen hebben nauwelijks tijd voor hun kinderen omdat ze lange dagen moeten werken, er geen betaalbare, publieke kinderopvang is, ze weinig vakantie hebben, et cetera. Steeds meer Amerikanen voelen zich niet meer ‘thuis’ thuis, maar thuis op hun werk (dat gold overigens altijd al voor veel mannen, maar nu ook voor Amerikaanse vrouwen!).

In Nederland lijkt het tegenovergestelde het geval. Ook hier ervaren velen een diep gevoel van crisis in hun thuisgevoel. ‘Thuis’ heeft hier dan echter geen betrekking op ons privébestaan maar op de wijk (‘die door nieuwkomers wordt overgenomen’) en het land. Menig autochtoon klaagt dat hij zich ‘niet meer thuis voelt in zijn ‘eigen’ land’. Het SCP constateert dan ook al een aantal jaren dat Nederland getekend wordt door een ‘publieke’ crisis terwijl we erg tevreden zijn over ons eigen bestaan. We voelen ons thuis in ons eigen huis, niet in de natie.

Maar is dit niet een al te rooskleurig beeld van het Nederlandse privéleven? Soms wordt er namelijk heftige strijd geleverd over huiselijke praktijken. Is het thuis allemaal wel zo pluis? Een interessant voorbeeld van twijfel over een in Nederland o zo huiselijke praktijk is de, om de zoveel tijd weer hoog oplaaiende, discussie over thuis bevallen. Hierin vliegen de verwijten over en weer. Zo zou er sprake zijn van een ‘thuisbevalmaffia’, want hoe valt anders te verklaren dat er in Nederland nog steeds een grote groep vrouwen thuis bevalt terwijl thuisbevalling in andere landen eigenlijk niet meer voorkomt? Of is het een ‘medicaliseringscomplot’ van gynaecologen om te suggereren dat thuis bevallen onnodige risico’s met zich meebrengt? Hoe dit ook zij, het is een interessante vraag waarom de verschillen tussen de Nederlandse praktijk en elders nog steeds zo groot zijn, ook al neemt het aantal ziekenhuisbevallingen zelfs in Nederland wel toe.

De Amsterdamse sociologe Rineke van Daalen geeft een scala aan argumenten die deze huiselijke bevallingspraktijk kunnen verklaren: de kleine oppervlakte van Nederland, het bijzondere karakter van de Nederlandse verloskunde, van de positie van Nederlandse vroedvrouwen en van hun verhouding tot gynaecologen, en tenslotte de Nederlandse gezinsverhoudingen. Vooral deze laatste reden leert ons iets over de sterke traditie van huiselijkheid die Nederland al voor eeuwen zou kenmerken. Van Daalen schrijft: ‘Een verloskundig systeem als het Nederlandse, waarbij de normale bevalling thuis onder leiding van vroedvrouw of huisarts plaatsvindt en de pathologische bevalling in het ziekenhuis onder leiding van een gynaecoloog, zou het meest horen “bij het huiselijke karakter van onze bevolking en de traditionele neiging tot bevallen aan huis”.’ Dit laatste citaat is van meneer Kloosterman – een toenmalige autoriteit op het gebied van bevallen - die nog in 1966 meende dat de thuisbevalling goed bij ons ‘nationaal karakter’ zou passen, dat hij omschreef als ‘huiselijk, sober, wars van uiterlijk vertoon, niet bang voor wat pijn en ongemak en zuinig’.

‘De baring is een gezinsgebeuren en moet ook in het gezin, waaraan Nederland zulk een waarde hecht, geschieden’, citeert Rineke van Daalen een publicatie uit 1947. Ik zou niet willen beweren dat er niks is veranderd – maar het heilige vuur waarmee sommige de thuisbevalling verdedigen wijst inderdaad op een diepe culturele worteling.

Jan Willem Duyvendak is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Dit is de zevende aflevering van een serie columns over ‘thuisgevoel’, waarnaar Jan Willem Duyvendak onderzoek deed. In zijn boek ‘ The politics of home. Belonging and nostalgia in Western Europe and the United States’ stelt hij dat er sprake is van een crisis in ons thuisgevoel

Bron: Daalen, R. van (1988), De groei van de ziekenhuisbevalling. Nederland en het buitenland, in Amsterdam Sociologisch Tijdschrift, jrg. 15, nr. 3, pp. 414-445