BESCHOUWING Willem Schinkel: Het verwijt van politieke correctheid is vorm van geweld

Wie iemand van politieke correctheid beticht, maakt zich schuldig aan geweld waartegen het slachtoffer zich met argumenten niet of nauwelijks kan verdedigen, betoogt socioloog Willem Schinkel.

Willem Schinkel liet zich op een bijeenkomst op de Erasmusuniversiteit Rotterdam ontvallen dat hij zich stevig ergert aan de censuur die met het verwijt van politieke correctheid komt. ‘Niet omdat ik namens wie dan ook spreek, maar omdat ik daarmee zelf te maken heb én omdat ik het buitengewoon irritant vind.´ Schinkel: ´Ik beoog geen dialoog met degenen die zich van het politieke correctheidsverwijt bedienen, ben niet geïnteresseerd in debat en al helemaal niet in de andere kant van de zaak.’

De ander is een probleem omdat hij problemen heeft

Al meer dan 25 jaar lang vinden mensen zoals Frits Bolkestein en Paul Scheffer - ‘allerhande pseudo-intellectuelen’, volgens Schinkel – dat we niet moeten schromen om in het debat over integratie en immigratie de dingen bij de naam te noemen. ‘Want zachte heelmeesters maken stinkende wonden.’ Schinkel stelt de retorische vraag wat we dan precies moeten benoemen. Zijn antwoord is kort: ‘Problemen. Dat wil zeggen we moeten de ander tot probleem bestempelen, omdat hij (of zij) problemen heeft. Het verband zou causaal zijn. Opvallend echter is dat de namen die wij zouden moeten gebruiken bij het benoemen feitelijk moeilijk te hechten zijn aan werkelijkheden die aan die namen voorafgaan.’

‘Neem een concept als integratie: waarom zou een relatieve sociaaleconomische positie betekenen dat iemand niet of onvolledig is geïntegreerd en dus niet of nauwelijks deel uitmaakt van de samenleving? Wat draagt de codering niet-(volledig) geïntegreerd toe? Wat wordt daardoor beter behap- en bespreekbaar? Wat helpt het om te doen alsof een gedetineerde in een Nederlandse gevangenis buiten de samenleving staat en weer geïntegreerd moet worden? Staat die gevangenis niet in Nederland, is die gevangenis niet zelfs een cruciaal onderdeel van het land?’

Integratie is een zuiveringsmiddel

Integratie is, aldus Schinkel, een politiek concept, om de samenleving te zuiveren, waardoor een probleem niet langer een probleem is van de samenleving, maar van mensen die niet geheel geïntegreerd zijn en nog buiten de samenleving staan. Hij noemt het voorbeeld van allochtone jongeren: door hen te excommuniceren, ‘zuivert de samenleving zich en wordt het tot een moreel puur domein’.

Integratie - gedefinieerd als het huidige politiek concept - trekt scheuren tussen wat binnen en buiten ons benoemd kan worden. Dat geldt ook voor het begrip vrijheid, zoals dat bijvoorbeeld na de aanslagen in Parijs door regeringsleiders werd ingevuld oftewel de vrijheid om naar concerten gaan en op het terras te zitten. ‘Dat zijn allemaal vrijheden die te verdedigen zijn, maar zijn dat nu de vrijheden die aangevallen werden? Vrijheid is op die manier volstrekt tautologisch, wat we ook doen in het Westen, het is vrijheid en wat aangevallen wordt, is onze vrijheid. Het is een vrijheid en daarmee wordt dé vrijheid aangevallen. Het is allemaal van een onpasselijk makende leegte. Zo was het al langer bekend dat premier Mark Rutte vrijheid ziet als lekker thuis op je eigen bank zitten. Wat een ontstellende leegte gaat er schuil achter het pathos waarmee de westerse beschaving wordt gepresenteerd.’

Het is precies via die leegte dat de politiek van benoemen plaatsvindt, zegt Schinkel. En het karakter ervan wordt zichtbaar in de censuur ‘die de wil tot benoemen oplegt aan beschrijvingen die het benoemen en het benoemde impliceren. Een censuur die vooral sterk is omdat het voortkomt uit het verwijt dat kritiek erop de werkelijke censuur is, de politieke correctheid.’

Het verwijt van politieke correctheid duidt op lege handen

Maar, zegt Schinkel met de nodige nadruk, ‘wie politieke correctheid als censuurtechniek toepast, slaat het fundament onder de wil tot benoemen weg. Want als je bijvoorbeeld het verwijt dat Zwarte Piet een racistische praktijk is, afdoet als een uiting van politieke correctheid, erken je tegelijkertijd dat er iets aan de hand is, waar anderen, ook al zijn ze lichtgeraakt, aanstoot aan zouden kunnen nemen. De beschuldiging van politieke correctheid is met andere woorden een teken van een vals schuldig zelfbewustzijn.’

Het verwijt van politieke correctheid duidt volgens Schinkel op knagende twijfel, of ten minste op het ontluikende besef dat er iets mis is aan een praktijk, waarvoor een intrinsieke rechtvaardiging ontbreekt.

‘Wie een ander politieke correctheid verwijt, staat in feite met lege handen. Hij heeft geen positieve argumenten om praktijken te rechtvaardigen die hij verdedigt. En dus verdedigt hij die praktijken op een negatieve manier, door de kritiek erop af te doen als politieke correctheid. De titel impliceert een onderdrukking van de waarheid.’

Verzet tegen het verwijt van politieke correctheid

Degene die er onder tal van uitdrukkingen van wordt beticht politiek correct te zijn - niet benoemen, pappen en nathouden, theedrinken, multiculturalisme, linkse kerk - komt vast te zitten in een web van krachten dat door leegte gekenmerkt wordt. Er is geen argumentatieve uitweg volgens de socioloog, het heeft geen zin om te strijden over wat wel of niet politiek correct is of over wat wel en niet benoemd zou moeten worden.

Schinkel: ‘Er is alleen de antagonistische weg die alles wat tegenover de politieke correctheid geplaatst wordt, aanvalt en ontmaskert als leegte. Een leegte van waaruit het benoemen opkomt en die de vage bewustwording oplevert van een taal die gewelddadig kan zijn en geweld de vorm is waarin de apologeten van het benoemen zich het liefst tot de ander verhouden. De waarheid van de wil tot benoemen is dus: wie politieke correctheid zegt, is schuldig aan het verhulde verlangen om de relatie met de ander op gewelddadige manier vorm te geven. Verzet begint bij de belichting van precies dat verlangen.’

Dit artikel is het verslag, door de redactie, van de inleiding die Willem Schinkel op 26 oktober heeft gehouden op de bijeenkomst 'Manifestaties van Verzet', georganiseerd door de Studentenvereniging IQRA van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Ook de bekende en controversiële Belgische activist Abou Jahjah hield een inleiding. Zie: http://www.socialevraagstukken.nl/interview/abou-jahjah-verzet-alleen-is-niet-genoeg/.

Foto: tgraham (Flickr Creative Commons)

Dit artikel is 5026 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. Politieke correctheid (PC) is een probleem. Dat was en is het voor zijn slachtoffers, dat is het in tweede instantie nu ook voor zijn (voormalige) uitvinders, bedrijvers cum aanhang. Tijden veranderen zingt Dylon. Tot een van die sociale categoriëen behorend reken ik Schinkel. Hij zei of deed ongestraft schrijven: ‘dat hij zich stevig ergert aan de censuur die met het verwijt van politieke correctheid komt. ‘Niet – gaat hij door – ‘omdat ik namens wie dan ook spreek, maar omdat ik daarmee zelf te maken heb én omdat ik het buitengewoon irritant vind.´ Beetje onbegrijpelijk.

    Schinkel: ´Ik beoog geen dialoog met degenen die zich van het politieke correctheidsverwijt bedienen, ben niet geïnteresseerd in debat en al helemaal niet in de andere kant van de zaak.’
    Is me dat even een luxe positie die S. inneemt, om ad libitum debatten te kunnen afslaan die hem correctheidshalve niet bevallen! Zeker geld genoeg.

    De logica van zijn opvolgend betoog (eig.: ‘boutade’) naar aanleiding van PC is zo onnaspeurlijk dat je aan een cognitieve verwarring moet denken. Of, duidelijker dat S. op twee gedachten hinkt. Onbewust. Vandaar. Ik spit dit niet vruchteloos uit, maar kom vervangend met iets van mijzelf.

    De term ‘politieke correctheid’ (PC) heeft vooral betrekking op een voorgeschreven idioom & vocabularium waarin openbare politieke discussies e.d. mogen worden gevoerd. Uit ‘voorgeschreven’ en ‘mogen’ is al af te leiden dat dat specifieke taalgebruik de stijl en imperatief van een heersende klasse is, onder de sancties waarvan het staat. Bij overtreding is sociale uitsluiting het minste; je kunt er ook nog je baan bij verliezen.

    PC heeft, zoals P. Lakeman in zijn ‘Binnen zonder Kloppen’ schrijft, geleid tot een schrikaanjagend type 1950 Mccarthyisme in Nederland. Belangrijke maatschappelijke vraagstukken konden onder dat regime niet goed onder woorden worden gebracht, werden via de eis van PC ‘deskundig’ onbespreekbaar gemaakt, mensen werden bang voor hun sociale positie. Pas vanaf de politieke moord op P. Fortuyn trad enig verbale ontspanning in. Dit oponthoudt heeft geleid tot een m.i. verdiende revanche, dat Schinkel zoals ik het zie hautain afwijst. Schuld bekennen is er niet bij, halsstarrig doorgaan op de verkeerde piste. En zelfs de geweldsfactor weet hij in zijn partijdig voordeel uit te buiten. Schinkel: ‘Wie iemand van politieke correctheid beticht, maakt zich schuldig aan geweld waartegen het slachtoffer zich met argumenten niet of nauwelijks kan verdedigen.’ Een travesti van de waarheid, schuldige maakt zich slachtoffer. Conclusie: Schinkel = PC, vooraf, achteraf.

    Een instructieve reactie hierop lezen we in een commentaar of zoiets van Peter van der Heydens (PvdH): ‘Dreigmail: vaste prik als het over vluchtelingen gaat’, verschenen in ‘Sociale Vraagstukken’, dd 15 -01-2016.
    Na Keulen 2015 | 2016 staat de vluchtelingenproblematiek heviger dan ooit ter discussie, bij ons en misschien erger nog in het buitenland, maar ik houd het formeel op Nederland.
    Volgens PvdH (Radbout; historicus) voltrekt zich aan dit nationale debat, of in modern jargon: ‘discours’, een proces van polarisatie waarin hij de contouren van twee partijen waarneemt. De ene is pro-Vluchteling, de andere contra-Vluchteling. Ik schrijf als PvdH: ‘vluchtelingen’ omdat onder díe meelijwekkende titel onze immigranten op de info-markt worden gegooid. Zo verkoopt het beter.
    De auteur betreurt dit antagonisme, geeft beide facties de schuld ervan en dat schijnt juist en rechtvaardig. Want waar twee partijen met elkaar vechten, weten wij, zijn die beide altijd ongeveer even schuldig. Of is dit populisme toch níet waar, en kan de één begonnen zijn en verdedigt de ander zich of neemt die wraak? Verschilt actie niet van reactie? Schept de these niet zijn eigen antithese? Uit een samen te stellen historisch overzicht van het immigrantendebat valt misschien af te lezen wat het juiste antwoord moet zijn.
    Ik begin met de onfortuinlijke Janmaat. Hij is kapot gemaakt, zijn vrouw invalide, en wie er buiten kroeg en steeg wat van dorst te zeggen, werd snel de mond gesnoerd. Medelijden hoefde je niet met hem te hebben. Je moest liever aan je baan denken. Daarna kwam Fortuyn doodgeschoten, en Theo van Gogh vermoord.
    Tussen die bloedige feiten dóór en erover hing de doem van de afgedwongen zwijgzaamheid over negatieve feiten m.b.t. immigranten. Een soort van sociale terreur.
    Als dupe van een en ander laat zich met dit beknopte overzicht van verwante feiten de identiteit van Heidens ‘contra-Vluchteling’ partij bepalen. Zij ís die feiten. De andere is de andere die begonnen is, die de wind heeft gezaaid en daarvan nu iets van een storm oogsten. En als de aanhangers van die ‘andere’ zich nu over een te grove bejegening beklagen, kan de herinnering van het begrip ‘noodweer excess ze er wellicht mee doen verzoenen.
    Aan het einde van zijn betoog schrijft PvdH: ‘Het enorme verbale geweld van het anti-vluchtelingenkamp heeft geleid tot een kritiekloos wegwuiven door de ‘gutmenschen’ van de problemen die ook meekomen met de grote vluchtelingenstroom’.
    Dit nu lijkt mij een perversie van de werkelijkheid & waarheid. Die zijn dat ‘een kritiekloos wegwuiven’ etc. tot dat ‘enorme verbale geweld’ etc. heeft geleid.

  2. Jezus man HPax waar heb je het over? Van Gogh en Fortuyns moord aan elkaar verbinden.. je bent een samenzweringstheorist, die moorden hadden een totaal verschillend motief, dader en slachtoffer. Je verkracht trouwens de Nederlandse taal en gebruikt haar vormen om legitimiteit te creeren met matige inhoud net als die dombo Cliteur. Politieke correctheid is politiek incorrect volgens de politiek incorrecten en vice versa. Het gaat mis bij de mensen die denken dat er in culturele kwesties een objectieve waarheid is. Beetje ouderwets denken is dat, we zijn al aan het modernisme voorbij beste HPax

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *