Met surprises, humor en gedichten weer in dialoog over Zwarte Piet

De discussies over ‘zwarte piet wel of niet’ zijn nog steeds in volle gang. Hoe buig je een houding van vasthouden aan tradities of van afdwingen van een verbod op de intocht van Sinterklaas om in een constructieve dialoog? Creativiteit met surprises en gedichten kunnen helpen.

 

De Duitse filosoof Gadamer ontwikkelde een model voor het dialogische verstaan van teksten uit de eigen geschiedenis, dat uitgaat van de bestaande voor-oordelen.[1] Juist in dialoog met een andere cultuur wordt men bewust van de eigen cultuur en de daarbij horende onbewuste collectieve overtuigingen en voor-oordelen. Zijn model kan als basis dienen voor een dialogisch model voor onze huidige multiculturele maatschappij. Het ‘verstaan’ van de ander ziet hij als een eindeloze opgave waarbij ieder nieuw inzicht  weer de mogelijkheid biedt voor verder onderzoek. Ook in dialogen tussen partijen met verschillende culturele achtergronden vindt een heen en weer gaande beweging plaatst.

Multiculturele dialogen kenmerken zich door de wens om open te staan voor de verschillende culturele achtergronden van de betrokken partijen. Alle partijen beginnen met luisteren.  Het kan resulteren in een gemeenschappelijke horizon, waarbij echter nog steeds ruimte is voor verschillen. Bestaande opvattingen kunnen veranderen zonder dat er een winnaar of verliezer is, zoals meestal bij een discussie. Het is geen pleidooi voor het kritiekloos overnemen van een ander standpunt. Het vraagt juist om een rationele onderbouwing en een kritische houding, ook ten opzichte van de eigen overtuigingen.

Een dialogisch klimaat: zoeken naar het gemeenschappelijke

Uitgangspunt om met elkaar de dialoog aan te gaan is een dialoogklimaat dat gekenmerkt wordt door openheid, gelijkwaardigheid en het waarderen van diversiteit. Juist door de verschillen wordt onze gemeenschappelijke maatschappij gevormd. De burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan, geeft aan dat de vraag naar de (on)wenselijkheid van aanpassing van een volkstraditie een vraag is voor het volk of voor de samenleving[2] en stelt dat het primair aan de Sinterklaascomités is om conclusies aan de huidige discussie te verbinden. Door als bestuurder een actievere rol te spelen had hij de dialoog kunnen stimuleren. Weliswaar zijn er op zijn initiatief kleine aanpassingen gepresenteerd van de intocht van Sinterklaas, maar het Nederland Wordt Beter comité, dat zich inzet voor het afscheid van de raciale karikatuur van Zwarte Piet, ervaart dit als te mager en als een voldongen feit.[3]

Hoe had het anders gekund? Een dialogisch klimaat wordt gekenmerkt door de bereidheid om naar elkaar te luisteren. De Zwarte Piet discussies zijn symptomatisch voor het feit dat veel ‘autochtone’ Nederlanders er vanuit gaan dat zij meer rechten hebben bij het bepalen en behouden van Nederlandse cultuuruitingen. Iets dat vaker gebeurt onder de naam van integratie. In de huidige maatschappij is dit niet vanzelfsprekend. Terwijl de dialoog met oude teksten geen direct gevolg heeft voor de dagelijkse praktijk is dit bij de multiculturele dialoog bijna niet te vermijden. De partij die een voorstel doet voor beleidsverandering moet op rationele gronden kunnen  onderbouwen waarom deze noodzakelijk is. Vervolgens hebben alle partijen de verantwoordelijkheid om te zoeken naar een gemeenschappelijke horizon en stappen te nemen om dit in de praktijk te realiseren.

De Franse filosoof Julia Kristeva analyseert in ‘Strangers to Ourselves’[4] hoe wij ons door de tijden heen tot ‘vreemdelingen’ hebben verhouden. Dat wat ons het meest beangstigt in het contact met  een ander is de confrontatie is die wij hierdoor met onszelf krijgen.

We kunnen ook een andere houding dan ontkenning aannemen

Bij het nalezen van de blogs over Zwarte Piet werd duidelijk dat bij het woord ‘racistisch’ veel Nederlanders in de verdediging schieten. ‘Wij zijn niet racistisch en zwarte piet heeft al lang niks meer met de slavernij te maken’[5], zo zegt ook Van der Laan. Of het wordt afgedaan als stennis van een kleine luidruchtige minderheid in de hoofdstad.[6] Twee reacties die allebei het probleem voor Nederland als geheel ontkennen van het inzetten van racistische karikaturen. We zouden ook een andere houding dan ontkenning aan kunnen nemen en het feit dat er nog voortdurend met stereotypen en karikaturen wordt gewerkt onder ogen kunnen zien evenals de verbinding met ons slavernij verleden.

Mijn grote voorbeeld voor een historisch kantelmoment waarbij menselijkheid en verbondenheid centraal stonden in een evenement dat vroeger als puur ‘wit’ werd gezien, is de betrokkenheid van Nelson Mandela bij het blanke Zuid-Afrikaanse rugby team. Toen Mandela in 1995 handen schudde met de blanke aanvoerder werden de werelden van zwart en wit samen gebracht door een visionair leider. Een schril contrast met Rutte, die op de ophef rondom sinterklaas reageert met ‘Zwarte Piet, dat zegt het al, die is zwart’, en waar hij aan toevoegt dat het ‘geen zaak van de regering’ is, en dat hij aan de kleur van Piet ‘weinig kan veranderen’.[7]

Met creativiteit een kinderfeest zonder racistische karikaturen vieren?

Stel dat de voor en tegenstanders van aanpassingen van de Sinterklaastraditie naar elkaar zouden luisteren, dan horen we dat de organisatie ‘Zwarte Piet Niet’ staat voor een beschaafd kinderfeest zonder racistische karikaturen. Een redelijk verzoek. Aan de andere kant horen we de zorg van de traditionele Sinterklaasaanhangers om het mogelijk verdwijnen van iets dat zij als een vrolijk en gezellig kinderfeest beschouwen. Ook een redelijke zorg.

De gemeenschappelijke horizon wordt gevormd door de wens naar een fijn en vrolijk kinderfeest. Wat de invulling daarvan betreft verschillen de meningen. Zouden we elkaar daar ook kunnen ontmoeten? Misschien is er een mogelijkheid om de bijzondere culturele waarde van het Sinterklaasfeest ook op dit gebied in te zetten? Het feest gaat gepaard met creativiteit door middel van surprises en gedichten waardoor ondeugdzaam gedrag op een humoristische manier wordt aangekaart. Hoe zou het zijn als er juist een beroep zou worden gedaan op deze positieve kracht van de creativiteit om dit kinderfeest zonder racistische karikaturen te vieren of juist te gebruiken om mensen hier van bewust te maken?

Dan zou de culturele traditie van het Sinterklaasfeest echt verbindend kunnen werken en zou de diversiteit van ons Nederlanders hier een verrijking voor betekenen. Eigenlijk willen wij allemaal dat de kinderen op 5 december gewoon een leuk feest vieren.

Renate Schepen is filosoof. Zij faciliteert dialogen gebaseerd op de Socratische methode. Dit artikel is tot stand gekomen in dialoog met Heinz Kimmerle, emeritus hoogleraar wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Ama Koranteng-Kumi.  Zij volgt een Research master Gender and Ethnicity.