Het azc was mijn eerste huis in Nederland. En niet alleen van mij, maar van velen van ons met een vluchtachtergrond. Sommigen kwamen als kinderen, sommigen als volwassenen en sommigen zijn zelfs in een azc geboren.
Natuurlijk ging het leven niet altijd over rozen. Je bevond je in een zeer onrustige, stressvolle en instabiele situatie. Ook dat waren onderdelen van onze realiteit. Uiteindelijk zijn de meesten van ons toch goed terechtgekomen. We zijn in veiligheid grootgebracht, hebben gesport, hebben bijbaantjes gehad, hebben gestudeerd, hebben eigen gezinnen gesticht en zijn uitgegroeid tot hardwerkende, belastingbetalende mensen die een bijdrage leveren aan Nederland. Kan en mag dit ook even hardop gezegd worden?
Mensen die hier kwamen voor een nieuw begin worden volstrekt ontdaan van hun identiteit en menselijkheid
En al zijn we geen ‘asielzoeker’ meer, zeker al dertig jaar niet, de verblijven in de azc’s hebben ons wel gevormd. Wellicht ligt het ver in ons geheugen, maar onze levens in Nederland begonnen wel daar ‒ met al die andere inwoners die samen met ons in die situatie zaten. En laten we vooral niet vergeten hoe groot de onderlinge solidariteit en steun was onder de inwoners. De meesten spraken elkaars taal niet, maar we verstonden wel hoe onze harten spraken.
Moeilijkste beslissing
De beeldvorming is ongelofelijk, maar vooral uitsluitend negatief. Mensen die hier zijn gekomen voor een nieuw begin worden volstrekt ontdaan van hun identiteit en menselijkheid. Azc’s worden geframed als een soort onveilig oorlogsterrein vol met ‘getraumatiseerden’, een broedplaaats van ‘vermeende criminaliteit’.
Wat een trieste opvatting. Wat een treurige, armoedige manier van denken. Die ook nog eens doorsijpelt in opvattingen en gedrag van mensen tegenover personen die gevlucht zijn.
Jezelf naar veiligheid brengen, is een mensenrecht
Je ontvlucht je land wegens conflicten, geweld of vervolging omdat je je niet meer veilig voelt. Of omdat je doelwit werd vanwege je geloof, politieke overtuiging of seksuele en/of genderoriëntatie. Of wegens honger, armoede, de gevolgen van klimaatverandering of andere natuurrampen. Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn er wereldwijd 35,3 miljoen vluchtelingen, waarvan 41 procent kinderen. Met de hoop op een betere toekomst ontsnappen mensen, terwijl vluchten zo veel risico’s kent. Jezelf naar veiligheid brengen, is immers een mensenrecht. Soms voor henzelf. Soms voor hun kinderen.
Mensen die gevlucht zijn, worden vaak gelabeld als ‘vluchtelingen’. Maar ‘gevlucht zijn’ is slechts een ervaring, het definieert hen niet als mens. Het zijn benamingen die iets zeggen over hun wettelijke status. Ze zeggen niets over wie ze zijn als mens, over hun idealen, hun dromen, hun talenten, hun kwaliteiten, hun levenservaring.
Beeldvorming verbeteren
Om de beeldvorming over inwoners van azc’s te verbeteren, heb ik een hashtag in het leven geroepen: #ikwasookeenasielzoeker. Hoe geweldig zou het zijn als we massaal ‒ allen die ooit in een azc gewoond hebben en ooit een vluchtelingenachtergrond hebben gehad ‒ een foto uit die tijd plaatsen met een herinnering daarbij, mooi of bitter.
Het zijn onze toekomstige technici, artsen, atleten en hulpverleners
Ik wil dat mensen inzien dat mensen die gevlucht zijn en nu in een azc wonen, later ook zullen bijdragen aan dit land, net zoals wij dat nu doen. Ze zullen de tekorten in de zorg en het onderwijs opvullen. Het zijn onze toekomstige technici, artsen, atleten en hulpverleners. Ze zullen later van Nederland hun land maken, net zoals wij dat nu gedaan hebben. Ik hoop dat mensen beseffen dat ex-asielzoekers in dit land niet alleen geworteld zijn geraakt, maar dat dit inmiddels ook hun land is.
Sahar Noor is onderzoeker, schrijver, journalist, moderator, adviseur en trainer