Veiligheidsbeleid vaak gebaseerd op mediahypes

Nederlandse politici en media benoemen jongerenoverlast op straat als een urgent probleem voor onze binnensteden. Er zou nieuw en harder beleid moeten komen. Mijn promotieonderzoek laat echter zien dat bewoners van deze achterstandwijken de jongerenoverlast zelf niet als problematisch ervaren. Hoe kan dat?  

Veiligheidsbeleid is ontvankelijk voor politieke retoriek en mediahypes. Nieuwe en hardere maatregelen worden verantwoord door te verwijzen naar de vermeende groei van het probleem en de publieke roep in de media. Criminologen hebben de taak deze criminaliteitsmythes, zoals een explosief groeiende criminaliteit, te ontkrachten en de beweegredenen achter veiligheidsbeleid kritisch te analyseren. In het geval van jongerenoverlast op straat moeten de vragen worden gesteld: is het correct dat overlast sterk toeneemt? Zijn nieuwe maatregelen noodzakelijk? En klopt het beeld dat ontstaat door de berichtgeving in de schrijvende media?

Tijdens mijn promotieonderzoek bleek dat de politieke aannames die een hardere aanpak van straatoverlast legitimeren over het algemeen niet meer worden betwist. Zo wordt over de premisse ‘het huidige arsenaal aan maatregelen is niet voldoende’ op politiek niveau nauwelijks meer getwijfeld. Bovendien heerst het idee dat de overlast sterk toeneemt en dat bewoners uit Vogelaarwijken harde maatregelen eisen. Beide veronderstellingen blijken echter niet te kloppen.

Bewoners Vogelaarwijken voelen zich niet geterroriseerd
Bewoners van probleemwijken vragen minder luid om harde maatregelen dan politici lijken te geloven. En hoewel de media steeds meer aandacht besteden aan straatoverlast, is het daadwerkelijke probleem statistisch gezien niet fors toegenomen en voelen bewoners zich er niet door geterroriseerd. Dit betekent niet dat het probleem niet bestaat, maar wel dat politici in de praktijk eerder reageren op alarmerende mediaberichtgeving dan op een feitelijk publiek verzoek tot actie.

De vorming van veiligheidsbeleid doet geregeld denken aan een steeds sneller rijdende, onbestuurde trein: niemand lijkt zich meer af te vragen van welk station hij is vertrokken, de trein krijgt zoveel vaart dat hij eigenlijk niet meer te stoppen is en de nog onbekende eindbestemming komt maar niet in zicht.

Engeland kent de nadelen van de repressieve aanpak
Het is essentieel (nieuw) beleid steeds opnieuw tegen het licht te houden. Het gevaar dreigt anders dat onnodig, ineffectief of zelfs contraproductief beleid wordt ingevoerd. Engeland, waar een repressievere aanpak van overlast al een decennium lang gemeengoed is, heeft de nadelen hiervan inmiddels ondervonden. Jongeren voelen zich door deze harde aanpak geïsoleerd en buitengesloten in hun wijk. In sommige gevallen worden nieuwe opgelegde maatregelen, zoals een gebiedsverbod, door de jeugd zelfs gezien als een soort ‘badge of honour’; een bewijs dat je straatwaardig bent.

Afgelopen zomer heeft Theresa May, de Engelse minister van Binnenlandse zaken, gezegd de hardere aanpak af te bouwen en terug te keren naar een combinatie van sociaal beleid en repressie; een van oorsprong typisch Nederlands beleidscombinatie dus. Met andere woorden: we doen het hier nog niet zo slecht.

Het probleem is niet dermate explosief of bedreigend voor onze stedelijke samenleving dat er nieuw beleid nodig is, maar bestaande beleidsinstrumenten worden nog onvoldoende ingezet. Reflectie op veiligheidsbeleid door politici en de media is wenselijk, om zo aan de noodrem van de razende trein te kunnen trekken.

Dr. Monique Koemans, is werkzaam als docent/onderzoeker bij de Leidse Universiteit. Zij promoveerde 17 november 2011 op haar proefschrift: 'The war on antisocial behaviour'.

Foto: Bas Bogers

Dit artikel is 1732 keer bekeken.

Reacties op dit artikel (2)

  1. In de jaren tachtig was ik als socioloog werkzaam bij de politie. Deed daar ook het nodige onderzoek op wijkniveau. De resultaten waren van eenzelfde orde: de objectieve en subjectieve veiligheid in een wijk hebben weinig met elkaar te maken. De eigen wijk is veilig. De anderen niet. Belangrijk is ook wat voor type problemen het betreft. Aan ‘overlastproblemen’ kun je weinig zelf doen want je kent de dader niet. Aan ‘regelingsproblemen’ kun je wel zelf iets doen. Aan ‘vandalisme’ zoals het toen werd genoemd kun je zelf iets doen want het zijn meestal je eigen buurtbewoners die het doen. Totdat de kwaliteit van de onderlinge verhoudingen in de wijk te laag is om dat te kunnen. Maar ook in die tijd had de politiek behoefte aan andere benaderingen. Benaderingen die de andere mensen begrepen.

  2. Wat in deze wellicht ook speelt, is dat politici niet alleen hun oren laten hangen naar de media, maar ook naar klagende buurtbewoners. Die laatsten hebben vaak een rechtstreeks ;lijntje met (lokale) politici. Zo komt overlast ook op de politieke agenda. De overheid heeft wel klaaglijnen, maar geen ‘niet-klaaglijnen’. Slechts de klagers worden gehoord en hun belang schromelijk overdreven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.