COLUMN Mieke van Stigt: ‘Ouderbetrokkenheid’ doet groot onrecht aan ouders

Ouderbetrokkenheid bestaat al lang. Het wordt tijd dat de school en de minister dat serieus gaan nemen.

Als moeder van een (overigens voorbeeldige) puber, schipper ik tussen stimuleren, surveilleren, bijsturen en loslaten -want ze is hard op weg zelfstandig te worden en dat is ook wenselijk. Daarbij wordt er van alles van mij verwacht, bijvoorbeeld dat ik als ouder -samen met mijn partner, haar vader-  betrokken ben bij de school en het leerproces van mijn dochter. Dus gingen en gaan we naar ouderavonden, maakte ik de kleuterwc’s schoon, hielp ik bij sportdag, spelletjesdag, versierde ik de school voor het sinterklaasfeest, etcetera. Dat was op de basisschool. Onze rol in de school voor voortgezet onderwijs is veel beperkter, maar thuis zorgen we nog altijd voor de nodige belangstelling: boeken, actualiteiten, huiswerkbegeleiding en uiteraard de persoonlijke verzorging: gezond eten en op tijd naar bed, kortom we doen als ouders ons stinkende best.

Daarom gaan mijn haren overeind staan bij het woord “ouderbetrokkenheid” dat dezer dagen op het net rondzingt. Het ene congres buitelt over het andere, met vooraanstaande sprekers als Micha de Winter, Marja van Bijsterveldt of, uit Amerika overgevlogen, Joyce Epstein. De boodschap is eensluidend: een goede samenwerking tussen ouders en school is belangrijk voor schoolprestaties van kinderen. Dus werken we met ons allen aan ouderbetrokkenheid.

En ondanks dat ik het helemaal eens ben met het belang van de rol van ouders, en zelf zo betrokken ben als maar mogelijk is, verzet ik me tegen de term ouderbetrokkenheid. Deze doet namelijk groot onrecht aan ouders. Immers: ouderschap houdt al betrokkenheid in. En er is geen enkele reden om aan te nemen dat ouders niét betrokken zijn bij hun kinderen. Volgens het Gezinsrapport 2011 van het CBS besteden ouders tegenwoordig ruim 2x zoveel tijd aan hun kinderen als de generatie van hun ouders deed[1]. En ondanks dat moeders in de laatste decennia veel meer zijn gaan werken[2], is hun rol (en in mindere mate die van vaders) in school veel groter geworden[3]. Ook op het gebied van ondersteuning van de schoolcarrière van kinderen is er geen reden tot klagen. Ruim een derde van de ouders helpt wekelijks bij het maken van huiswerk, terwijl 72% van de ouders dagelijks met hun kind over schoolzaken praat.[4]

Ja maar, zo klagen leerkrachten, steeds meer kinderen komen zonder ontbijt op school! Oh ja? Eens even kijken, daar is vast wel onderzoek naar. Inderdaad: 80% van de kinderen ontbijt dagelijks. Van de 20% die dat niet doen, wordt niet vermeld waarom ze dat niet doen.[5]

Ja maar, zo klagen de pedagogen, steeds meer ouders besteden hun kinderen uit naar huiswerkbegeleiding, omdat ze zelf geen zin hebben in strijd om huiswerk. Ze maken het zich liever gemakkelijk en houden het gezellig thuis. Maar dat lijkt mij nou juist een uitstekende benadering! Je slaat meerdere vliegen in één klap. Het kost je geen onnodige strijd en dus blijft het gezellig, je bespaart kostbare tijd en je kind heeft het huiswerk af. Zo adviseert Marina van der Wal in haar Enige Echte Eerlijke Puber Opvoedboek ook om huiswerkbegeleiding zo mogelijk uit te besteden.[6] Overigens is ook bij deze constatering een kanttekening noodzakelijk. Het blijkt dat slechts 10% van de leerlingen gebruik maakt van huiswerkbegeleiding. Dat wil zeggen dat 90% van hen er dus géén gebruik van maakt, hetgeen eerder duidt op overdreven morele ophef dan op een reëel probleem. En ook de vraag of de ouders die hun kind wèl “uitbesteden” betrokken zijn, kan bevestigend beantwoord worden. Die ouders blijken regelmatig met het betreffende instituut te overleggen en zijn op hun manier juist heel ondersteunend en dus betrokken.[7]

Ja maar, zo klagen de schoolleiders: ouders komen niet op ouderavonden. Dan is mijn vraag: is dat wel zo?[8] En zo ja: hoe kan dat? Weten die ouders wel dat er een ouderavond is en hoe belangrijk het is dat ze komen? Dat ze erbij zijn wordt namelijk niet vanzelfsprekend met ouders afgesproken, bij het kennismakingsgesprek. Meestal wordt de komst van een ouderavond per briefje aangekondigd. En die briefjes raken nog wel eens kwijt in een gymtas of onder de leeggelopen overblijfbeker. En vervolgens: wat wordt er besproken op die ouderavond, de jaarcijfers van de medezeggenschapsraad?[9] Moeten ze daarvoor ècht oppas gaan regelen, na een drukke dag?

Laten we drie dingen nou eens echt duidelijk maken. Ten eerste: voor schoolprestaties van kinderen is de ondersteunende cultuur thuis veel belangrijker dan de activiteit van ouders in de school zelf. Toch gaan de meeste instructies over ouderbetrokkenheid over activiteiten in de school. Maar hoeveel ouders passen er eigenlijk in de Medezeggenschapsraad? Veel belangrijker is wat ouders thuis doen. Maar juist op dit gebied missen veel ouders voorlichting. Deze zou best door de school of zelfs door het ministerie gegeven kunnen worden. En hoe gek het ook mag klinken onder alle morele bezorgdheid om ouderbetrokkenheid: dit gebeurt dus niet. Nergens kan ik als ouder vinden hoe ik mijn kind, of nu mijn puber, het beste kan ondersteunen. Nu ben ik hoogopgeleid, maar zelfs voor mij is het soms zoeken. Hoe moet dat dan voor andere ouders zijn? Informatie is er wel, maar versnipperd en niet compleet. Met soms een gunstige uitschieter, bijvoorbeeld de coördinator van de brugklas die zei: “Een nieuwe school is intensief voor je kind. Zorg dat het om 9 uur in bed ligt.” Kijk, daar heb je als ouder wat aan.

Ten tweede: als ik als hoopgeleide autochtone ouder al zo naar aanwijzingen moet zoeken, hoe ingewikkeld moet het dan niet zijn voor lager opgeleide ouders, die de vanzelfsprekende aannames van de school niet automatisch aanvoelen, of die zelfs de taal niet goed beheersen en de onuitgesproken tradities van dit land niet kennen? In plaats van de morele verontwaardiging over luie of onzichtbare ouders, moet je je afvragen wat hen tegenhoudt. Begrijpen zij wat er op zo’n briefje staat? Verstaan zij de spreker van de avond? Voelen zij zich in de school wel thuis of zijn ze geïmponeerd door al die vlotte autochtone ouders?

De discussie over ouderbetrokkenheid is vooral een morele discussie, met tal van uitwassen die eerder getuigen van Morele Paniek dan van realiteitszin, zoals mijn voorbeelden hierboven laten zien. Terwijl je ook heel praktisch zou kunnen zijn. Is ontbijten belangrijk? Communiceer dat dan naar de ouders èn naar de kinderen, via een ontbijtproject op school. En voor de kinderen die ondanks dat niets te eten krijgen en op school zitten te zieltogen, schakel je òf jeugdzorg in, of zorg je dat er iets te eten is in de keuken. En scholen die met veel ouders te maken hebben die om welke reden dan ook hun kind niet optimaal kunnen ondersteunen, mogen hier best een budget voor krijgen, zodat ze de communicatie met de ouders kunnen verbeteren.

Tegelijk moet hier een grens getrokken worden: de school moet niet in het gat gaan springen dat het wegbezuinigde buurtwerk heeft achtergelaten. Moeten scholen echt gaan zorgen voor de integratie van allochtone ouders in de Nederlandse samenleving? Moeten ze inloopochtenden en taalcursussen gaan verzorgen? Het lijkt zo’n  mooi initiatief, de school als hart van de buurt, als hart van de “Pedagogische Civil Society” [10] maar ik vraag me af of het echt zo’n goed idee is. Simpelweg omdat dan teveel van de beschikbare mentale energie van de onderwijstaak wordt weggekaapt, nog afgezien van het feit dat de door het Ministerie beschikbare budget ver bij deze taak achterblijft. Juist deze kinderen hebben baat bij goed onderwijs. Het zou jammer zijn als teveel energie gaat naar de ouders.

Maar, en hier kom ik op mijn derde punt: de nadruk op ouderbetrokkenheid houdt juist de rol van de scholen èn van de overheid ten onrechte in de luwte. Van de site van het Ministerie word je niet veel wijzer. Er is wèl een prachtige link naar ouderbetrokkenheid, maar geen praktische informatie voor ouders. De minister verwacht veel van ouders, tegenwoordig. Maar ze is blijkbaar niet van plan te vertellen wat precies. En hoe.

Uit tal van onderzoek blijkt dat ouders graag betrokken willen zijn, maar de nodige informatie en instructie daartoe missen.[11] Ouders ondersteunen hun kinderen graag bij het maken van huiswerk, maar tegelijk weten ze dat hun kind in het voortgezet onderwijs het ook zélf moet leren doen. Voor je het weet word je als hyperouder bestempeld en krijgt je kind geen kans volwassen te worden.[12] Nog daargelaten dat  het heel lastig is om te achterhalen welk huiswerk er gemaakt moet worden en wanneer. Dat hangt dan weer van de vaardigheid van je 13-jarige af. Zelf heb ik nu een directe link naar het lesrooster van mijn dochter gevonden, nadat ik mij twee jaar door het internetdoolhof van Magister heb moeten zien te worstelen. Daar staat overigens dan nog steeds niet het huiswerk op (dat moet toch simpel te regelen zijn in dit internettijdperk?) en ook niet wat de afkortingen van de docentennamen betekenen.

Voor ouders is het spitsroeden lopen. Zo is het belangrijk om de communicatie met de school positief te houden, bijvoorbeeld in het 10-minutengesprek.[13] Je moet er vooral voor zorgen dat je geen conflict krijgt met de school, de leerkracht of de mentor van je kind omdat dat zéker repercussies zal hebben voor je kind. Want als de school iets nalaat of er ontstaat een conflict, dan sta je helemaal in de kou, zo kan ook de moeder van de twee zeiljongens bevestigen. Dan blijken ineens zowel de schoolbetrokkenheid als de wetgeving zwaar tekort te schieten. Maar daar hoor je de Minister niet over.

Het wordt tijd dat ouders door de school èn door de minister worden gezien als partners in onderwijs en opvoeding, met een goede taakverdeling tussen ouders en school, en duidelijkheid naar beide kanten. Daarnaast moet er voor laaggeschoolde ouders, al dan niet met een andere cultuur, op onderwijsondersteuning gerichte ondersteuning komen, vanuit de gedachte dat ook zij het beste voor hun kind willen. Maar deze taak mag niet al te zwaar op de schouders van de scholen gelegd worden. De verantwoordelijkheid die ze hebben – het geven van goed onderwijs-  is immers al groot genoeg en de problematiek van deze groep vergt een eigen professionaliteit.[14] Bovendien zouden de scholen dan een te grote “opvoedende” macht hebben over ouders, hetgeen afbreuk doet aan het gelijkwaardige partnerschap waarnaar we streven. Het is de taak van het Ministerie dit partnerschap te faciliteren, zowel naar de scholen als naar de ouders toe. Ouderbetrokkenheid bestaat al, en het wordt tijd dat deze serieus genomen wordt.

Mieke van Stigt is socioloog en pedagoog en schrijft en spreekt over jeugd, gezin, onderwijs en levensloop. Samenhangen tussen historische en sociale ontwikkelingen kunnen de weg openen naar nieuwe perspectieven en soms onverwachte oplossingen. Daarbij is het stellen van fundamentele vragen een belangrijk hulpmiddel en het vertrekpunt van de expeditie. Meer artikelen van Mieke van Stigt zijn te lezen op http://miekevanstigt.blogspot.nl/. Ze is ook te volgen op Twitter: @miekevanstigt.


[1] SCP Gezinsrapport_2011
[2] CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie
in Nederland sinds 1970S

[3] 95 procent van ouders helpt op school! J/M voor Ouders
[4] Betrokkenheid ouders op school
[5] Checkteen
[6] Marina van der Wal en Jan Dijkgraaf (2012): Het enige echt eerlijke Puber Opvoedboek. Amersfoort BBNC , p 40. Het enige nadeel is dat je de voldoening van een samen gehaalde voldoende voor geschiedenis mist.
[7] Huiswerk is steeds minder thuiswerk
[8] Daarover bestaat tussen ouders en school duidelijk verschil van mening: Ouders en leerkrachten zien de ouderavond als een verplichting’
[9] Echt meegemaakt. Drie kwartier lang. Met na de pauze nog een korte presentatie waarvan de inhoud mij ontschoten is.
[10] Waar Micha de Winter zo voor pleit, zie bijv. Wat is de pedagogische civil society?
[11] Ruim een kwart van de ouders zegt instructies te missen. Bron: Volkskrant 23 mei 2012, verwijzend naar onderzoek van Ecorys
[12] Hyper-parenting: extreem ouderschap
[13]  Ouders Online
[14] Hoe ingewikkeld en omvangrijk deze taak kan zijn, is te lezen in Margalith Kleiwegt (2005): Onzichtbare ouders. De buurt van Mohammed B.

Dit artikel is 3810 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (9)

  1. Het wordt dus hoog tijd dat nog meer ouders/verzorgers de weg gaan vinden naar lerenprimair.nl. We hopen ideeën, tips en ondersteuning zonder jargon, te bieden aan school, maar juist ook aan ouders, hoe ze hun kind thuis kunnen ondersteunen bij het leren in brede zin. Vragen staat vrij!

  2. Met veel hiervan eens, behalve met het idee dat inloopochtenden en een school als hart van de buurt zou afleiden van schoolprestaties en schoolleren. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet. Samenwerken met buurtwerk, jeugdwerk en ander welzijnswerk zorgt dat het niet een extra taak is van de school. De school is alleen wel het fysieke hart van de buurt.

  3. Zo het werd tijd dat dit eens gezegd werd, dank! Helemaal mee eens. Persoonlijk erger ik me groen en geel aan het belerende toontje van Van Bijsterveldt. Daarbij wordt ouderbetrokkenheid niet gefasciliteerd op de manier waarop betrokken ouders dat voor ogen hebben in de plannen voor passend onderwijs. Het is slikken of stikken. Terwijl daar nu juist een kans ligt om het voor eens en voor altijd goed te regelen.

  4. Helemaal mee eens.
    Wat ook erg schrijnend is, dan bén je als ouder betrokken omdat je (na veel onderzoek, inlezen en plannen) je kind thuisonderwijs gaat geven (het toppunt van ouderbetrokkenheid en passend onderwijs zonder dat het de overheid een cent kost, want alles gaat uit eigen zak) en dan wordt je door verschillende politici (zonder onderzoek, bewijzen of wettelijke grond) behandeld alsof je een crimineel bent.

  5. Of draai de boel eens om: waar is de leerkrachtbetrokkenheid bij wat de ouders thuis willen met hun kinderen? Ik heb ook zo mijn ideeën over hoe ik met mijn kind om wil gaan, hoe ik hem groot wil brengen, hoe ik denk dat hij het beste leert. Het zou fijn zijn als de school mij daarin ondersteunt!

  6. Ik lees je blog graag. Ben zelf docent en het is leerzaam om de andere kant te lezen. Ben het vaak met je eens.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *