De ingevoerde grenscontroles van minister Faber maakten in 2025 veel los. Vreemd eigenlijk als je bedenkt dat dit soort maatregelen jaren geleden al zijn overeengekomen in het Akkoord van Schengen. Maartje van der Woude ziet een ‘migratiemanagementmachine’. Daarin zijn alle radertjes met elkaar verbonden, spelen vooroordelen een grote rol en kunnen mensen nog steeds het verschil maken.
In onze mailwisseling voor dit interview schreef je: ‘Ik denk wel dat ik door de insteek die ik heb gekozen – het willen begrijpen van de migratiemanagementmachine – boven de waan van de dag kon gaan hangen.’ Waarom is dat juist nu zo belangrijk?
‘Mensen vinden het bizar wat er nu gebeurt, maar als je vanaf een grotere afstand kijkt, past het binnen een lange ontwikkeling. De mogelijkheid om de binnengrenzen strenger te bewaken, heeft vanaf het begin in het Akkoord van Schengen gezeten. Dat onze regering zo expliciet anti-migratiekeuzes maakt, dát is nieuw. Voor een goed debat over migratie is het belangrijk om af en toe uit te zoomen en het totaalplaatje te zien.’
‘Ik begon bij de grenspolitie met een open vraag: wat zie ik gebeuren?’
De migratiemanagementmachine in z’n geheel.
‘Precies. Het beeld van de machine ontstond tijdens mijn onderzoek. Ik deed al meer dan tien jaar onderzoek naar de binnengrenzen en wilde de kennis die ik had opgedaan bij elkaar brengen. Bijzonder was dat de Koninklijke Nederlandse Marechaussee aan mijn onderzoek wilde meewerken. Dus ik begon daar, bij de grenspolitie, met een open vraag: wat zie ik gebeuren?
Tijdens de eerste interviews is het besef gegroeid: ik kijk niet naar een onderdeel, maar naar iets wat groter is. Een machine, ontworpen om de migratiestromen te managen. Een machine waarin de radertjes op uitvoeringsniveau draaien door de radertjes op nationaal niveau, die weer draaien door de radertjes op Europees niveau. In het actuele debat is de tendens om steeds naar één speler te kijken: de minister, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Daar schieten we niet veel mee op als we daarnaast niet ook holistisch kijken.’
Wat kwam je te weten over het ontwerp van de machine?
‘Als er vertrouwen heerst tussen de lidstaten, als lidstaten solidair met elkaar zijn en er een gevoel van eenheid is, dan draagt de migratiemanagementmachine bij aan die waarden. Nu die basis ontbreekt, zien we dat de migratiemanagementmachine ook van die waarden weg beweegt. Dit kan omdat in de machine op verschillende niveaus discretionaire ruimte is ingebouwd. Van ruimte voor lidstaten tot aan ruimte voor de grenspolitie, die hen in staat stelt om naar eigen inzicht besluiten te nemen.’
‘Migratie en criminaliteit worden al jaren op één hoop gegooid’
Een belangrijke ontwikkeling waarnaar je veel onderzoek hebt gedaan is ‘crimmigratie’. Kun je vertellen wat dit is en er een voorbeeld van geven?
‘Crimmigratie is het met elkaar verweven raken van strafrechtelijke en migratierechtelijke normen. Dit gaat ten koste van de rechtsbescherming van de migrant. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is het strafbaar stellen van illegaal verblijf. Een overtreding van het migratierecht wordt dan berecht vanuit het strafrecht. Een belangrijke oorzaak van crimmigratie is de politieke en maatschappelijke beeldvorming van migratie: migratie wordt steeds meer gezien als iets problematisch, iets gevaarlijks, iets wat nauw samenhangt met criminaliteit en onveiligheid. Nationale veiligheid en terrorisme zijn na 9/11 aan dit rijtje toegevoegd. Dit heeft natuurlijk grote gevolgen.’
Zie je de ontwikkeling van crimmigratie ook terug in het ontwerp van de machine?
‘Absoluut! Een aantal Schengen-staten vreesde dat het openstellen van de binnengrenzen zou leiden tot meer illegale migranten en meer criminaliteit, hoewel het verband hiertussen nooit is aangetoond. Vandaar die discretionaire ruimte in het ontwerp die ik eerder noemde. Dit was toen het Schengenakkoord werd gesloten voor enkele lidstaten een voorwaarde om te tekenen. Zij wilden hun binnengrenzen kunnen beschermen wanneer zij dat nodig achtten.’
‘Uitvoeringsorganisaties moeten goed afwegen of een politiek verzoek binnen hun opdracht past’
Waarom is het belangrijk om te kijken naar de ruimte die actoren hebben binnen de migratieketen?
‘Migratie is sterk gepolariseerd geraakt. Uitvoeringsorganisaties krijgen vanuit de politiek vaker verzoeken voor symboolpolitieke maatregelen. Het is in deze tijd extra belangrijk dat uitvoeringsinstanties inzien dat zij ruimte hebben om niet alle politieke wensen uit te voeren, dat zij weten wat hun opdracht is en wat daar wel en niet binnen valt. Of, zoals de Staatscommissie Rechtsstaat vorig jaar stelde: uitvoeringsorganisaties moeten de rode kaart kunnen trekken. Door binnen de ruimte die zij hebben goed af te wegen of een politiek verzoek binnen hun opdracht past, kunnen zij bijdragen aan rechtsstatelijkheid.’
Wat gebeurt er precies in die discretionaire ruimte? Hoe kun je daarin bijsturen?
‘Professionals hebben daar de ruimte om zelf na te denken en besluiten te nemen. In mijn onderzoek hebben we het dan zowel over het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Marechaussee als organisatie als over de grenspolitie die aan de grens een auto aanhoudt. Vooral de grenspolitie handelt onder druk, die moet soms in een split second een besluit nemen. Uit onderzoek weten we dat we terugvallen op onze vooroordelen als we onder druk handelen. Vooroordelen die gevoed worden door het huidige discours.
Het is belangrijk dat professionals zich ervan bewust zijn dat dit zo werkt, dat zij hierop kunnen reflecteren en dat hun leidinggevenden hen hierin steunen. Een sterk voorbeeld is de vakbond van de UK Border Force, die in 2021 in verzet kwam tegen het plan van de Britse minister Priti Patel om kleine boten in het Kanaal terug te duwen. De vakbond beschouwde dit als onwettig en onmenselijk, en bracht, samen met een aantal ngo’s, de zaak voor de rechter. In april 2022 trok de Britse regering het beleid in. In tijden van polarisatie is het cruciaal dat de mensen in de machine zelf blijven nadenken.’
Ben je al getrokken rode kaarten tegengekomen?
‘Rode kaarten niet, maar enige medewerkers van de marechaussee die ik sprak, zagen wel dingen die zij anders zouden willen doen of die zij niet bij de taakstelling vonden passen. De marechaussee is een onderdeel van de krijgsmacht, van een militaire structuur. Dat maakt het extra moeilijk om zich daadwerkelijk te verzetten. Toch geloof ik ook dat het daar kan. Het feit dat ik voor mijn vervolgonderzoek weer toegang krijg tot de organisatie is heel bijzonder en hoopvol. Als ik dat aan collega’s in de VS vertel, geloven ze me bijna niet. Dat is daar ondenkbaar.’
‘Wetenschappers hebben een verantwoordelijkheid om uitvoeringsorganisaties te ondersteunen’
Wat kan de wetenschap betekenen voor de mensen in de machine?
‘Ik vind dat wij als wetenschappers een verantwoordelijkheid hebben om uitvoeringsorganisaties te ondersteunen. Wij moeten niet alleen wijzen op wat er allemaal misgaat, we moeten meedenken over alternatieven. Juist organisaties waar wij onderzoek hebben gedaan, hebben wij na afloop echt iets te bieden. Bijvoorbeeld goede gesprekken die het bewust handelen en de reflexiviteit van medewerkers kunnen vergroten. Dat vind ik een spannende boodschap van mijn boek*, want dat gaat in tegen het idee van afstand houden tot je subject.’
Hebben jonge wetenschappers die instelling ook?
‘Minder, maar een aantal van hen vindt weer dat wetenschappers selectief moeten zijn in wíé zij steunen. Tijdens het schrijven van dit boek had ik discussies met promovendi die niet geloven dat mensen bij de marechaussee geïnteresseerd zijn in het bijsturen van het huidige politieke beleid. ‘Die organisatie is opgericht om te onderdrukken’, riep een van hen, ‘het maakt niet uit wat voor gesprekken je daar hebt!’ Ik snap waar die overtuigingen vandaan komen, maar ik geloof niet dat het vasthouden hieraan ons verder helpt. Als wetenschappers moeten wij net zo goed voorbij onze vooroordelen blijven kijken! We moeten met elkaar in gesprek blijven.’
Hoe draagt je volgende onderzoek hieraan bij?
‘In het onderzoek dat nu loopt, bekijk ik wat de gevolgen zijn van de uitspraak van het Gerechtshof in 2023 [het Gerechtshof bevond de marechaussee schuldig aan etnisch profileren, red.]. Wat betekent deze uitspraak voor het beleid van de organisatie, voor de opleidingsprogramma’s binnen de organisatie en voor hoe professionals de ruimte benutten die zij hebben om besluiten te nemen?
Een tweede doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de mens achter het uniform. Een organisatie als de marechaussee treedt zelf niet actief naar buiten met ‘dit is wat wij doen en wie wij zijn’. Dat laat veel ruimte voor beeldvorming. Ik wil die beeldvorming nuanceren met mijn onderzoek, onder andere via podcasts die een podcastmaker dit jaar zal realiseren. Ik kom prachtige verhalen tegen waarvan ik denk: dit beeld hebben mensen echt niet bij een grenswachter!’
‘We moeten voorkomen dat we in the heat of the moment meehijgen met de politiek’
Wat kunnen professionals die bijdragen aan het proces van integratie, zoals sociaal werkers, leren van deze lessen voor de grenspolitie?
‘Ik heb weinig zicht op hoe de opleiding Social Work eruitziet, maar ik denk dat het op de opleiding begint. Voor alle sociale beroepen eigenlijk. Daar zou, net als voor de mensen aan de grens, al aandacht moeten zijn voor de complexe samenleving waarin sociaal professionals straks zullen werken en voor de ruimte die zij hebben om te beslissen. Het beïnvloedt jouw omgeving, en hoe beïnvloeden de normen en waarden die daar heersen jouw professionele opstelling? Hoe past dit binnen het grotere doel van de organisatie waar jij voor werkt? Ik denk dat we op alle niveaus van overheidsingrijpen dit soort gesprekken moeten voeren. We moeten voorkomen dat we in the heat of the moment meehijgen met de politiek.’
Evelien Vos is freelancejournalist en schrijver.
Noot
* Het onderzoek van Maartje van der Woude, The mobility control apparatus. Getting to the Core of Crimmigration in the Schengen Area, is op 28 maart 2025 verschenen bij Routledge.
Foto: Jussi Puikkonen / KNAW