In Gezichten van een onzeker bestaan (07-04-2021) van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) doet Antoon zijn verhaal. Hij heeft vijftien jaar lang gewerkt en hield alleen het geld onder de beslagvrije voet over om van te leven. Voor een schuldregeling kwam hij niet in aanmerking omdat hij geen overzicht kon verstrekken van al zijn (deels buitenlandse) schuldeisers. Als hij een boete voor een verkeersovertreding niet kan betalen, wordt hij gegijzeld en zit hij drie dagen gevangen.
Antoon kan niet met een beroep op mensenrechten stellen dat de gemeente een schuldsanering moet starten
De armoede en de permanente stress zijn een ramp voor zijn gezondheid. Op dagen dat hij ziek was, is hij toch gaan werken. Omdat hij het geld nodig had. Hij heeft een maagzweer gehad, had twee keer een hartstilstand en een tumor in de longen. Zijn tanden zijn uitgevallen en hij heeft geen geld voor een kunstgebit. Ten tijde van het interview is hij 54 jaar, maar hij voelt zich dertig jaar ouder.
Wat zijn mensenrechten waard?
Mensenrechten zijn voor Antoon een abstract begrip. Fijn dat er een recht bestaat op een behoorlijke levensstandaard, op gezondheid en op gelijke behandeling, maar het zijn geen individueel afdwingbare rechten. Antoon kan niet met een beroep op mensenrechten stellen dat de gemeente moet afwijken van haar routine en ook een schuldsanering moet starten bij het ontbreken van een aantal buitenlandse schuldeisers.
Vijftien jaar lang moeten leven van een inkomen op de beslagvrije voet is zonder meer slecht voor zijn gezondheid, maar Antoon kan niet met een beroep op mensenrechten voor elkaar krijgen dat in zijn geval de beslagvrije voet wordt verhoogd. Wat zijn die mensenrechten voor iemand als Antoon dan waard?
Recht op huisvesting
In een ander advies aan de overheid – Herstel begint met een huis (21-04-2020) – laat de RVS zien dat een mensenrechtenperspectief wel degelijk richting geeft. Het recht op huisvesting is evenmin een individueel afdwingbaar recht. Een dakloze kan niet naar het gemeentehuis gaan om de sleutel van een woning op te halen.
Het recht op huisvesting biedt wel de rechtvaardiging voor politieke regie op de woningmarkt. De RVS adviseert om te investeren in een bufferzone aan de onderkant van de woningmarkt van kleine en tijdelijke woningen waar daklozen snel terechtkunnen. Nu zitten mensen in de opvang of binnen beschermd wonen vaak heel lang klem, omdat ze wel zelfstandig kunnen wonen maar er domweg geen woningen zijn. Dat is niet alleen heel duur, het is ook fnuikend voor mensen die niet vooruit kunnen.
Het zou helpen als er zelfstandige woningen zijn waar mensen binnen korte tijd terechtkunnen. Zelfs als dat tijdelijke of kleine woningen zijn. De overheid kan hiervoor leegstaand vastgoed transformeren in plaats van het te verkopen aan de hoogste bieder.
Vanuit het perspectief van mensenrechten is het ook goed om wonen als startpunt te nemen na dakloosheid, en pas daarna te kijken welke andere hulp en ondersteuning er nodig is: herstel begint met een huis, dus. Het vormt ook een argument om in geval van strijdige regels voorrang te geven aan het recht op huisvesting. Dat betekent bijvoorbeeld dat een gemeente kan beslissen om mensen toestemming te geven om een bepaalde periode in een vakantiehuis te wonen. Het recht op huisvesting is dan belangrijker dan het verbod op permanente bewoning.
Gebrek aan bestaanszekerheid
Er zijn honderdduizenden redenen om het mensenrechtenperspectief ook te gebruiken om naar armoede te kijken. Er zijn immers honderdduizenden mensen voor wie het recht op een behoorlijke levensstandaard niet wordt waargemaakt. En de koopkrachtcrisis door de hoge energieprijzen en de inflatie maken dat nog schrijnender. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) schat het aantal mensen dat in 2023 onder de armoedegrens leeft op 830.000 (4,9 procent van de bevolking). En de schatting voor het aantal kinderen en jongeren dat in dat jaar in armoede opgroeit, is 220.000 (6,7 procent van het totaal aantal kinderen).
Een nationaal saneringsprogramma: allereerst zoveel mogelijk drempels voor de toegang tot schuldhulpverlening opruimen
Ook het recht op gezondheid komt in de knel door een gebrek aan bestaanszekerheid. Mensen met problematische schulden ervaren chronische stress, zeker als de situatie lang voortduurt, zoals bij Antoon. Het kan leiden tot slapeloosheid en pijnklachten. Langdurige stress verstoort de hormoonhuishouding, wat kan leiden tot overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten en verminderde weerstand. En stress vergroot ook de kans op geestelijke gezondheidsproblemen. Het leidt tot een grote gezondheidsongelijkheid. Mensen met een lage sociaal-economische status sterven gemiddeld zeven jaar eerder en leven vijftien jaar minder in goede gezondheid.
Overheid moet voortouw nemen
Vanuit een mensenrechtenperspectief naar armoede en schulden kijken, leidt al snel tot de conclusie dat de overheid het voortouw moet nemen bij het streven naar bestaanszekerheid. De regering pakt deze handschoen ook op. Zo heeft het kabinet zich ten doel gesteld dat het aantal kinderen en jongeren dat in armoede leeft in 2025 is gedaald tot 150.000. Het kabinet heeft ook allerlei maatregelen genomen om de gevolgen van de stijgende energieprijzen en de inflatie te verminderen. Daarnaast zet de regering sterk in op het verbeteren van de schuldhulpverlening en het versterken van vroegsignalering.
Toch is het de vraag of dat voldoende is. Zo constateert de RVS in het advies Van schuld naar schone lei (20-04-2022) dat er bijna een half miljoen mensen zijn met problematische schulden die geen perspectief hebben om van hun schuld af te komen. Antoon was één van hen. Hij kon de horde van het overzicht van al zijn schulden niet nemen en zat daarom klem.
De RVS vindt dat iedereen een perspectief moet hebben en pleit daarom voor een nationaal saneringsprogramma. Dat betekent allereerst zoveel mogelijk drempels voor de toegang tot schuldhulpverlening opruimen. Er moet ook perspectief zijn voor mensen die nu niet in aanmerking komen voor een schuldsanering: jongeren zonder inkomen, mensen met verwijtbare fraudeschulden of mensen aan wie een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd.
Daarnaast helpt het om mensen veel sneller toe te laten tot een schuldregeling, ook als een scheiding nog moet worden afgewacht of nog niet duidelijk is wat de precieze afloscapaciteit is. Het is beter om een schatting te maken, snel te starten en het verschil bij te passen uit een fonds. Dat bespaart ook heel veel uitvoeringskosten. Precisie veroorzaakt hier te veel leed.
Recht op privacy
Een mensenrechtenperspectief nodigt uit om een andere weging te maken bij botsende waarden. Een voorbeeld kan dit illustreren. Mensen die pas op latere leeftijd in Nederland zijn komen wonen, of mensen die een tijd in het buitenland hebben gewoond, hebben geen recht op een volledige AOW. Het gaat hierbij meestal om migranten. Als zij geen aanvullend pensioen hebben, kunnen ze recht hebben op een AIO: de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen.
De overheid heeft een blinde vlek voor sociale relaties, terwijl die juist essentieel zijn voor de veerkracht van mensen
Een groot deel van de mensen die recht hebben op een AIO maakt hier geen gebruik van en leeft onder de armoedegrens. De Sociale Verzekeringsbank weet welke mensen een onvolledige AOW krijgen en zou hen kunnen wijzen op hun recht, maar privacyregels vormen hier een belemmering. Vanuit een mensenrechtenperspectief valt goed te beargumenteren waarom het recht op een behoorlijk inkomen hier belangrijker is dan het recht op privacy.
Zelfredzaamheid
De Britse sociale ondernemer Hilary Cottam gaat nog verder in haar boek Radical Help. How we can remake the relationships between us and revolutionize the welfare state (2019). Zij betoogt dat westerse verzorgingsstaten slecht in staat zijn om mensen echt perspectief te geven. Ze legt drie fundamentele weeffouten bloot.
De eerste is het neoliberale idee van zelfredzaamheid. Dit betekent dat mensen alleen ondersteuning van de overheid kunnen krijgen als ze het op eigen kracht (of met behulp van hun netwerk) niet meer redden. Dit leidt ertoe dat veel overheidsinterventies op de korte termijn zijn gericht. Liever de kortste weg naar werk dan een investering om op lange termijn betaald werk te blijven doen. De nadruk op zelfredzaamheid gaat er ook van uit dat alle burgers in staat zijn om zichzelf te redden. In het advies Weten is nog geen doen (2017) laat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zien dat dit leidt tot een enorme overschatting van burgers. Het sociale systeem in Nederland is zo ingewikkeld dat veel mensen niet weten hoe het precies werkt. En vervolgens worden ze keihard gestraft als ze in dat ingewikkelde systeem een foutje maken. Het kinderopvangtoeslagenschandaal heeft laten zien hoe zo massaal levens de vernieling in zijn gedraaid.
Een tweede tekortkoming is volgens Cottam de enorme versnippering van de ondersteuning door de staat. Instanties hebben een aparte taak en vaak worden ze ook nog afgerekend op smalle doelstellingen die samenwerking belemmeren.
En de derde weeffout is dat de overheid een blinde vlek heeft voor sociale relaties, terwijl die juist essentieel zijn voor de veerkracht van mensen.
Belang voor overlevers
De analyse van Cottam is vooral van belang voor overlevers: mensen die af en aan ondersteuning door de overheid nodig hebben. Zij zijn het meest de dupe van de verbrokkelde kortetermijnondersteuning en zouden het meeste baat hebben bij het versterken van hun sociale netwerken.
Haar analyse helpt om invulling te geven aan het centraal stellen van mensenrechten. Zo weten we dat 60 procent van de dakloze jongeren een geschiedenis heeft in de tweedelijnsjeugdzorg. Zij waren op hun 18e in beeld bij de overheid en komen dat pas later weer als het helemaal is misgegaan.
Het inspireert om onverminderd te beseffen dat er altijd meer mogelijk is dan bestaande regels en routines
Het is de tragiek van een kortetermijnoriëntatie en van versnipperde zorg. Het doel van jeugdzorg zou niet moeten zijn om jeugdigen veilig 18 te laten worden, maar om ze te laten opgroeien tot veerkrachtige volwassenen van 25. Dit betekent dat er gedurende die periode een lichte vorm van ondersteuning nodig is op het gebied van inkomen, huisvesting, onderwijs, werk en sociaal netwerk (The Big Five).
Zich sterk maken voor mensenrechten
Mensenrechten zijn niet vrijblijvend. Het is een opdracht aan de overheid om de regie te nemen om mensenrechten waar te maken. Het dwingt om scherp te kijken naar haar eigen praktijken, om te onderzoeken waar het recht op een behoorlijk inkomen of het recht op gezondheid in de knel komt.
Zo kunnen ook overlevers als Antoon baat hebben bij een overheid die zich sterk maakt voor mensenrechten. Antoon is uiteindelijk van zijn schulden afgekomen. Tenminste van de bekende schulden. Met maatwerk. Het inspireert om onverminderd te beseffen dat er altijd meer mogelijk is dan de bestaande regels en routines. Mensenrechten zijn een spiegel voor alle wetten, regels en praktijken die overlevers als Antoon in de steek laten. En een opdracht aan ons om die wetten, regels en praktijken te veranderen als ze geen recht doen aan mensenrechten.
Erik Dannenberg en Pieter Hilhorst zijn lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.
Foto Albrecht Fietz via Pixabay