Als Donald Trump opnieuw gekozen wordt als president van Amerika, is dat slecht nieuws voor de mensen die de rechtsstaat verdedigen. Tel daarbij op de Europese verkiezingen van juni. In heel Europa staan de partijen klaar die vinden dat Poetin een punt heeft. En dan de mogelijke uitkomsten van de kabinetsonderhandelingen in ons eigen Den Haag: het begin was al veelzeggend, nog even vaststellen wat die rechtsstaat ook weer was. Voor wie om democratie geeft, is in 2024 genoeg reden tot waakzaamheid. En daarom moeten we het over het verschijnsel democratiearmoede hebben.
Democratiearmoede is dat een politicus zonder ironie zegt ‘schijtziek te worden van polarisatie door collega’s’
Democratiearmoede wil zeggen dat we denken dat de hardste stem telt. Of dat we ons wel om de wet of om de rechtsstaat druk maken, maar niet of veel minder om de uitvoering. Dat een politicus zonder ironie zegt ‘schijtziek te worden van polarisatie door collega’s’; dat het vrijwilligerswerk onder gewone burgers daalt en dat we dat laten gebeuren. Dat we ons zorgen maken dat leerlingen te weinig leren en weten over burgerschap, maar dat dit niet tot nervositeit leidt.
Gelukkig is democratiearmoede te keren, maar we moeten het zelf doen. Daarvoor zijn drie stappen nodig: koesteren dat democratie wérkt, herkennen hoe zij onder vuur ligt, en ten slotte de belagers tegenhouden.
Koesteren dat democratie werkt
We accepteren wel dat democratie moreel de juiste bestuursvorm is, maar geloven amper dat zelforganisatie ook beter werkt. In democratieën leven mensen langer, welvarender en gelukkiger. Wat beter gaat in democratieën begrijpen we door te spreken over democratie als mensenwerk aan de hand van vier criteria.
Het eerste criterium is dat niemand zich horig of ondergeschikt mag voelen. Het is verleidelijk om te denken dat wanneer de overheid voor bestaanszekerheid zorgt afdoende gelijkheid gegarandeerd is. Maar wat is daarmee gezegd over de vernedering die mensen kunnen voelen door standsverschillen, klassenverschillen, inkomensverschillen, cultuurverschillen?
Zonder betrokkenheid van de mensen voor wie beleid is, deugt dat beleid meestal niet
Ten tweede moet iedereen zich een beetje eigenaar voelen. Al die mooie instituties, de wetten, sociale voorzieningen, huizen, wegen, scholen horen een beetje van ons allemaal te zijn en we moeten daar gelijk toegang toe hebben. Mensen dragen bij door belasting te betalen, door burenhulp, met wat ze kunnen, dat kan geld, tijd, talent of netwerk zijn.
Het derde criterium voor democratie als mensenwerk is gelijke participatie. Eerlijke dialoog is cruciaal voor goede besluiten. Zonder betrokkenheid van de mensen voor wie beleid is, deugt dat beleid meestal niet. Een vierde criterium is wederkerigheid, dat wil zeggen proberen je in anderen te verplaatsen. Dan pas is er ruimte voor het veranderen van mening. En meningsverandering is cruciaal voor vooruitgang.
Valse vrienden
Zo gezien hoort democratie bij mensen zoals het vuur bij de mensen hoort. Om scherper voor het voetlicht te krijgen wat er nu misgaat, helpt een taalkundige bril – die van de ‘valse vrienden’. De uitdrukking ‘valse vriend’ duidt oorspronkelijk aan dat ogenschijnlijke verwantschappen niet kloppen: wat Duitsers een ‘See’ noemen, heet bij ons een ‘meer’ en vice versa, wat wij een ‘zee’ noemen, heet bij Duitsers een ‘Meer’. Valse vrienden in de democratie tasten het mensenwerk aan. Er zijn er vier uiterst relevant.
Daar is allereerst de meeloper die op het oog een liefdesverklaring geeft aan de democratie, maar de democratie wil redden door met het populisme mee te lopen. Soms uitdrukkelijk, door met het populisme coalities te sluiten. Soms implicieter, door een koranverbrander als boeiende talkshowgast te zien.
Minderheden worden, goedbeschouwd, horigen, overgeleverd aan de goedertierenheid van boven hen geplaatsten
Bij de meeloper is de overtuiging levendig dat vooral het belang van de hardste stem telt, zonder veel oog voor minderheden. Die moeten zich extra goed gedragen of anders het land uit, ze moeten hópen dat het parlement bereid is de grondwet te onderschrijven en worden daardoor goedbeschouwd horigen, overgeleverd aan de goedertierenheid van boven hen geplaatsten. Zo verschraalt het eerste criterium voor democratie, de afwezigheid van horigheid.
Ten tweede is er de missionaris, die geloof in de kassa propageert en alleen stuurt op efficiëntie. Daarmee wordt het maatschappelijk middenveld vernietigt. Ten derde is er de technocraat, die meent dat bij grote problemen slimme mensen het voor het zeggen moeten hebben. Bij beide heerst vooral een sterk geloof in wet en rechtstaat, zonder oog voor de ongelijkheden of drang van burgers om gehoord te worden. Het gevoel van gelijk eigenaarschap en participatie, verschralen daarmee.
De zelfspecialist herkent in geval van rijkdom alleen zijn eigen succes en vindt belasting dus diefstal
Tot slot is er nog de zelfspecialist. Die herkent in geval van rijkdom alleen zijn eigen succes en vindt belasting dus diefstal. In geval van achterstand wijst de zelfspecialist op de intersectie van zijn unieke kenmerken, niemand kan hem echt begrijpen. De zelfspecialist meent dus dat geluk en pech niet bestaan. Zijn plek in de samenleving is voorbestemd, dus wat heeft het dan voor zin om over anderen dan jezelf na te denken? De zelfspecialist wijst het idee van een collectief af, wat leidt tot verschraling van het wederkerigheidscriterium.
Wat door zulke valse vrienden overblijft als verschraalde korst van een levend democratiebegrip is de verdediging van het belang van de meerderheid, de verdediging van de status quo in de rechtsstaat en veel ikke-ikke-ikke. Het gevolg is evident: we sluiten ons op in bubbels.
Hoe stoppen we de belagers?
Wat nodig is, is nieuw leven in de verbeelding van democratie. Allicht is dit een taak voor de wereld van politieke partijen, parlement, gemeenteraad en ministeries. Maar we kunnen er geen wonderen van verwachten. Het is illustratief voor de staat van de politieke partijen in ons land dat op dit moment de grootste partij van Nederland een partij zonder leden is.
Er is daarnaast een uitgebreide praktijk van innovaties. In burgerinitiatieven tref je onder de deelnemers onveranderlijk veel optimisme. Hoezo democratiearmoede, zal men hier zeggen, neem de duizenden initiatieven gericht op buurtwelzijn, buurtzorg, lokale duurzame energie, buurtfeesten, volkstuinen en broodfondsen. Maar ze houden vaak ook vormen van ongelijkheid in stand, omdat mensen met een theoretische opleiding meer plezier hebben in vernieuwing en daarom oververtegenwoordigd zijn in dit soort clubjes.
De vraag is hoe mensen soms even uit hun bubbels kunnen komen
Er is kortom een gat in ons denken en doen over democratie, en dat gat heeft de vorm van wederkerigheid. De vraag is hoe mensen soms even uit hun bubbels kunnen komen; hoe de succesvolle mensen leren soms even te geven om de minder succesvolle; hoe mensen soms even het complotdenken kunnen loslaten; hoe ze naast hun dierbare identiteit soms ook even een collectieve identiteit koesteren.
Tragiek van democratie erkennen
Werken aan wederkerigheid vraagt om erkenning van de tragiek van democratie. De tragiek is dat democratie ons bijna altijd verscheurt, zoals al het menselijke ook moeizaam of teleurstellend kan zijn. We raken teleurgesteld wanneer het bestuur ons inspraak belooft, maar niet luistert. En na een serieus gesprek met de andersdenkende buurvrouw voelen we geen vage weerzin meer, maar regelrechte haat. Bovendien gaat democratie vaak traag en bestaan de resultaten uit onduidelijke compromissen.
De grootste demon van democratie om te temmen, is onze eigen zwaarwichtigheid
Tot overmaat van ramp loop je tegenwoordig gevaar op bedreigingen wanneer je wél een helder standpunt betrekt. Misschien is sporten of muziek maken meer de moeite, of een écht beroep uitoefenen. Het loopt immers niet echt storm voor het lidmaatschap van de universiteitsraad, de gemeenteraad of de Tweede Kamer.
Vergeving, belofte en zelfspot
We houden het samenleven alleen vol, zegt Hannah Arendt in The Human Condition (1958), wanneer we in staat zijn te vergeven en bereid zijn te beloven. Je vergeeft iemand die wat stoms deed, zodat het gesprek verder kan. Je belooft aan iemand om iets in de toekomst anders te doen. Het klopt dat vergeving en belofte democratie als menswerk helpen mogelijk maken. Maar Arendt vergat een voorwaarde: zelfspot.
De grootste demon van democratie om te temmen, is onze eigen zwaarwichtigheid. Wanneer we vergeten dat ergens in de buitenwereld échte vijanden zijn, dictators met een groot leger en anderen waarmee het gesprek niet mogelijk is omdat ze je dood willen hebben, dan ontstaat pas echt democratiearmoede. Alleen door je bewust te zijn van je eigen en andermans beperkingen en daar af en toe ook even op te reflecteren, krijgt democratie lucht.
Democratie is ten diepste iets voor verliezers
‘Als je wint, heb je vrienden, echte vrienden, rijen dik’, zongen Herman Brood en Henny Vrienten met de nodige zelfspot in 1984. We associëren ons graag met winnaars, maar democratie is ten diepste iets voor verliezers. Dat vereist dat iedereen die vandaag zijn zin niet krijgt, niet mokkend aan de kant moet gaan zitten, maar ervan overtuigd moet zijn dat hij morgen toch weer naar het veld moet komen omdat hij een volgende keer wél zijn zin kan krijgen.
Menno Hurenkamp is hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht. Dit artikel is gebaseerd op zijn op 12 april 2024 uitgesproken inaugurele rede ‘Valse vrienden?’ Democratiearmoede en wat er aan te doen bij de aanvaarding van de leerstoel Democratie als mensenwerk aan de Universiteit voor Humanistiek.
Foto: Daniel Lobo (Flickr Creative Commons)