SCP: nieuw kabinet moet mantelzorg anders bekijken

Een nieuw kabinet moet nadenken over mantelzorgbeleid vanuit een integrale blik en vanuit het perspectief van burgers. Dat gebeurt nu te weinig, schrijven onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau, met allerlei ongewenste effecten als gevolg.

Mantelzorg staat in de belangstelling. Politieke partijen hebben oog voor mantelzorgondersteuning: in hun verkiezingsprogramma’s stellen ze maatregelen voor als respijtzorg, verlof, financiële compensatie en (meer) waardering van mantelzorgers. Dat is mooi, maar niet genoeg. Want de druk op mantelzorg zal de komende tijd sterk toenemen, terwijl de professionele zorgcapaciteit onvoldoende meegroeit. Hoe gaan we dat oplossen?

Ondersteuning is niet genoeg

De overheid en de politiek verwachten dat mensen zelf meer zorgtaken oppakken. Ze gaan er daarbij vanuit dat extra mantelzorg goed te combineren is met andere verplichtingen, zoals betaald werk en de zorg voor kinderen. Mensen zouden daarbij ondersteuning moeten krijgen van hun werkgever of onderwijsinstelling, maar ook van gemeenten en professionele zorg. Maar volgens ons moet er meer gebeuren. Mensen kunnen niet (extra) mantelzorgen zonder op andere vlakken minder te doen of in sommige gevallen in te leveren op hun welbevinden.

Je kan niet werken in de tijd dat je mantelzorg biedt

Mantelzorg kan ten koste gaan van andere activiteiten. Mensen mantelzorgen voor of na hun betaalde werk, op hun vrije doordeweekse dag of in het weekend. Anderen gaan - of blijven (Portegijs 2024) - in deeltijd werken om hun naasten te kunnen verzorgen. Dit is niet meer dan logisch: je kan niet werken in de tijd dat je mantelzorg biedt.

Daarnaast wordt vaak vergeten dat mensen nogal eens vakantiedagen inzetten om te kunnen mantelzorgen. Ook vrijwilligerswerk, zorg voor (klein)kinderen of het volgen van een opleiding kunnen onder druk komen te staan als mensen (meer) gaan mantelzorgen (Hardus et al 2025).

Lagere kwaliteit van leven

Mensen die (intensieve) mantelzorg  combineren met andere vormen van participatie zoals betaald werk, lopen risico op een lagere kwaliteit van leven. Hierbij zijn specifieke aandachtsgroepen. Jongeren die intensieve mantelzorg bieden zijn slechter af dan hun leeftijdsgenoten (De Roos en de Boer 2023). Het is daarbij goed om te realiseren dat naast het mantelzorgen, ook het verdriet om een zieke naaste een rol kan spelen. Voor ouderen zien we een vergelijkbaar beeld: meer zorg door vitale ouderen zal naar verwachting negatief uitpakken voor het welbevinden op een later moment (Van Campen et al. 2024).

De overheid stimuleert mensen om meer te mantelzorgen, en ook om meer uren te gaan werken

De overheid houdt hier onvoldoende rekening mee. Zij stimuleert mensen niet alleen om meer te mantelzorgen, maar ook om meer uren te gaan werken. In de tijd die overblijft, worden mensen geacht gezond te leven en te bewegen, vrijwilligerswerk te doen en zich te blijven ontwikkelen. Deze druk kan zorgen voor overvraging met mogelijke burn-outklachten tot gevolg en ook tot uitval.

Uit eerder onderzoek weten we dat mensen die beginnen met mantelzorg een verhoogd risico lopen op langdurig werkverzuim (De Boer et al. 2022). Hoewel het directe verband met mantelzorg of de zorgsituatie met deze data niet te leggen is, is de uitkomst niet alleen voor mensen zelf problematisch, maar ook voor werkgevers.

Verlies tienduizenden arbeidskrachten

Daarnaast zijn er risico’s die voor ons als maatschappij minder zichtbaar zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld over de mensen, vaak vrouwen, die de beslissing nemen om hun werkuren te minderen. Dit beperkt hun kansen op doorgroei en pensioenopbouw. Als mensen tijdelijk of helemaal stoppen met werk vanwege mantelzorg (circa 7 procent doet dat), lopen de kosten voor henzelf en de samenleving hoger op. Omgerekend gaat deze ingrijpende beslissing gepaard met een verlies van enkele tienduizenden arbeidskrachten.

Meer vragen op het gebied van mantelzorg betekent dat dit minder kan op andere terreinen

Voor de komende kabinetsperiode is het dan ook noodzakelijk om keuzes te maken en mantelzorg te zien als onderdeel van het totaalpakket van activiteiten dat mensen op hun schouders hebben. Uit een toekomstverkenning die we onlangs publiceerden, blijkt dat burgers een integrale benadering wensen voor alle rollen die ze vervullen, waaronder die van mantelzorger, ouder, werkende of leerling (Hardus et al. 2025). Bovendien wijzen zij op het belang van voldoende ontspanning en rust. Kort gezegd: er dient een duidelijk perspectief te zijn op een ‘leefbare’ week. Meer vragen op het gebied van mantelzorg betekent dat dit minder kan op andere terreinen.

Verborgen kosten

Het is aan de politieke partijen die gaan formeren voor een nieuw kabinet om na te denken over mantelzorgbeleid vanuit een integrale blik en vanuit het perspectief van burgers. Hierbij moeten niet alleen de directe kosten van de ondersteuning van mantelzorgers op de begroting worden meegewogen, maar ook de verborgen kosten van een kleiner betaald arbeidsaanbod, lagere arbeidsproductiviteit, de gevolgen voor andere vormen van onbetaalde arbeid en het welbevinden van betrokken.

Bij zo’n integrale benadering gaat het ook over ander beleid, zoals beleid op het terrein van de langdurige zorg, kinderopvang, arbeidsmarkt, (flexibel) pensioen, herintreding, arbeidsongeschiktheid, vrijwilligerswerk, armoede, onderwijs en ondersteuning bij studievertraging. Het opstellen van het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet is daarvoor het ideale moment.

Alice de Boer, Sarah Hardus en Mirjam de Klerk zijn als senior onderzoekers verbonden aan het Sociaal en Cultureel Planbureau. Alice is daarnaast bijzonder hoogleraar bij de Vrije Universiteit in Amsterdam.

 

Foto: Marcus Aurelius via Pexels.com