COLUMN Bloot haar

Laatst zat ik in het vliegtuig naar Cairo. Vanwege slordige planning, zat mijn gezin her en der verspreid. Ik naam plaats naast een Egyptische man. Uit angst dat hij me als Wilders-adept ziet, gedraag ik me zo politiek correct dat het bijna lachwekkend is.

Deze Amsterdamse Egyptenaar blijkt bestand tegen mijn kruiperige gedrag en er ontspint zich een prettig gesprek. Over onze gezinnen: hij heeft twee zonen, ik twee dochters. Over zijn werk: hij handelt in Halal vlees en ik ben journalist. Over de politieke situatie zowel in zijn land als in het mijne. Hij zegt bewonderenswaardige dingen, zo is hij er trots op om in Nederland een boete te betalen, want hij weet zeker dat het geld ten goede kwam aan de gemeenschap. In zijn land ligt dat anders, daar verdwijnen overheidsinkomsten te vaak in corrupte zakken.

Helemaal gelukkig babbel ik verder met mijn nieuwe verlichte vriend. Maar als snel blijken er ook verschillen. Hij woont in Amsterdam, zijn Nederlandse vrouw en kinderen in Egypte. Hij durft zijn zoons niet vrij te laten in de hoofdstad. Daar kunnen ze wel eens met jonge Marokkanen in aanraking komen. Nederlandse vrienden zijn denkbaar, maar Marokkaanse niet. Als ik hem goed begrijp, betekent zo’n vriendschap een enkele reis naar de criminaliteit.

Bovendien heeft zijn vrouw zich tot de Islam bekeert en draagt zij zeer bedekkende kleding, waar in Nederland niet prettig op gereageerd wordt. Zij is zelfs – zwanger en wel – op straat gegooid en geschopt. Meteen vraag ik me af hoe hij over mij denkt. Ik draag slechts een luchtig jurkje. Geen probleem, hij heeft respect voor alle geloven: ‘joden, katholieken, protestanten’, ze zijn hem allemaal even lief. Pesterig vraag  ik nog hoe hij oordeelt over ongelovigen. Maar ook die – kunnen na enige aarzeling – door de beugel. Hij werpt een ontwapende blik in mijn richting en zegt: ‘ik heb ook respect voor uw blote haar’.

Tijdens de vakantie in Cairo maken mijn twee dochters (17 en 21) en ik vaak grappen over ons blote haar, zeker als wij in een Moskee in lange gewaden met capuchon worden gehesen. Waarbij het opvalt dat het personeel de dochters maar al te graag helpt hun gewaad dicht te knopen. Vooral de knoopjes rond de borststreek zijn populair.

Het blijft een ingewikkelde kwestie. Bestaan er eigenlijk mensen die niet discrimineren? Ik niet. Ik zit vol vooroordelen en slechts een klein laagje beschaving weerhoudt mij ervan die te uiten. Maar het wordt raar als mensen die in onze ogen tot dezelfde minderheid horen, elkaar gaan beschimpen. Hoe reageer je daarop?

Autochtone racisten spreek ik meestal – uit de hoogte - tegen. Bij allochtonen durf ik dat niet. En dat is? Inderdaad, discriminatie.

Xandra van Gelder is journalist, ze schrijft o.a. een column voor het Parool.